Wie er nog aan twijfelde hoezeer Europese en nationale politiek met elkaar verweven zijn, kon zondagavond in één klap overtuigd raken. In Frankrijk waren de resultaten van de exitpoll nog maar net bekend toen president Macron live op televisie reageerde en aankondigde dat hij het parlement ontbindt. De verkiezingswinst van het rechts-radicale Rassemblement National (RN) was té spectaculair. Al op 30 juni moeten de Fransen opnieuw naar de stembus om een nieuwe Assemblée te kiezen. De stap van Macron is riskant te noemen, maar liet vooral ook zien dat de tijden dat de Europese verkiezingen ongemerkt voorbij konden gaan echt voorbij zijn.
In Duitsland behaalde de SPD van kanselier Scholz een historisch slecht resultaat, dat niet past bij een grote, sociaal-democratische machtspartij. Zijn coalitiepartners moesten ook grote verliezen incasseren, terwijl de rechts-radicale AfD electoraal duidelijk aan invloed wint. Meteen lag de vraag op tafel of de coalitie van Scholz nog bestaansrecht heeft. Ook in Duitsland wordt de politieke orde flink door elkaar geschud als gevolg van EU-verkiezingen.
Het Europees Parlement boog zondag verder naar rechts af. De machtige christen-democratische fractie hield goed stand tegen kapers op de kust, de sociaal-democratische familie slaagde daar minder in en de liberale groep waartoe Macron behoort is kleiner geworden. Partijen op de verre rechterflank krijgen er zetels bij. Op basis van exitpolls en voorlopige uitslagen lijkt het erop dat rechts-radicale partijen straks een kwart van de Europese zetels gaan bezetten.
Dat is zonder precedent en reden tot zorg: de afgelopen jaren waren het populistisch-rechtse partijen in de EU die het vaak niet zo nauw namen met de rechtsstaat. In Hongarije, Polen en Slowakije was sprake van vergaande kwalijke inmenging met rechters, media, overheidsinstellingen en de persoonlijke levenssfeer van burgers. Dit mag geen blauwdruk worden voor andere EU-landen waar rechts-populisten een flinke vinger in de pap krijgen, inclusief Nederland. De eerste tekenen in Italië, waar Meloni anderhalf jaar de scepter zwaait, stellen niet gerust.
Het effect van de populistische wind is nu al voelbaar: in de afgelopen maanden werden in Brussel Europese klimaatplannen afgezwakt. Net als in Nederland wordt ook in andere landen migratie ingezet om het niet te hoeven hebben over andere problemen (falende overheid, stikstof, haperende sociale welvaart). Aan de andere kant kun je zeggen dat de Europese politiek eindelijk volwassen is. Jarenlang hadden christen-democraten en sociaal-democraten het rijk min of meer alleen in het Europarlement. Nu moeten middenpartijen extra hard aan de slag om de kiezer ervan te overtuigen dat hun ideeën beter en duurzamer zijn dan die van populisten.
Lees ook
Winst van radicaal-rechts brengt in grote EU-landen politieke orde uit balans
Bovendien laten deze Europese verkiezingen nog iets zien: ook populisten kunnen erdoor onder druk komen te staan. In Hongarije kreeg de zittende premier Viktor Orbán een grote klap te verduren: hij blijkt een uitdager te hebben, uit eigen kring nog wel. In Slowakije verloor regeringspartij Smer de verkiezingen, ondanks pogingen van premier Fico om de mislukte aanslag op zijn leven in de campagne politiek uit te buiten. En in Polen bestendigde de zittende premier Tusk, die in december de populisten in zijn land na jaren van rechtsstatelijk wanbeleid naar huis stuurde, zijn positie. Zijn partij werd zondag zelfs de grootste. Ja, radicaal-rechts heeft goede verkiezingen achter de rug, maar vrij baan heeft het niet.