De Poolse tennisster Iga Swiatek heeft voor de derde keer op een rij Roland Garros op haar naam geschreven. Ze was in de eindstrijd veel te sterk voor de Italiaanse Jasmine Paolini: 6-2 6-1. De finale duurde een uur en 8 minuten.
Paolini baarde opzien door bij 1-1 de eerste servicebreak te plaatsen, maar ze kon niet lang van haar voorsprong genieten. Swiatek won bij een 2-1-achterstand met een lovegame de servicegame van Paolini en won ook de negen daaropvolgende games.
Pas bij 6-2 5-0 deed Paolini weer wat terug. Toen ze met een forehand langs de lijn de nul van het scorebord had geslagen, kon ze een glimlach niet onderdrukken. Ze kreeg een daverend applaus van het publiek op het Court Philippe-Chatrier. Swiatek domineerde het spel en toonde haar klasse vanaf de baseline. Ze zette Paolini onder druk door een hoog tempo te hanteren en stuurde de Italiaanse van hoek naar hoek. Swiatek wist 57 punten te winnen, Paolini won er 31.
Één set verloren
Swiatek stond op weg naar de titel maar één set af, in de tweede ronde tegen de Japanse Naomi Osaka. Ze overleefde in die partij een wedstrijdpunt. In 2021 verloor ze voor het laatst in Parijs, in de kwartfinales van de Griekse Maria Sakkari. Paolini (28), de nummer 15 van de wereld, was dit toernooi de verrassing: ze schakelde in de kwartfinales de Kazachse Elena Rybakina uit. Paolini stond nooit eerder in de finale op een grand slam.
Voor de 23-jarige Swiatek, vooraf de grote favoriete voor de eindzege, is het haar vijfde grandslamtitel. De mondiale nummer 1 was in 2020 ook de beste op Roland Garros en won in 2022 ook de US Open. Met haar titel op Roland Garros treedt Iga Swiatek in de voetsporen van Justine Henin, de Belgische die als laatste tennisster Roland Garros drie keer op een rij wist te winnen. Henin won het grandslamtoernooi in Parijs in 2005, 2006 en 2007. (ANP)
Lees ook Iga Swiatek is ‘de koningin’ van Polen – en bijna weer van Roland Garros
Tachtig minuten lang zit coach Renée Slegers (36) als de rust zelve op de bank. Ze ziet hoe de Arsenal vrouwen het bij fasen heel moeilijk hebben tegen FC Barcelona, de grote favoriet in de Champions League-finale in Lissabon. Zoals in de 49ste minuut, als keepster Daphne van Domselaar kansloos is na een uithaal van Clàudia Pina, maar de bal tot haar opluchting op de lat ziet ploffen.
Er is ook een korte fase, in de eerste helft, dat haar ploeg de betere is. Arsenal oefent druk uit, en Barcelona komt met de schrik vrij als een eigen doelpunt van verdedigster Irene Paredes wordt afgekeurd vanwege buitenspel. Zó ziet Slegers haar ploeg graag spelen: met overtuiging en wilskracht. De individuele kwaliteiten van speelsters zijn dan naadloos op elkaar afgestemd.
Tijdens de op en neer golvende wedstrijd zit Slegers ogenschijnlijk rustig op de bank, met haar wijsvinger tegen haar kin, maar in het laatste kwartier wordt ze onrustig. Haar gouden wissel, Stina Blackstenius, heeft net gescoord, na een afgeslagen corner. Een beetje tegen de verhoudingen in staat Arsenal op voorsprong. Zou het dan toch gaan lukken?
Lees ook
Positief, een natuurlijk leider: met Renée Slegers heeft Nederland een nieuwe topcoach
Herstart
Slechts één keer heeft Arsenal (als enige Engelse ploeg) de Champions League gewonnen. Maar dat was in 2007, nog voor het vrouwenvoetbal zo’n vlucht nam. Voordat Barcelona en Olympique Lyonnais de buit verdeelden. Want zo ging het de afgelopen jaren steeds. Tussen 2016 en 2020 won Olympique. Daarna Barcelona, toen weer Olympique. En in 2023 en 2024 weer Barcelona.
Maar Slegers had de afgelopen maanden laten zien dat ze niet te onderschatten is. Onverwacht snel had ze voor een herstart gezorgd, na het vertrek van de Zweedse coach Jonas Eidevall, in oktober vorig jaar. Ze zou het eigenlijk tijdelijk overnemen (sinds 2023 was ze assistent), maar het ging zó voorspoedig dat ze in januari definitief als hoofdcoach werd aangesteld.
Ze heeft iets van Arne Slot, de succescoach van de mannenploeg van Liverpool, zei voetbalanalist Leonne Stentler deze zaterdag in NRC. Slegers weet haar ideeën goed aan de groep over te brengen, zei Stentler. „Het draait niet alleen om wat je ziet of bedenkt, maar vooral om hoe je het geloofwaardig overbrengt. De speelsters moeten je kunnen en willen volgen.”
Dat die aanpak werkt bleek in Lissabon. Omdat Slegers rust uitstraalde, wist haar ploeg het hoofd koel te houden, zo leek het. Zoals in de halve finale Olympique Lyonnais óók gebeurde, toen Arsenal uit met 4-1 won, nadat het thuis met 1-2 thuis had verloren.
Momentum
In Lissabon is het tijdens de zeven minuten extra tijd af en toe billen knijpen, maar terwijl de tijd wegtikt, breekt de lach door bij de speelsters van Arsenal langs de kant. Als het laatste fluitsignaal heeft geklonken, kijkt Slegers van een afstandje toe hoe haar speelsters elkaar geëmotioneerd in de armen vallen. Daarna trekt ze een sprintje over het veld met spits Alessia Russo.
„Geweldig”, jubelt Russo door de tranen heen tegen TNT Sports. „We wisten dat we in deze wedstrijd zouden moeten lijden, en dat er momenten zouden zijn waarop we de bal niet zouden hebben, en we tevreden en gelukkig moesten zijn zonder de bal, wetende dat ons moment zou komen. Maar onze selectie wilde het té graag.”
Slegers denkt daar niet anders over. „We weten hoe goed zij aan de bal zijn, maar we weten óók hoe goed wij zijn”, zegt ze met schorre stem. „We wisten dat het momentum zou draaien. Misschien dachten anderen er anders over, maar dat was wat wij geloofden. De mentaliteit die we toonden, de veerkracht, het geloof… het was ongelooflijk.”
Eerst zouden ze met de motor gaan, van de Schnellbootbunker in IJmuiden, via Duitse kazematten in de duinen tot Hoek van Holland en terug via een bunker op het voormalige militaire vliegveld Valkenburg bij Katwijk. Maar het regent al de hele dag en daarom maken Daniël Vermeulen (24) en Nick Zwolsman (25) hun tocht met de auto.
Zeg Bunkerdag en je zegt Atlantikwall. Zaterdag openden, voor het tiende jaar op rij, ruim honderd bunkers uit de Tweede Wereldoorlog van de Waddeneilanden tot de Zeeuwse kust hun dikke, roestige deuren.
Boven die IJmuidense bunker voor patrouilleboten van de Kriegsmarine slingerde tot voor kort de sloopkogel, maar binnenkort wordt het vermoedelijk een rijksmonument. „Het was wel de mooiste die we vandaag hebben gezien”, zegt Daniël. „Het is heel grof, maar tegelijkertijd brutalistische architectuur, dat geeft een kick. Je vraagt je af wat de mensen daar allemaal hebben meegemaakt.”
En nu staan ze tussen foto’s, maquettes, boeken en militaire parafernalia in een bescheiden gebouwtje naast wat tien jaar geleden nog de kop van een startbaan was. De voormalige telecomcentrale van vliegveld Valkenburg is óók een bunker(tje) – het betonnen dak is zestig centimeter dik en het is gasdicht – maar een stuk moderner. Het dateert uit een recentere oorlog die gelukkig nooit heet is geworden.
Dit is het museum van de stichting die de geschiedenis levend wil houden van het vliegveld dat sinds 1940 bestond en waar tot 2006 patrouillevliegtuigen van de Marine Luchtvaartdienst (MLD) hun thuisbasis hadden. Tegenwoordig is Valkenburg vooral bekend van Soldaat van Oranje, de Musical, die er al vijftien jaar bijna dagelijks een volle hangar trekt.
Spontane reünie
„Ik heb als vliegtuigspotter jarenlang aan de andere kant van het hek gestaan”, zegt voorzitter Marco Borst (59), die het museum runt met zo’n twintig vrijwilligers, onder wie ex-MLD’ers. Tussen oudere bezoekers ontstaat vaak „een spontane reünie”, zegt hij. Anders dan de bunkers zijn ze elke zaterdag open. „We liften een beetje mee op de landelijke publiciteit rond Bunkerdag”, zegt Borst
Ik zou als burger niet weten wat ik moet doen als het oorlog wordt
Naast ouderen komen er volgens hem veel jonge mensen, en niet alleen mannen. Een van hen is vandaag Simone Rijksen (33), basisschooldocent uit Leiden, die hier in waterdichte kleding heen is gewandeld. „Ik realiseerde me niet dat er zo’n verhaal om de hoek ligt”, zegt ze. Dat verhaal, toont het museum, is bijvoorbeeld de mislukte poging van Duitse parachutisten om het vliegveld in mei 1940, te bezetten. Maar het is vooral die Koude Oorlog, waarin Valkenburg een cruciaal steunpunt was. Naar verluidt lagen hier ook nucleaire dieptebommen voor gebruik tegen Russische kernonderzeeboten op de Atlantische Oceaan.
Een jonge bezoeker in uniform in de voormalige telecommunicatiebunker van Vliegveld Valkenburg.
Foto Bart Maat
Voor veel bezoekers voelt dat tijdperk dezer dagen iets minder ver weg, met een echte oorlog aan de Europese oostgrens en oplopende spanning in het Westen.
„Ik probeer me voor te stellen wat het betekent als dit soort gebouwen weer in gebruik wordt genomen”, zegt Rijksen. „Ik zou als burger niet weten wat ik moet doen als het oorlog wordt. Ik voel me hier vooral erg kwetsbaar.”
Dubbele gevoelens nu gevaar terug is
Vliegveld Valkenburg bezorgt oud-MLD’ers dubbele gevoelens. Ze vinden het nog steeds „verschrikkelijk” dat VVD-minister Henk Kamp in 2003 besloot de dertien Lockheed P-3 Orion-vliegtuigen de deur uit te doen, omdat „het [Russische] onderzeebootgevaar [was] afgenomen”.
Dat gevaar is nu terug. En ook met de hybride operaties tegen kabels en pijpleidingen in Noord- en Oostzee hadden ze een nuttige rol kunnen vervullen, zegt Hans van Hese (78), die vanaf 1966 als marconist en specialist elektronische oorlogvoering meer dan tienduizend vlieguren heeft gemaakt op vrijwel alle MLD-vliegtuigen, met de Orion als laatste. „Al die know-how is weg. Daar kunnen we nooit meer op terugvallen.”
Maar het is ook een bron van goede herinneringen, aan vriendschappen, operaties waarover nog steeds beter niet gesproken kan worden, en heikele momenten die nu vooral een goed verhaal zijn. Zoals de keer dat hij tijdens een nachtelijke patrouille een hartaanval kreeg, later ontwaakte in een Amerikaans militair ziekenhuis in Italië. „De eerste woorden die ik hoorde waren van een beeldschone vrouwelijke cardioloog: ‘The Lord doesn’t want you yet, Hans’.”
Op zijn zestiende werd hij marconist aan boord van het vliegdekschip Karel Doorman. Dat is hij eigenlijk altijd gebleven. Als zendamateur, roepnaam PC4E, praat hij in Morsecode met gelijkgestemden in de wereld. Omringd door zijn oude logboeken en een grijze vliegersjekker met een zilveren vleugeltje op de revers, slingert hij in de bunker van Valkenburg punten en strepen de ether in.
Maar hij beseft dat hij een roze bril op heeft, zegt hij. „Die Orions waren toen het nieuwste van het nieuwste, en nu zijn ze net zo ouderwets als deze morsesleutel.”
Het asfalt van de startbanen, de verkeersleiding, de lichten, de radarantennes zijn verdwenen. Misschien komt hier ooit de lang-aangekondigde nieuwe stadswijk, zoals op vliegveld Ypenburg bij Den Haag. Maar soms keren de militairen even terug.
Dat gebeurde in 2014 tijdens de nucleaire top in Den Haag. Toen verrees hier een militair ziekenhuis en werden er Apache-gevechtshelikopters gestationeerd en luchtdoelraketten. Tijdens de NAVO-top van 24 en 25 juni gebeurt dat opnieuw. Soldaat van Oranje, de Musical, moet dan tijdelijk sluiten. En ook het bunkermuseumpje gaat dicht.
„Het voelt hier nu inderdaad wel een beetje als de Koude Oorlog”, zegt Madelon van Velzen (44). En dan: „De kinderen zeiden net: pappa kan hier nog wel drie uur rondlopen, maar wij hebben het nu wel gezien.”
De Iraanse film It Was Just an Accident heeft zaterdag de Gouden Palm gewonnen op de slotdag van het Filmfestival van Cannes. De wraakthriller van regisseur Jafar Panahi, die tijdens de vertoning dinsdag een staande ovatie van acht minuten kreeg, gaat over automonteur en voormalig politiek gevangene Vahid die zijn voormalig folteraar denkt te herkennen.
De regisseur is een bekende criticus van het Iraanse regime, werd in 2010 gearresteerd vanwege zijn rol in de toenmalige protestgolf in het land en kwam in 2022 in de gevangenis terecht. Ruim een jaar later kwam hij weer vrij, na een hongerstaking. Dat houdt hem niet tegen in zijn werk: Panahi filmde It Was Just an Accident zonder toestemming van de Iraanse autoriteiten.
Lees ook
Lof in Cannes voor Iraanse filmmaker Jafar Panahi – niet alleen uit sympathie, ook omdat hij verdomd goede films maakt
De Grand Prix, de tweede prijs van het festival, werd uitgereikt aan de film Sentimental Value van de Noorse filmregisseur en scenarioschrijver Joachim Trier, die ook genoemd werd als kanshebber voor de Gouden Palm. De Juryprijs was voor de Frans-Spaanse film Sirat en de Duitse film Sound of Falling.
De Braziliaanse Wagner Moura won de prijs voor beste acteur voor zijn rol in de film The Secret Agent. Daarbij versloeg hij genomineerden als Josh O’Connor en Joaquin Phoenix. De prijs voor beste actrice ging naar de Franse Nadia Melliti voor haar rol in de film The Last One, haar debuutfilm.
Lees ook
Joachim Trier kreeg een 15 minuten lange staande ovatie op Cannes. Krijgt hij ook een Gouden Palm?