In de Museumshafen van Greifswald liggen zo’n vijftig historische schepen aangemeerd. Vanaf de houten brug over rivier de Ryck heb je hier een mooi uitzicht op de schoeners, de sleepboten en tjalken uit de 19de en 20ste eeuw, sommige nog varend, andere omgebouwd tot restaurant. Vanuit dit haventje vaar je over de Ryck zo de Oostzee op. In de tijd dat een jonge Caspar David Friedrich hier met zijn tekenblok rondliep en de masten en de bootjes schetste, voeren schepen voor maandenlange reizen naar de Zwarte Zee, naar Amerika, Oost-Indië of China. Nu boek je een rondvaart van een paar uur met de stoomboot Stubnitz, of een zeiltochtje met de Vorpom mern, een voormalige viskotter uit 1950.
Het is wat fris, eind mei, maar dat belet de toeristen niet een stadswandeling te maken door het oude centrum van het voormalige Oost-Duitse Hanzestadje Greifswald, waar behalve de haven ook het historische marktplein, de universiteitsgebouwen en de St. Marienkirche met zijn Noord-Duitse baksteengotiek publiekstrekkers zijn. En de Dom St. Nikolai, zeker sinds de internationaal vermaarde Deense kunstenaar Olafur Eliasson (1967) hier in april Fenster für bewegtes Licht installeerde, een glas-in-loodraam ter gelegenheid van de 250ste geboortedag van de schilder Caspar David Friedrich (Greifswald 1774-Dresden 1840).
Wij willen bezoekers een andere kijk geven op Caspar David Friedrich. Niet alleen de sombere eenzaat, maar ook de liefhebbende familieman
In heel Duitsland worden dit jaar tentoonstellingen, lezingen en andere activiteiten georganiseerd rondom het jubileumjaar van een van Duitslands beroemdste schilders, bekend van de melancholische, desolate werken uit de tijd van de Romantiek. Het overzicht in de Hamburger Kunsthalle, dit voorjaar, was een van de best bezochte solotentoonstellingen van het museum ooit. Voor de tentoonstelling in Berlijn (tot 4 augustus) zijn nauwelijks nog kaartjes te krijgen, en ook in Dresden (vanaf 24 augustus) worden veel bezoekers verwacht. De schilderijen wisselen per tentoonstelling, bezoekers van de blockbusters krijgen de kans een blik te werpen op een aantal van Friedrichs beroemdste werken, waarin de overweldigende natuur vaak een belangrijke rol speelt: Der Mönch am Meer (1808-10), Der Wanderer über dem Nebelmeer (ca. 1817), Kreidefelsen auf Rügen (1818), Das Eismeer (1823-24), Die Lebensstufen (ca. 1834).
De bootjes op Lebensstufen zouden zo uit zijn Greifswaldse schetsblokken kunnen komen, alleen liggen ze op dat schilderij ineens in een heel andere zee. Waar houdt bij Friedrich de realiteit op en begint de verbeelding?
Weinig opwinding
In Greifswald is eind mei van de opwinding rond het jubileumjaar nog niet zo veel te merken. De hotels zitten voller dan ooit, zegt een medewerker van het Jubiläumsbüro dat ter gelegenheid van dit feestjaar is opgezet, maar ‘idioot druk’, zoals deze krant schreef over de expositie in Hamburg, is het hier in het Pommersches Landesmuseum niet.
In Lebenslinien, de eerste van de drie tentoonstellingen die het museum wijdt aan de in Greifswald geboren schilder, is het rustig op deze dinsdagochtend. Dat heeft misschien te maken met het feit dat de grote schilderijen hier niet te zien zijn – pas bij de volgende twee exposities later dit jaar komt een aantal beroemde doeken deze kant op. Kreidefelsen bijvoorbeeld, dat Friedrich schilderde naar de krijtrotsen op het nabijgelegen eiland Rügen, en Wiesen bei Greifswald (1821-22), een prachtig landschapspanorama. Het zal ook te maken hebben met de noordelijke ligging in Mecklenburg-Vorpommern, vlakbij de Pools-Duitse grens. Van Berlijn tot Greifswald is het nog zeker zo’n tweeënhalf uur met de trein.
In de persoonlijke en intieme expositie Lebenslinien zien we de ontwikkeling van Friedrich als kunstenaar vanaf zijn prilste jeugd, met voornamelijk tekeningen en een handvol schilderijen. Het gevoelige portret dat hij tekende van zijn vader uit 1800 hangt er, naast een krijttekening van de huishoudster, Mutter Heiden, die het gezin bijstond nadat Friedrichs moeder was overleden toen hij zes jaar was. Er zijn schetsen uit zijn vroege jeugd, werk uit zijn kunstacademieperiode in Kopenhagen. „Wat wij willen”, zegt Henriette Maxin, kunsthistoricus en museummedewerker, „is bezoekers een andere kijk geven op Caspar David Friedrich. Niet alleen de beroemde schilder, maar ook de tekenaar. Niet alleen de melancholische, sombere, teruggetrokken eenzaat, maar ook de natuurliefhebber, de liefhebbende echtgenoot, vader, familieman.”
„Jullie noemen me een vijand van de mens, omdat ik jullie gezelschap mijd. Jullie vergissen je, ik hou van mensen. Maar om ze niet te haten, moet ik niet met ze omgaan”, zei Friedrich ooit. In Zauber der Stille (Nederlandse vertaling: Betoverende stilte), het boek dat Florian Illies schreef over Friedrich en dat al maanden in de top-10 van Duitslands best verkochte boeken staat, lezen we dat critici in zijn tijd beschrijvingen van zijn werk lardeerden met termen als ‘totale eenzaamheid’, ‘duistere leegte’, ‘apocalyps’.
„Natuurlijk is die kant er”, zegt Maxin, „maar wij zijn van mening dat er in de loop van de tijd een eendimensionaal, mythisch figuur van Caspar David Friedrich is gemaakt. Dat knorrige, dat is ook een beetje de volksaard van de mensen uit deze streek; noordelijk, pommeriaans. En ja, hij was graag op zichzelf. En ja, zeker na zijn beroerte in 1835 was hij niet aangenaam. Maar het is niet het hele verhaal. In zijn brieven en tekeningen zie je ook hoe liefdevol hij kon zijn naar zijn familie. Het schilderij dat hij maakte van zijn schoonzus, de echtgenote van zijn broer Adolph [Frau zum Licht hinaufsteigend, ca. 1825] schonk hij hem na haar overlijden. Een warm gebaar.”
In Greifswald vind je overal sporen van Friedrichs leven en motieven uit zijn werk – die in zijn latere schilderijen in een vaak nieuwe setting terugkomen; Friedrich tekende weliswaar naar de waarneming, maar componeerde daar later in zijn atelier op zijn schilderijen zijn eigen versie van. Een paar kilometer buiten het centrum staat de Eldena-ruïne, waar hij zo graag naartoe wandelde. Op de plek waar zijn geboortehuis stond, aan de Lange Strasse 57, en waar nu het Caspar David Friedrich Zentrum huist, kunnen bezoekers plaatsnemen op houten banken die door zijn jongste broer Christian werden gemaakt. Aan de markt staat het huis waar zijn broer Heinrich woonde en waar Friedrich, ook toen hij vanuit Kopenhagen naar Dresden was verhuisd, vaak op bezoek ging – nu zit er een Sparkasse. Hij vereeuwigde zijn familie in 1818 in het aquarel Der Greifswalder Markt, die niet eens zo gek veel veranderd is sinds die tijd. De viskraam die hier vandaag op de markt staat verkoopt haring, Matjes, net als in Friedrichs tijd vers gevangen in de Oostzee.
Rügen
Caspar David Friedrich reisde in zijn leven zeven keer naar het eiland Rügen, ten noorden van Greifswald. Per boot en dan verder te voet, kilometers wandelend, schetsblok bij de hand. Hij zou er de krijtrotsen ontdekken, de hunebedden, de uitgestrektheid van het landschap. De reiziger van nu moet een endje om, sinds 1936 is er via Stralsund een vaste verbinding met Rügen. Dit jaar is er een 285 kilometer lange ‘Fietsroute van de Noord-Duitse romantiek’ uitgezet, vanaf Wolgast, aan de Poolse grens, via Greifswald naar de vuurtorens bij Kaap Arkona op Rügen.
We nemen de trein vanaf Greifswald, via Stralsund naar Putbus – Pruisische pracht en praal met witte, classicistische villa’s – en pakken de fietsroute daar op. Langs velden vol koolzaad en klaprozen, binnenwateren en zeekust, strand en bossen, voert een licht glooiend pad naar Göhren, waar Friedrich inspiratie vond voor Der Mönch am Meer. Het schilderij wordt gezien als een van zijn meest radicale werken, abstract bijna. De monnik, nauwelijks zichtbaar tegen een donkere zee en grauwe lucht, oogt eenzaam in die grootse, oneindige natuur. Of Friedrich het werkelijk ooit zo zag? Vandaag is er in elk geval geen wolk te bekennen, de zon schijnt uitbundig en mensen slenteren met hun blote voeten over het strand – om te zwemmen is het voor de meesten nog te koud.
Iets noordelijker trekken in de badplaatsen Sellin en Binz vooral de witte, statige villa’s uit het begin van de twintigste eeuw de aandacht, met hun serres en veranda’s met sierlijk houtsnijwerk. En vlak boven Binz het megalomane Prora, het bijna vijf kilometer lange gebouwencomplex dat Hitler hier in de jaren 30 van de vorige eeuw liet bouwen. Het moest 20.000 mensen de mogelijkheid bieden voor een ontspannen vakantie aan het strand – nu is een groot deel gerenoveerd en zitten er een jeugdherberg en een spa, restaurants en ijssalons, en eindeloze rijen met moderne vakantieappartementen.
Het verhaal van Friedrich is op een bizarre manier met dat van de nationaal-socialisten verknoopt. Kende zijn werk tijdens en na zijn leven meerdere golven van afkeuring en waardering (zie inzet), de nazi’s maakten van Friedrich graag een Germaanse held. In 1943, schrijft Florian Illies, meer dan honderd jaar na Friedrichs overlijden, kregen soldaten die richting het Russische front werden gestuurd een boekje mee: Caspar David Friedrich und seine Heimat, met zwart-witafbeeldingen van de zee en eikenbomen. Zijn werk zou de kracht van de oude Germanen uitstralen, en dat was net wat het Duitse leger, dan zwaar aan de verliezende hand, wel kon gebruiken.
Beukenbossen
Via Prora gaat de route verder noordwaarts naar de uitgestrekte beukenbossen in het Jasmund Nationaal Park, waar de hoogste krijtrots, de Königsstuhl, het eindpunt van onze tocht is. Hier biedt de in 2023 gereed gekomen Skywalk, een zwevend uitkijkplatform op 122 meter hoogte, een spectaculair uitzicht op de kust, de Oostzee en de krijtrotsen die Friedrich vastlegde in zijn schilderij Kreidefelsen auf Rügen. Maar wie de exacte plaats probeert te vinden waar de schilder gestaan zou hebben, kan lang zoeken. Friedrich tekende verschillende delen van de rotsen, op verschillende plekken, en componeerde met die elementen in zijn atelier vervolgens in olieverf een nieuw geheel.
Zo ging hij vaak te werk: de Eldena-ruïne bijvoorbeeld, uit Greifswald, komt in zijn werken op steeds verschillende plekken terug: in het Reuzengebergte, in de Alpen, of met grafzerken of eikenbomen eromheen die er in werkelijkheid helemaal niet waren.
Een exacte weergave van de werkelijkheid, daar ging het Friedrich niet om: „De taak van de schilder is niet de natuurgetrouwe weergave van lucht, water, rotsen en bomen, maar zijn ziel, zijn gevoel moet erin weerspiegeld zijn”, meende hij. De innerlijke wereld, die wilde hij weerspiegelen, niet (alleen) de fysieke.
Een groepje bezoekers vindt het maar wát jammer. Heel graag hadden zij vandaag precies dát gezien wat Friedrich destijds schilderde. Maar dat is er – behalve in zijn eigen hoofd – nooit echt geweest.