Opinie | Orde creëert een opgeruimde schijnveiligheid

Een opgedekte operatietafel is een lust voor het oog. De basis, een scalpel en mesheft, pincetten, spreiders, klemmetjes, scharen: alles keurig op z’n plek. Helaas ben ik meestal nog bezig met het operatieverslag van de vorige patiënt, maar het opdekken is een fascinerend ritueel waar ik eindeloos naar zou kunnen kijken. Zeker als het uitgevoerd wordt door een ervaren operatieassistent. Net als bij een prachtig gedekte tafel voor een groot diner is de smetteloze orde van het begin van een operatie ook een soort zwevende zeepbel die elk moment kan worden doorgeprikt door de werkelijkheid. Na afloop is de tafel een zooi, zowel bij het diner als in de operatiekamer.

Opruimgoeroes en magistrale patissiers

Volgens mijn Instagram-algoritme heb ik een zwak voor orde. Filmpjes waarbij buitenaards huiselijke mensen hun keukenkastjes inruimen, horen bij mijn favoriete tijdverdrijvers. En volgens mij ben ik niet de enige. Terwijl de buitenwereld door zijn toenemende complexiteit steeds onoverzichtelijker en chaotischer wordt voor de eenvoudige sterveling, gaan filmpjes van opruimgoeroes, sorteermachines en magistrale patissiers viral bij de vleet. Ook foto’s van mensen, gerechten en huizen moeten strak zijn, en gefilterd van enige ruis, want dat doet het zo goed op een smartphone.

Toch heb ik altijd een dubbel gevoel bij deze obsessie met microscopische orde. Zeker omdat vaak de meest briljante geesten deze orde niet nodig hadden om tot wetten of formules te komen die ons de wereld fundamenteel veel beter deden begrijpen. Zo betoogde ook Financial Times-journalist Tim Harford in zijn in 2018 verschenen boek Messy. How to be creative and resilient in a tidy-minded world. De drang naar de orde en de netheid, brengt het risico mee dat we geen overzicht houden over het grotere geheel, of dat we ogenschijnlijk onbelangrijke details die juist uitermate van belang zijn voor inzicht of overzicht, voor het gemak weggummen of filteren.

Zwaargewonde motorrijder

Daarom heb ik tegelijkertijd ook een diepgewortelde aversie tegen deze obsessie met orde. Het kan een opgeruimde schijnveiligheid creëren. Er ligt een enorm spanningsveld tussen de binaire wereld van de controleurs met lijstjes, Excelbestanden en categorale ijver en de messy menselijke werkelijkheid. Als traumachirurg in spe voer ik die strijd dagelijks. Voor elke diagnose is er een protocol, een zorgpad, eindeloze kwaliteitscriteria waar goede zorg aan moet voldoen. Maar zowel het meisje van vier dat uit het klimrek viel als de zwaargewonde motorrijder walsen met al hun menselijkheid soms dwars door de protocollen heen.

Het is de charme en de kwelling van een vak waarin je met mensen werkt. Leraren en rechters, ondernemers en medewerkers bij de belastingdienst, agenten en (juist nu) ook politici, u zult begrijpen wat ik bedoel. Mensen horen niet in hokjes en hun problemen, hoe groot of klein ook, bewijzen dat. Bij zwaargewonde patiënten hebben we een eenvoudig stappenplan: A (airway), B (breathing), C (circulation). Maar in de chaos van een traumakamer waar een zwaar verbrande patiënt ligt die van de tweede verdieping uit het raam sprong, is de volgorde van de keuzes, de tijd die je aan elke stap besteedt en wat je zelf doet of wat je delegeert, lang niet altijd in beton gegoten. Hetzelfde geldt voor de nabehandeling van het gebroken been voor het meisje van vier. De grote lijnen zijn er maar de mens (patiënt en behandelaar) en zijn context bepalen de nuance.

Filter van ogenschijnlijke maakbaarheid

De digitale wereld heeft een filter van ogenschijnlijke maakbaarheid over onze menselijke wereld heen gelegd. In die maakbare wereld verblijven bestuurders en managers, maar ook wijzelf, soms liever dan in de echte wereld. Dokters klagen over de hoeveelheid administratie, en dat kan ik geheel beamen, maar ik zie ook steeds meer oude en jonge artsen die liever in de computer behandelen dan een stoel pakken, aan bed gaan zitten, en gewoon even luisteren.

Ik zie steeds meer maatregelen in het ziekenhuis, maar ook in de maatschappij, waarbij we het afvinken van details belangrijker zijn gaan vinden dan het belang ervan in het grotere geheel. Zo werd enkele jaren geleden in de chirurgie het ‘vier-ogen-principe’ ingevoerd. Het idee was dat er bij het stellen van de indicatie om te opereren er voorafgaand aan de ingreep altijd nog een tweede specialist de casus heeft ingezien en ook akkoord is. Op zich geen slecht principe. Maar de realiteit is dat in de dagelijkse drukte het ‘vier-ogen-moment’ is toegevoegd aan een middagoverdracht in een uitgeputte zaal met assistenten en een paar chirurgen, waarbij het onduidelijk is of überhaupt iemand echt oplet. Als het vinkje maar gezet is.


Lees ook
De ploppende heup als medicijn tegen het cynisme

Foto: Merlijn DoomernikMerlijn Doomernik

Ik geloof in orde. Discipline en een zorgvuldige uitvoering zijn essentieel voor het slagen van een proces. Maar het heeft geen enkele zin om helemaal los te gaan op de perfecte indeling van een keukenkastje als er geen aandacht is voor waar we naartoe gaan. Als je vanuit de lucht Nederland beziet en je houdt van orde, kan het niet anders dan dat de aanblik je zal bekoren. Maar wie echt kijkt, ziet ook het dreigende water, de megastallen, de files en een stroom van mensen die bezig zijn er wat van te maken. Om dat te behouden is er ook wat messy menselijke visie nodig.