Mogelijk geen subsidie voor ‘dé plek voor cabaret en comedy in Den Haag’

De Haagse theaterorganisatie ‘Theaters Diligentia en PePijn’ verliest mogelijk haar gemeentelijke subsidie voor de komende vier jaar, net als Stichting Koorenhuis, de grootste aanbieder van kunstonderwijs in Den Haag. Daartegenover staat dat er zes nieuwkomers zijn; instellingen die voor het eerst mogelijk steun krijgen van de gemeente, zoals theatergezelschap Girls in Woods en stichting Poëzieboys.

Dat is het gevolg van het advies van de commissie Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur, die de gemeente Den Haag adviseert over de besteding van jaarlijks 72 miljoen euro cultuursubsidie voor de periode 2025-2028. Daarvan gaat ruim 60 miljoen – en dat stond vooraf al vast – naar negen grote culturele instellingen zoals Amare, het Residentie Orkest, Het Nationale Theater, poppodium Paard en Nederlands Dans Theater. De beoordeling van deze instellingen door de commissie heeft geen gevolgen voor de subsidie.

Dat is anders voor de resterende 11 miljoen euro. Daarvoor beoordeelde de commissie 91 aanvragen, waarvan er 70 een positief advies kregen.

Over nieuwkomer Girls in Woods bijvoorbeeld, dat theater maakt voor jongeren vanaf 12 jaar, zei de commissie dat de producties „veel zeggingskracht hebben voor de doelgroep”, en „vernieuwende thema’s” behandelen. De commissie prijst de samenwerking met jongeren en de nagesprekken bij voorstellingen, en adviseert toekenning van de aangevraagde 150.000 euro subsidie. Nieuwkomer Poëzieboys is volgens de commissie „een frisse, energieke organisatie die met een sterk opgebouwd programma een nieuw publiek warm weet te maken voor poëzie”, wat goed is voor een positief advies voor 120.000 euro.

Theaters Diligentia en PePijn, dat een aanvraag had ingediend voor jaarlijks 1,125 miljoen euro, kreeg ook een positief advies, zij het voor toekenning van 750.000 euro. Maar omdat de commissie ook kritisch was over de ingediende plannen kwam de organisatie onderaan de ranglijst terecht, en valt ze daarmee waarschijnlijk onder de zogeheten zaaglijn: de beschikbare subsidie wordt toegekend beginnend bij de hoogst gerangschikte, en zo naar beneden tot het geld op is. Lager gerangschikte aanvragers, beneden de ‘zaaglijn’, vallen buiten de boot.

De theaters van Diligentia en PePijn, waar bekende cabaretiers als Paul van Vliet en Youp van ’t Heck stonden, maar ook bijvoorbeeld een Keti Koti conference te zien is en voorstellingen zijn in het Chinees en Pools, zijn volgens de commissie „dé plek voor cabaret en comedy in Den Haag”. Maar ook ontbreekt volgens de commissie een „artistiek-inhoudelijke visie”, en „reflectie op de duiding en toegevoegde waarde die cabaret en comedy kunnen geven in deze gespannen tijd”. Er zijn ook vragen bij de niet sluitende begroting, en dat alles leidt tot de lage rangschikking.

In september beslist het stadsbestuur van Den Haag over de cultuursubsidies – en in hoeverre het advies wordt overgenomen.