Nederlandse bedrijven zijn financieel steeds gezonder, met dank aan gestegen winsten

Nederlandse bedrijven zijn financieel steeds gezonder. Ze hebben relatief minder schulden en kunnen de rente over die schulden vaker makkelijk betalen. Ook namen de vermogensbuffers toe, waardoor bedrijven beter verliezen kunnen opvangen.

Nederlandse bedrijven kunnen kortom een stootje hebben, concluderen de economen van het Centraal Planbureau (CPB) in een analyse van bedrijfsschulden tussen 2006 en 2022.

Een belangrijke reden voor die toegenomen financiële gezondheid van bedrijven zijn de gestegen winsten. Terwijl de economie de ene na de andere schok te verwerken kreeg, zoals de coronapandemie en lockdowns, de energiecrisis en een fors hogere rente, stegen de nettowinsten van bedrijven, gecorrigeerd voor inflatie, tussen 2010 en 2022 gestaag, laat het CPB zien.

Met die winsten versterkten bedrijven hun bufferkapitaal (eigen vermogen), dat veel meer groeide dan de schulden. Sinds 2010 verdrievoudigde het eigen vermogen bijna. Daardoor zijn Nederlandse bedrijven weerbaarder geworden.

De lagere schulden en rentelasten maakten bedrijven bovendien minder kwetsbaar voor de fors hogere rente. Sinds het najaar van 2022 verhoogde de Europese Centrale Bank de rente stapsgewijs van nul naar 4 procent.

De rente op nieuwe bedrijfsleningen ligt nu op het hoogste niveau sinds de financiële crisis van 2008. Maar die renteschok heeft weinig effect gehad op de financiële stabiliteit volgens het CPB. Banken leden geen grote verliezen op de leningen die ze hebben uitstaan bij bedrijven.

Typisch Nederlands

De dalende relatieve schulden zijn een typisch Nederlands verschijnsel. In Duitsland, Frankrijk en België namen de schulden van bedrijven juist licht toe, als percentage van hun balans (alle bezittingen, schulden en eigen vermogen van bedrijven). In Nederland is dat gemiddelde schuldpercentage – de schuldratio – lager dan in deze drie landen.

Hoe de financiële gezondheid van bedrijven nu is, wordt uit de studie niet duidelijk. De CPB-analyse loopt maar tot en met 2022. Recente cijfers over bedrijven laten een lichte verslechtering zien. Zo zijn de brutowinsten van bedrijven vorig jaar wat gedaald, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook gingen vorig jaar fors meer bedrijven failliet dan in 2021 en 2022. Toch is het aantal faillissementen nog altijd lager dan in de jaren voor de coronacrisis, een teken dat bedrijven er nog steeds relatief sterk voor staan.

Er zijn wel bedrijven met probleemschulden maar die groep krimpt gestaag. In 2022 had 3 procent van de bedrijven hoge schulden en rentelasten, in 2006 was dat nog 6 procent. Vaak gaat het om jonge, kleine bedrijven die met verlies draaien en weinig onderpand hebben. Samen heb ze een klein aandeel in de totale schuld en vormen ze dus geen bedreiging voor de financiële stabiliteit van Nederland.

Dat de schuldratio van bedrijven na 2020 bleef dalen, is opvallend. Sinds de coronacrisis hebben veel meer bedrijven een schuld bij de Belastingdienst. Tijdens de lockdowns konden bedrijven uitstel vragen op hun belastingbetalingen.

Het grootste deel van die coronaschulden (55 procent) zit echter bij bedrijven met de gunstigste schuldpositie, constateert het CPB. En zal dus wel worden terugbetaald, of is zelfs al terugbetaald: het CPB gaat uit van cijfers van de Belastingdienst van juni 2022. Een aanzienlijk deel van de belastingschuld (14 procent) zit bij bedrijven met de ongunstigste schuldpositie. Dat zijn bedrijven met hoge schulden en weinig financiële ruimte om de rente te betalen.

De lage schulden van bedrijven zijn goed nieuws: het verkleint de kans op een financiële crisis en bedrijven hebben een grotere buffer om verliezen op te vangen, of om snel te investeren als nieuwe kansen zich voordoen. Toch heeft het CPB wel een zorg: kunnen Nederlandse bedrijven wel voldoende financiering vinden om productieve investeringen te doen?

Hoge bedrijfsschulden zijn niet goed voor een economie want ze kunnen een rem zetten op investeringen en zo de groei van de productiviteit belemmeren. Maar bedrijven kunnen ook lage schulden hebben omdat ze simpelweg geen lening kunnen krijgen van banken, ook niet voor rendabele investeringen. Dit kan tevens de productiviteit belemmeren.

Moeilijk krediet

Opmerkelijk genoeg werd tot 2022 lenen steeds goedkoper, maar gingen bedrijven zich toch met minder schuld financieren. Geld om te lenen hadden bedrijven wel degelijk. In 2014 was de winst van een doorsnee Nederlands bedrijf nog vijf keer zo hoog als de rentelasten die het bedrijf moest betalen. In 2022 was de winst meer dan 20 keer zo hoog als de rentelasten.

Het CPB vermoedt dat er verschillende redenen zijn voor de daling van de relatieve schulden. Het zou kunnen zijn dat bedrijven zelf minder behoefte hebben aan leningen omdat hun winsten zijn gestegen. Nederland kent bovendien een grote kennisintensieve dienstensector die mogelijk minder behoefte heeft aan schulden omdat deze bedrijven minder fysieke bezittingen hebben zoals fabrieken en machines.

Tegelijk is het leenbeleid van banken strenger geworden omdat de regels voor banken na 2014 zijn aangescherpt. In Nederland zouden banken wel eens extra streng kunnen zijn. Het CPB wijst op eerdere onderzoeken waaruit bleek dat in Nederland kredietaanvragen vaker worden afgewezen door banken dan in andere landen. Ook bleken rentes op bedrijfsleningen in Nederland hoger te liggen dan in andere landen. Dat is zorgelijk volgens het CPB want dat kan productieve investeringen van bedrijven hinderen en zo de economische ontwikkeling schaden.