Door aardverschuiving getroffen gebied in Papoea-Nieuw-Guinea is ‘een massagraf’ geworden

Ruim twee weken na een verwoestende aardverschuiving in het moeilijk bereikbare binnenland van Papoea-Nieuw-Guinea liggen nog altijd honderden slachtoffers onder het puin. Uit vrees voor een nieuwe ramp zijn de bergingsacties gestaakt.

Onder de doden is waarschijnlijk het gezin van Eddlyn Yaki. Zij en haar man lagen te slapen in het dorpje Yambali toen ze om twee uur ’s nachts wakker schrokken van een harde knal. Het koppel ging naar een kroeg in de buurt in de hoop dat iemand hun kon vertellen waar het geluid vandaan kwam, vertelde ze aan de Australische omroep ABC. Ze vroeg haar man om de kinderen te halen, maar hij zei dat hij het koud had en naar huis wilde om te slapen. Dat was de laatste keer dat ze hem in leven zag.

Yaki is niet de enige die in de nacht van 24 mei haar hele familie kwijtraakte. De aardverschuiving in het hooggebergte van Papoea-Nieuw-Guinea is volgens de autoriteiten de „grootste natuurramp uit de recente geschiedenis van het land”. Mogelijk werden tweeduizend mensen levend begraven.

Het precieze aantal slachtoffers wordt telkens bijgesteld, lokale autoriteiten spreken nu van zo’n 670 vermisten. „We zullen het precieze aantal doden waarschijnlijk nooit weten, maar zeker is dat het om heel veel slachtoffers gaat”, zegt Justine McMahon van ontwikkelingshulporganisatie CARE. Ze is ter plaatse om hulpgoederen als voedsel, schoon drinkwater en medicijnen te leveren. „Het getroffen gebied is tot massagraf verklaard.”

Zware regenval

Inmiddels is meer bekend over de mogelijke oorzaak. Een voorlopig overheidsrapport stelt dat zware regenval de voornaamste factor was. Die zorgde voor erosie en had uiteindelijk de immense aardverschuiving tot gevolg. Hoewel het rapport uitsluit dat een aardbeving de oorzaak was, kan die volgens hoogleraar aan de Universiteit van Sydney Pierre Rognon, gespecialiseerd in aardverschuivingen, toch een rol hebben gespeeld. „Zelfs een aardbeving van jaren of eeuwen geleden kan hebben bijgedragen”, zegt hij. „Eén barst is genoeg om de berg te verzwakken. Door de vele regenval is het materiaal nog instabieler geworden, tot een breekpunt.”

Een luchtfoto laat zien hoe groot de ravage is van de aardverschuiving van vorige maand.
Foto Ontwikkelingsprogramma Verenigde Naties / AFP

Een aardverschuiving op zo’n grote schaal – de ravage is vanuit de ruimte te zien – was volgens Rognon niet te voorspellen of voorkomen. „Bij een kleinere helling kunnen we sensoren gebruiken om elke minuscule beweging registreren. Soms kunnen we een aardverschuiving zelfs voorkomen, door de helling te verstevigen met stalen staven die we in de berg boren. Maar hier was dat geen optie, het gebied is simpelweg te groot.”


Lees ook
Aardverschuivingen komen vaak voor in Papoea-Nieuw-Guinea, maar niet vaak zo heftig als nu

Bewoners zoeken naar slachtoffers na een aardverschuiving in Papoea-Nieuw-Guinea die mogelijk aan tweeduizend mensen het leven heeft gekost.

Aardverschuivingen komen in Papoea-Nieuw-Guinea vaker voor, maar zelden met zulke verstrekkende gevolgen. Voor zover bekend zijn er pas negen lichamen geborgen. De autoriteiten hebben de zoektocht naar slachtoffers opgeschort en het gebied tot no-go-zone verklaard, omdat het risico op een nieuwe aardverschuiving groot is.

Traditioneel begraven

Toch graven mensen nog steeds met hun handen naar slachtoffers onder zes tot acht meter puin, in een gebied ter grootte van vier voetbalvelden. „Mensen kunnen niet op traditionele wijze begraven worden en dat heeft een diepe impact op de cultuur en de identiteit van deze gemeenschap. Het trauma is enorm”, stelt McMahon van hulporganisatie CARE.

Inwoners van Yambali wachten op voedsel dat wordt uitgedeeld door hulporganisaties.
Foto Juho Valta / AP

Overlevenden moeten nu hun land en geliefden onder het puin verlaten en zich ergens anders vestigen. Een jarenlang sluimerende stammenstrijd compliceert die verhuizing. De negen miljoen inwoners van Papoea-Nieuw-Guinea zijn verdeeld in duizend verschillende stammen waar zo’n achthonderd talen gesproken worden. Van oudsher is er veel onrust tussen de groepen. Niet lang na de ramp was er een confrontatie tussen twee rivaliserende stammen in de centraal gelegen Enga-provincie, met acht doden tot gevolg.

Ook op landelijk niveau is er onrust. Al maanden probeert de oppositie premier James Marape weg te stemmen met een motie van wantrouwen. Een recente poging werd door de voorzitter van het parlement onrechtmatig geacht. Omdat het parlement tot begin september is geschorst, behoudt Marape voorlopig zijn baan.

McMahon voorspelt dat de politieke en maatschappelijke onrust de onderhandelingen over de verplaatsing van de getraumatiseerde slachtoffers de komende maanden flink zal bemoeilijken. „Land is heel kostbaar en heeft ook een grote culturele en spirituele betekenis. Het zal voor de overlevenden heel moeilijk worden om een plek te vinden waar ze een nieuwe start kunnen maken.”