Na het verhogen van de belasting op tabaksproducten in 2023 is 10 procent van de Nederlandse rokers gestopt met roken. Dat blijkt dinsdag uit onderzoek van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onder ruim 1.600 mensen. Wel is het kopen van bijvoorbeeld sigaretten in het buitenland toegenomen sinds de accijnsverhoging.
Bijna een op de twintig mensen is minder vaak gaan roken en 28 procent van de respondenten heeft sinds de accijnsverhoging een stoppoging gedaan. Gezondheid blijft nog altijd de belangrijkste reden voor mensen om te stoppen met roken, maar van de ondervraagden die een stoppoging hebben ondernomen – met of zonder succes – laat ruim de helft weten dat toegenomen kosten meespeelden. Wel meldt het RIVM dat de meeste mensen die probeerden te stoppen dat al van plan waren voor de prijzen van bijvoorbeeld een pakje sigaretten stegen. Het onderzoek toont daarom vooral aan, volgens het RIVM, dat een accijnsverhoging impact heeft als iemand al wilde stoppen.
Lees ook Pakje sigaretten vanaf vandaag ruim 11 euro: ‘Ik kijk altijd weg bij het pinnen. Reken maar niet uit hoeveel het me per maand kost
Opvallend is wel dat, hoewel het aantal rokers met 10 procent is afgenomen, het aantal aankopen van tabaksproducten in het buitenland met een zelfde percentage is toegenomen. Het RIVM schat dat na de accijnsverhoging zo’n 11 procent meer rookwaren in het buitenland zijn gekocht. De Nederlandse overheid streeft naar een „rookvrije generatie” in 2040. In Nederland kost een pakje sigaretten gemiddeld 11,10 euro.
Jongeren roken vaker
Eind mei bleek uit een onderzoek van onder meer het RIVM dat in vergelijking met eerdere metingen het aantal vapende en rokende jongeren is toegenomen. Volgens de Gezondheidsmonitor Jeugd vapet inmiddels bijna een op de tien jongeren: een verviervoudiging in vier jaar. In 2019 gaf nog 5 procent van de jongeren aan wekelijks te roken of vapen, in 2023 was dat 11 procent.
Lees ook Verbod op geboortejaar en 24,62 euro voor een pak shag: wat is de beste maatregel om roken uit te bannen?
Er ligt ineens een renner met een wit tenue op de grond. Snel kijken of hij een gouden helm draagt; nee, het is niet Remco Evenepoel in zijn jongerentrui. Is het dan een renner van Bahrein-Victorious, met hun witte tricots? Ook niet, hun kopman zit niet in het groepje klassementsrenners. Dan blijft er maar een iemand over: het is écht de witte regenboogtrui van Tadej Pogacar die zojuist over het asfalt is geschoven.
Vrijwel nooit valt Pogacar van zijn fiets, maar woensdag gebeurt het toch, in de finale van de elfde etappe van en naar Toulouse. Zijn voorwiel wordt aangetikt als de Noor Tobias Halland Johanessen voor hem langs kruist, in een poging een demarrage voorin de groep te pareren. De Sloveen verliest zijn evenwicht en schuift over zijn linkerzijde onderuit. Bij een vluchtheuvel met verkeerspaaltjes komt hij tot stilstand.
Heel kort lijkt Pogacar nodig te hebben om te beseffen wat er is gebeurd, en dan staat hij snel op. Draait zijn fiets om, bestudeert de schade. Ketting eraf. Even staat hij te rommelen, snel komt er hulp van een materiaalman. Binnen vijftien seconden zit Pogacar weer op de fiets.
De achterstand van de Sloveen op het groepje met Jonas Vingegaard, zijn voornaamste rivaal, is echter opgelopen tot een halve minuut. Wordt hier het algemeen klassement van de Tour op zijn kop gezet? Dat niet, de concurrenten van Pogacar tonen zich sportief en knijpen uit respect in de remmen. Met nog ruim twee kilometer te gaan sluit Pogacar weer aan en gezamenlijk rijden de beste klassementsrenners van deze Tour over de finish.
Turboversnelling
De etappe van en naar Toulouse is er eentje om van op het puntje van je stoel te gaan zitten, zoals er al zoveel etappes zijn geweest deze editie. En opnieuw is Mathieu van der Poel, al ritwinnaar en drager van de gele trui geweest, verantwoordelijk voor het vuurwerk. Met een voor hem typerende turboversnelling op het laatste klimmetje van de dag, terwijl de weg met 18 procent stijgt, knalt hij weg bij zijn medevluchters en gaat hij op jacht naar de twee koplopers.
Jonas Abrahamsen (links) wint de etappe vóór Mauro Schmid, wanneer een demonstrant van de weg wordt gehaald. Foto Sarah Meyssonnier / Reuters
Die moeten met ruim een halve minuut voorsprong nog acht kilometer afleggen, en een ontketende Van der Poel komt tot op acht seconden. Hij kan ze zíén, de Noor Jonas Abrahamsen en de Zwitser Mauro Schmid, maar hij komt er niet bij. Het duo sprint om de dagzege, Abrahamsen wint – nadat een demonstrant met een shirt met het opschrift ‘Israel out of the Tour’ (gericht tegen wielerploeg Israel-Premier Tech) van de weg wordt gehaald. Zeven seconden later rolt Van der Poel over de streep.
Daarachter herhaalt zich het patroon van de afgelopen dagen: Visma-Lease a Bike valt aan, met dit keer Vingegaard en Matteo Jorgenson in de hoofdrollen, en Pogacar verdedigt. Het is opwindend om naar te kijken, maar netto lijkt het niks te veranderen in het algemeen klassement. En dan valt Pogacar.
Serieuze gezichten
Bij de ploegbus van UAE Team Emirates-XRG staan de gezichten na afloop van de etappe serieus. Het pak van Pogacar is kapot, hij heeft schaafwonden op zijn linkerarm en -heup. Zelf zegt de Sloveen dat de schade meevalt. „Ik ben wat huid verloren en ben een beetje gebutst, maar ik heb slechtere dagen meegemaakt.”
Nadat hij gedoucht heeft, wordt hij gecontroleerd op breuken, maar die lijken er niet te zijn. Pogacar hoeft ook niet naar het ziekenhuis.
Het is wel een nieuw barstje in het bastion van zijn ploeg. ’s Ochtends voor de start had Jhonatan Narvaez, de Colombiaanse helper van Pogacar, nog resoluut van de hand gewezen dat zijn ploeg zwakker is dan de Nederlandse ploeg van Vingegaard. „Alle renners hier hebben zich optimaal voorbereid op deze wedstrijd, dus je kunt niet stellen dat zij sterker zijn.”
Bij de finish zijn flinke schaafwonden te zien op de linkerarm van Pogacar. Foto Martin Divisek / EPA
Maar de ploeg uit de Emiraten is al Joao Almeida kwijt, de beoogde meesterknecht van Pogacar in het hooggebergte, nadat hij een rib brak bij een val in de negende etappe. Een andere klimmer van de ploeg die Pogacar moet bijstaan, Pavel Sivakov, was de afgelopen dagen ziek. Nu is ook de kopman, de soms onaantastbaar ogende Pogacar, bont en blauw.
Zijn ploegbaas Mauro Gianetti is geschrokken. „We maakten ons wel even zorgen, want je weet bij een val nooit hoe groot de schade zal zijn. Gelukkig lijkt die mee te vallen, ook al gebeurde het op volle snelheid.” Volgens Gianetti is Pogacar vooral boos over de timing van de val, die plaatsvindt op de dag voordat het peloton de Pyreneeën inrijdt.
Donderdag staat een zware bergetappe op het programma, met de finish op de top van de uiterst steile Hautacam. „We zullen ermee moeten leven”, zegt Gianetti berustend. Voor Pogacar is het kijken hoe hij herstelt gedurende de nacht. „De dag na een val ben je nooit op je best”, zei de Sloveen. „Maar ik ga morgen mijn uiterste best doen.”
Woensdagavond is een grote brand uitgebroken op het dancefestival Tomorrowland, bij de Belgische plaats Boom, vlak bij Antwerpen. Het hoofdpodium op het festivalterrein vatte vlam. Volgens verschillende Belgische media waren er ook vuurwerkknallen te horen.
De brand verspreidt zich ondanks de aanwezigheid van de brandweer snel en veroorzaakt enorme schade. Inmiddels is het volledige hoofdpodium verwoest. Tomorrowland telt nog vijftien andere podia, die voor zover bekend ongedeerd zijn gebleven.
Desondanks is het de vraag of en in welke vorm de rest van het festival door kan gaan. Zonder hoofdpodium is het logistiek ingewikkeld om de grote publieksmassa elders op te vangen en naartoe te dirigeren.
‘Kroonjuweel’
Aan de productie van het decor van het hoofdpodium ging een veeleisend proces vooraf. De VRT meldt dat sinds 2023 met liefst 35 artiesten uit tien verschillende landen wordt meegewerkt aan het decor. De Belgische zender beschrijft het hoofdpodium als „het kroonjuweel van het festival”.
Het is vooralsnog onduidelijk of er gewonden zijn gevallen. Ook over de oorzaak is nog niks bekend. Er zouden zo’n duizend medewerkers aanwezig zijn op het festival, dat nog niet open is voor publiek. Vrijdag staan de eerste optredens op de planning, waarvan het onduidelijk is of die door kunnen gaan. Inmiddels is een evacuatie bezig van alle op het terrein aanwezige medewerkers.
Wel worden de wegen rondom het festivalterrein vrijgehouden voor de hulpdiensten. De politie raadt omwonenden aan om ramen en deuren voorlopig gesloten te houden.
Tomorrowland is een dancefestival dat 400.000 bezoekers van over de hele wereld trekt. Ook onder Nederlanders is het festival populair. Het zou twee weekenden in beslag nemen. Bekende artiesten die zouden optreden zijn onder meer Afrojack, David Guetta, Axwell en Steve Aoki.
Aan de berichten op het X-account van de pro-Russische hacktivisten van NoName057(16) is niet te merken dat ze het doel zijn van een grote, internationale opsporingsactie. „Vrienden, als jullie verdachte berichten van ons ontvangen hebben, neem ze dan niet serieus”, klinkt het strijdlustig. „Het is weer een lading verzinsels van westerse inlichtingendiensten. Ze zijn bang voor ons en daarom proberen ze onze activiteiten te verstoren. Binnenkort zullen we alles weer herstellen.”
Lees ook
Lees ook: NRC.nl werd ook aangevallen door NoName
Woensdag maakte Europol bekend een grote verstoringsoperatie tegen de hackersgroep uitgevoerd te hebben. NoName viel sinds 2022 duizenden websites van Oekraïne en diens medestanders aan met zogenaamde DDoS-aanvallen in een poging ze onbereikbaar te maken.
Volgens Europol is „een groot deel” van de aanvalsinfrastructuur van de groep uitgeschakeld en zijn meer dan honderd van zijn computerservers verstoord. In Frankrijk en Spanje zijn twee personen opgepakt. Daarnaast zijn vijf Russen – vier mannen en een vrouw – op internationale opsporingslijsten geplaatst wegens betrokkenheid bij het hackerscollectief.
Hoelang NoName uitgeschakeld is, blijft en hoe groot de schade daadwerkelijk is, is lastig te zeggen. Computerservers kunnen makkelijk vervangen worden en cybercriminelen die vanuit Rusland westerse doelen aanvallen hoeven niet te vrezen voor vervolging in eigen land. De vijf voortvluchtigen verblijven naar alle waarschijnlijkheid momenteel in Rusland.
NoName claimde woensdag wraak door een hack op de systemen van Quantum Systems, een Duitse dronefabrikant, bekend te maken. „Het lijkt ons dat de data die we daar bemachtigd hebben erg bruikbaar zijn voor het Russische leger”, schrijft de groep op X. Het bedrijf kon woensdag niet op vragen van NRC reageren.
6.000 aanvallen
NoName werd in 2022, rond de Russische inval in Oekraïne, opgericht als een van de vele verbanden van Russische hackers en diens sympathisanten in binnen- en buitenland. NoName viel in die beginjaren vooral Oekraïense websites aan, maar al snel ook sites van overheden en bedrijven uit andere landen, vaak in reactie op politieke ontwikkelingen zoals het verzenden of toezeggen van militaire steun aan Oekraïne.
NoName verdedigde volgens het eigen manifest op chatapp Telegram „de Russische belangen op het informatiefront”. Het document staat bol van pro-Russische stokpaardjes over censuur in het Westen waar het „onacceptabel is om positief te spreken over Rusland”. „Russofobie en andere vormen van neonazisme en racisme zijn de officiële ideologie van deze landen geworden.”
Afgelopen voorjaar viel de groep meer dan 130 Nederlandse websites aan. Ook nrc.nl lag een etmaal uur onder vuur, en was daardoor enkele uren slecht bereikbaar. De hackers vielen daarnaast Nederlandse provincies, vervoersbedrijven, gemeenten en luchthavens online aan. Ook tijdens de NAVO-top in Den Haag was NoName actief.
Europol, die het internationale onderzoek van negentien landen waaronder Nederland coördineerde, houdt NoName verantwoordelijk voor ruim 6.000 DDoS-aanvallen. De aanvallen zijn over het algemeen hinderlijk, maar vaak niet van lange duur. Het doel van de aanvallen is tweeledig: de kwetsbaarheid van westerse landen en websites tonen én aandacht vragen voor de Russische zaak. Niet iedere aanval komt in de publiciteit.
NoName ontwikkelde voor de aanvallen een eigen computerprogramma, dat sympathisanten op hun eigen computer konden installeren. Ze voerden daarmee gezamenlijk de distributed denial of service-aanvallen uit: websites bestoken met een hoop onzinnig internetverkeer om ze onbereikbaar te maken. De aanvallen van NoName werden, zoals ook NRC ondervond, versterkt via een eigen botnet van „enkele honderden” computerservers.
Europol schat dat zo’n 4.000 vrijwilligers meededen aan de aanvallen. Zij werden beloond met cryptomunten en konden punten scoren op interne ranglijsten, zegt Europol. „Deze gegameificeerde manipulatie, vaak gericht op jonge daders, werd emotioneel versterkt met een narratief waarin Rusland verdedigd moest worden, of wraak genomen werd voor politieke gebeurtenissen.” Vrijwilligers die deelnamen aan de aanvallen van NoName kregen van nationale opsporingsdiensten bericht dat ze voor hun acties vervolgd konden worden.