Dat Joeri examen deed, is een prestatie op zich

Joeri (17) kreeg deze woensdag te horen of hij was geslaagd, net als 191.000 andere scholieren. Maar anders dan al die anderen bracht hij zijn volledige schoolloopbaan door in asielzoekerscentra, mocht hij nooit een bijbaantje, kon hij niet op vakantie, werd hij in de tweede klas luttele maanden gevangengezet door de Nederlandse staat en ontving hij in de vijfde een hoogstpersoonlijke uitnodiging van Vladimir Poetin om zich te laten keuren met het oog op zijn dienstplicht.

Joeri is een leerling aan het Han Fortmann in Heerhugowaard. Hij legde zijn examen af in acht vakken, waaronder oud-Grieks. Zijn profiel is natuur en techniek.

Op zijn bureau ligt daags na zijn laatste examendag wiskundeboek Getal en Ruimte 3 (vwo B) naast een A4’tje met een som over een scheve asymptoot. Tot zover de normaliteit. De muren van zijn kamer in dit azc in Heerhugowaard zijn kaal of je moet de metalen verwarmingsbuizen meetellen en de ronde, felle wandlamp boven zijn bed. In de woonkamer doet een bed dienst als bank, er liggen kussentjes op om gezelligheid te veinzen. Ernaast staat een sfeerloze tafel. Joeri en zijn moeder Ilona (43) nemen plaats. Joeri’s zwijgzame vader Michael (44) trekt zich terug op zijn slaapkamer (hun achternamen blijven achterwege ten bate van hun privacy).

Ze hebben een eigen appartement, dat is fijn, zegt Joeri. Andere asielzoekers in dit azc kent hij niet, Joeri zoekt ze niet op. Dit is zijn negende azc.

Op zijn kamer in november 2023, een paar maanden na de verhuizing uit Drachten.
Foto Mona van den Berg


Op de voorgrond zijn broertje Wowa, dertien jaar oud, geboren in Hengelo.
Foto Mona van den Berg


Zijn broertjes schaken in de woonkamer van hun appartement in het azc, november 2023.
Foto Mona van den Berg


De drie broers en op de voorgrond vader Michael, in de hal van hun appartement, november 2023.
Foto Mona van den Berg

Vuisten

Joeri werd geboren in Moskou. Zijn ouders zijn Georgische jezidi’s die de armoede van hun land ontvluchtten. Maar in Moskou zag vader Michael het leeuwendeel van zijn loon als taxichauffeur of winkelbediende verdwijnen in de zakken van zijn bazen. Er was racisme tegen Georgiërs. Niet verbaal, maar „met vuisten”, vertelt moeder Ilona. „Er gingen zelfs mensen dood.”

Joeri was drie en zijn broertje een baby toen het gezin op een trein westwaarts stapte. Ze meldden zich in Ter Apel in juni 2010. Sindsdien woonde het gezin overal en nergens, want azc’s sloten en heropenden de deuren en anders noopten nieuwe fases in de asielprocedure tot het pakken van de koffers. Azc Markelo, azc Katwijk, Goes, Emmen, Gilze en Rijen, Burgum, Drachten, Heerhugowaard. Goes was het leukst, zegt Joeri. „Iedereen zat in dezelfde fase, iedereen wachtte op de uitkomst van zijn procedure. Er waren veel Armenen en ook Afghanen en Syriërs.”

Maar eigenlijk maakte Joeri’s gezin toen al minder kans op een verblijfsvergunning. Joeri’s vader Michael, geplaagd door stress en hartklachten, was in het azc in Katwijk verzeild geraakt in een gevecht met een medebewoner. Moeder Ilona treedt niet in detail maar hij pleegde serieus geweld, goed voor zes maanden cel, en zo bracht hij de asielprocedure van zijn gezin ernstig aan het wankelen. Hoe vaak hij sorry heeft gezegd tegen zijn vrouw en kinderen weten ze niet, ze hielden de tel niet bij. Hij zei ook „altijd heel erg sorry” tegen de IND en rechters, voegt Joeri toe.

Het ene na het andere gezin dat ze ontmoetten in azc Goes en elders kreeg een vergunning, zeker na het kinderpardon in 2019. Joeri hoorde mensen schreeuwen van blijdschap, vertelt hij. „‘We zijn vrij!’ riepen ze. En dan gingen ze feestvieren. Ik was blij voor die mensen. Maar het was moeilijk.”

Joeri kreeg een havo-advies. In de brugklas regende het achten en negens

Joeri ging naar de brugklas van het Esdal College in Emmen met een havo-advies op zak. Hij leerde zo hard dat het achten en negens regende. „Ik wilde laten zien dat ik beter kon. Ik wilde dat de IND mij zou zien.” Na de kerst stroomde hij in op het gymnasium.

Aan het leren in zijn kamer, vorige maand. Joeri’s gezin heeft een eigen appartement in het azc.
Foto Mona van den Berg


Joeri fietst het terrein af van azc Heerhugowaard, op weg naar zijn laatste examen.
Foto Mona van den Berg
Joeri in azc Heerhugowaard, op de laatste examendag.
Foto Mona van den Berg

Een jaar later, eind januari 2020, viel het besluit. Uitgeprocedeerd. De politie, vijftien man sterk, kwam het gezin halen. Vader, moeder, Joeri en zijn twee broertjes; de jongste werd geboren in Nederland. Ze belandden in detentiecentrum Zeist. De buitenmuren waren „gigantisch en eng”, zegt Joeri. Zijn laptop en schoolboeken mochten niet meer naar binnen. „Die moesten in een krat.” De Nederlandse staat had het vliegticket terug naar Moskou al geboekt, op 30 januari zou het gezin vertrekken.

Maar de dokter zei nee. De gezondheid van Joeri’s vader stond vliegen niet toe. De dokter vreesde een hartaanval.

Het gezin zat twee maanden in dat detentiecentrum. Twee onderwijsloze maanden. „Ik werd goed in pingpong”, zegt Joeri. „Ik ging pingpongen met bewakers.”

Vaders slechte hart was de reddingsboei, corona de veilige haven. Het luchtruim ging op slot en het virus drong door tot in het detentiecentrum. „Mensen werden ziek. Ze lieten ons vrij.”

In het nieuwe azc, in Gilze en Rijen, tussen Breda en Tilburg, had Joeri het moeilijk, vertelt hij. „Ik dacht: ook al leer ik, het boeit niet.” Toch haakte hij weer aan. Op afstand, net als zijn klasgenoten. Zij vanuit hun huizen in Emmen, hij vanuit het azc in Brabant. Huiswerk maakte hij op zijn bed bij gebrek aan een bureau. En weer verhuisden ze: koken mocht niet in dit azc, het gezin kreeg „drie keer per week frietjes”, vertelt Joeri’s moeder. Een matig dieet, zeker voor een hartpatiënt. Op last van de dokter vertrok het gezin. Naar Friesland dit keer.

Stond dit alles in een filmscript, dan zou het waarschijnlijk worden afgewezen. Te onrustig. Te veel plotwendingen. Maar dit is geen script, dit is de jeugd van Joeri.

„Mooie hartjes in jullie vlag”, zei hij tegen zijn nieuwe klasgenoten.

„Dat zijn geen hartjes”, antwoordden ze, „dat zijn pompeblêden.”

Het Drachtster Lyceum, zo heette de school. Joeri doorliep er klas drie, vier en vijf. Zijn mooiste schooljaren. De asielprocedure pruttelde door, nu via artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, het recht op respect voor privé- en familieleven. En Joeri hoefde geen negens meer. „Ik deed wat mijn klasgenoten deden.” Vanuit azc Drachten kon hij fietsend naar school, een heel normaal kwartiertje, elke dag weer.

Dienstplicht

In januari 2023 plofte Poetins brief op de deurmat van Joeri’s oma in Moskou. In september 2024 zou Joeri achttien en dienstplichtig worden: of hij zich alvast wilde melden bij het militair commissariaat ter keuring en registratie. Er kwam een tweede brief, een derde, een vierde. Poetin wilde het echt heel graag.

Joeri stapte in het vliegtuig. Maar hij vloog niet naar Moskou. Hij vloog naar Rome

Joeri stapte in het vliegtuig. Maar hij vloog niet naar Moskou. Hij vloog naar Rome. Hij is een gymnasiast, hallo. Rome-reis voor het Drachtster Lyceum, mei 2023. Eigenlijk mocht hij niet mee gezien zijn gebrek aan een status maar, vertelt hij, „de docenten vonden dat echt niet kunnen. De school maakte een afspraak met de IND.” Het was zijn eerste vlucht ooit. „Ik kreeg oorpijn.”

Rome was „geweldig”. „Ik voelde me echt vrij”, zegt hij. „Maar het maakte me ook een beetje verdrietig. Mijn ouders zijn nooit op vakantie geweest.”

De handen van Joeri’s oma trilden elke keer dat ze een nieuwe brief voor haar kleinzoon in haar brievenbus vond. Ook Joeri en zijn ouders waren bang. Maar de asieladvocaat zag kans voor het doen van een hernieuwde asielaanvraag. Het wachten is op antwoord van de IND.

Heel wat jaren en azc’s geleden hadden Joeri’s ouders goede vrienden gemaakt in Heerhugowaard, ze aasden al tijden op een plek in het azc in die plaats. Eindelijk kwam die plek er. Joeri verliet Drachten in de zomer en stroomde in op het Trinitas College, locatie Han Fortmann. „Het was het moeilijkste jaar van alle zes. Want er kwamen examens, maar ik was hier voor het eerst.”

Wat hij wilde studeren, wist hij al. Hij houdt van tekenen, dacht aan architectuur. Aan de hogeschool in Amsterdam vond hij wat hij zocht. De opleiding Built environment, een mix van bouwkunde en civiele techniek. Alleen heeft hij gezien zijn asielstatus geen recht op studiefinanciering. Joeri’s moeder vreest dat zijn gymnasiumdiploma „in een la” belandt. Via stichting voor Vluchtelingstudenten UAF hopen ze een oplossing te vinden.

Joeri begon aan zijn centraal examen met een behoorlijke cijferlijst. Voor Nederlands stond hij het hoogst. Wiskunde B was „enorm lastig”, zegt Joeri. „Ik heb alles gegeven.”

En? Gezakt of geslaagd?

Doen die woorden ertoe? Kun je in zijn geval überhaupt spreken van ‘zakken’?

Enfin, voor wie het wil weten: Joeri heeft woensdag goed nieuws gekregen. Hij is geslaagd.

Woensdag 12 juni, 14:17 uur: Joeri en zijn moeder Ilona turen naar zijn mobiel, wachtend op het telefoontje.
Foto Mona van den Berg
14:39 uur: Joeri wordt gebeld en krijgt het nieuws. Geslaagd.
Foto Mona van den Berg