De VRT: speelbal van het Vlaams nationalisme

Walter Zinzen haalt een sticker van het Vlaams Blok tevoorschijn. ‘BRT Weg Ermee’, staat erop. De R bestaat uit een sikkel en een hamer, het communistische symbool voor de unie van boer en arbeider. „De rooien, ja zo zagen ze ons. Ze zingen nog steeds ‘Linkse ratten, rol uw matten’” – Vlaams voor opgedonderd.

Als journalist van de BRT, voorloper van de VRT, volgde Zinzen de opkomst en ondergang van Vlaams Blok. Die werd na een racisme-veroordeling in 2004 opgeheven. Het is „geen partij als de andere”, stelde de omroep al in 2001 vast in het document ‘VRT en de Democratische samenleving’, waarin strakke kaders werden gesteld over de berichtgeving. Bijvoorbeeld geen live-zendtijd voor politieke uitingen. In zijn interview met Pim Fortuyn, vier dagen voor de Nederlandse politicus vermoord werd, zei Zinzen dat hij voorman Filip Dewinter van Vlaams Blok „nooit” had geïnterviewd. Fortuyn: „Dat is zó raar bij jullie.”

Sticker van het Vlaams Blok: ‘BRT Weg Ermee’.
Foto Bart Hinke

Die tijd is lang vervlogen. De aandacht voor Vlaams Belang, de succesvolle doorstart van Vlaams Blok, is „veel en lankmoedig”, volgens de gepensioneerde Zinzen. „Het populisme sluipt de omroep in”, zegt hij aan tafel in zijn woning in een Brusselse buitenwijk. „Ik heb de indruk dat het gevaar van extreem-rechts door mijn goede oud-collega’s onderschat wordt.”

Inmiddels is niet uit te sluiten dat Vlaams Belang de tanden gaat zetten in de VRT. De radicaal-nationalistische partij heeft weliswaar afstand gedaan van zijn voornemen de omroep op te heffen. Wel wil ze op de nieuwsvoorziening na de omroep privatiseren. De partij vindt dat de gesubsidieerde cultuursector dienstbaar moet zijn aan de ‘Vlaamse identiteit’, waarmee velen in de sector vrezen dat politiek kunst – maar ook media – tot instrument maakt.

Mocht Vlaams Belang zondag als verwacht als winnaar uit de verkiezingsbus komen, dan is regeringsdeelname in Vlaanderen nog wel ver weg. Er is een politiek cordon sanitaire dat alleen door de (gematigdere) Vlaams-nationalistische N-VA, tweede in de peiling, niet is ondertekend. Maar ook N-VA-leider Bart De Wever sluit een rechts-radicale coalitie vooralsnog uit. In België, waar een opkomstplicht geldt, stemmen inwoners zondag ook voor het federale en Europese parlement, maar de VRT is een Vlaamse aangelegenheid.

Twee zielen

Ook politiek journalist Ivan De Vadder van de VRT loopt al lang mee. Bij manifestaties van Vlaams Blok in de jaren negentig, memoreert hij, hielden mensen nog wel eens een folder voor het hoofd als de camera ze in beeld bracht. „Dat is helemaal weg.” De Vadder is degene die de uitslagen zondagavond de huiskamer in brengt, hij waagt zich niet aan een voorspelling. „Het is pas maandag”, merkt hij op. „Er kan nog van alles gebeuren. Events, dear boy.”

We lopen door het omroepgebouw dat opgeleverd werd toen de federalisering, de latere opdeling van België in gewesten, op stoom kwam in de jaren zestig. In de vleugels rechts van de centrale gang zit de Franstalige omroep RTBF, links de VRT. „Twee zielen in één borst”, zegt De Vadder. Nu nog wel. Vlakbij verrijzen twee nieuwe – aparte – omroepgebouwen.

Waar de RTBF nog altijd zendtijd onthoudt aan rechts-radicalen, is dat bij de Vlamingen verleden tijd. Het VRT-document uit 2001 is een dode letter. Vlaams Belang vindt zijn weg wel en is ook geen veroordeelde partij, zegt De Vadder. „Het idee van een partij helemaal niet aan het woord laten, als journalist vind ik dat heel merkwaardig.” Al klaagt Vlaams Belang nog altijd over tekort aan zendtijd.

In VRT’s jolige ochtendshow op Radio 2 wordt maandag partijleider Tom Van Grieken van Vlaams Belang aan de tand gevoeld. Er zit een politiek VRT-journalist bij voor de kanttekeningen, maar de aard van de show is gemoedelijk. „Jullie blijven je buiten de democratische orde plaatsen”, grapt de presentator als Van Grieken niet – zoals eerdere lijsttrekkers in de show – wil dansen op een ingestart ochtenddeuntje. Van Grieken zegt de VRT in zijn ideaal te zien als een soort „NOS in Nederland” – louter nieuws en achtergrond. Met op de radio Nederlandstalig en „niches” als klassieke muziek.

Politiek journalist Ivan De Vadder (VRT) op de ‘taalgrens’ in het gebouw van de VRT en de RTBF.
Foto Nick Somers

De VRT staat al jaren onder druk na verschillende regeringen die de geldkraan verder dicht draaiden. Iedereen is het eens dat het pakweg vijftien jaar geleden best met wat minder kon. „Maar bij de N-VA is die besparingsdrift een soort mantra geworden”, zegt De Vadder. „Terwijl we inmiddels echt wel in het vlees aan het snijden zijn. Stilaan wordt verhinderd dat er nog aan correcte, moderne bedrijfsvoering kan worden gedaan.” Er is geen indexering van middelen, waardoor de subsidie blijft steken onder 300 miljoen euro. De overige 200 miljoen wordt opgehaald via onder meer radiocommercials.

Het is „slaan en zalven”, zegt docent Mediastudies aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) Tim Raats maandagavond op een bijeenkomst over de audiovisuele sector, georganiseerd door de sociaaldemocratische partij Vooruit. Met ‘slaan’ bedoelt Raats dat aan de voorkant de geldstroom voor de VRT wordt afgeknepen, terwijl de prestatieovereenkomst steeds uitgebreider wordt. „Idealiter bepaal je vooraf: dit zijn de prioriteiten en zoveel geld moet daartegenover staan. Maar hier zijn we begonnen met: we moeten zoveel miljoen besparen.”

‘Classic VRT’

Aan de andere kant kunnen producenten aanspraak maken op allerlei subsidiepotten. Dat is het ‘zalven’. Het Verhaal van Vlaanderen, geïnspireerd op de NTR-reeks Het Verhaal van Nederland, werd bijvoorbeeld voor vele miljoenen gespekt door Vlaamse overheidsinstanties. Veel thematische programma’s worden zo gefinancierd. Raats: „Elke keer als er iets is dat je denkt ‘ah, dit is classic VRT’ dan hoor je achteraf: ja, dat is er gekomen op initiatief van die of met ondersteuning van die.” Zo zou een serie over de Vlaamse techsector volgens bronnen van De Standaard ‘op maat besteld’ zijn door de Vlaamse minister-president Jan Jambon (N-VA). Die bezigt de term ‘knappe koppen’ als het gaat om de innovatiekracht, laat dat net de titel zijn van de nog uit te zenden reeks. Volgens de VRT-leiding ligt het idee echt bij de omroep.

Er zit echt geen vet meer op de soep

Katia Segers
Vlaams parlementslid

Katia Segers van de centrumlinkse partij Vooruit maakt zich zorgen. Ze was eerder universitair hoofddocent Communicatie aan de VUB en voorzitter van de Vlaamse Regulator voor de Media. Ze krijgt mails, belletjes – zelfs hier aan haar keukentafel in Liedekerke stortten omroepmedewerkers hun hart uit, zegt ze. „Er zit echt geen vet meer op de soep”. Ze vreest voor een „een verrottingsstrategie” van „kapotbesparen en mensen wegjagen.”

Niettemin toonden twee docuseries recent de kracht van de Vlaamse tv. Godvergeten, ook in Nederland uitgezonden, gaat over misbruik van jongens in katholieke internaten, schrijnend onder woorden gebracht door gebroken mannen die het meemaakten. Een andere is Het Proces dat niemand wou, waarin vrouwen getuigen over het grensoverschrijdend gedrag van de voor stalking veroordeelde tv-komiek en producent Bart De Pauw. Vlaamse media berichtten echter over een ‘koehandel’ met De Pauw en de VRT-leiding over de uitzending. Die werd een aantal keer uitgesteld, terwijl hij al sinds 2021 op een videodienst te zien was.

Beide reeksen zijn inmiddels ongemoeid uitgezonden. Maar Segers ontwaart er de schroom in van de VRT-top om iemand voor het hoofd te stoten – en een botte omgang met De Pauws slachtoffers. Opgeteld bij meldingen over een toxische cultuur op de JONG-redactie van VRT NWS was het voor Segers reden om met andere oppositiepartijen VRT-topman Frederik Delaplace ter verantwoording te roepen in het Vlaams parlement, twee maanden geleden. Maar regeringspartij N-VA voorkwam dit door weg te blijven bij een stemming. N-VA, maar ook Vlaams Belang, zei een hoorzitting na de publicatie van het jaarverslag, dat afgelopen week verscheen, het geëigende moment te vinden. Ook de Raad van Bestuur van de VRT, met een voorzitter van N-VA-huize, liet zich niet onbetuigd. Die stelde „bezorgd” te zijn „over hoe er wordt omgegaan met de politieke onafhankelijkheid” van de VRT, doelend op de roep van de oppositie om een hoorzitting.

Een hard gelag voor Segers, die juist waarschuwt voor Slowaakse, Poolse en Hongaarse toestanden – waar de publieke omroepen na nationalistisch-populistische machtsomwentelingen ingekapseld werden. „Een sterke publieke omroep legt de lat voor het hele medialandschap hoog en verstevigt de democratische rechtsstaat”, zegt ze. „Het probleem is niet de VRT, maar wel hoe er leiding gegeven wordt.”

Kwetsbaarder dan de NPO

De VRT lijkt kwetsbaarder voor politieke invloed dan de NPO. Waar in Nederland stromingen zijn vertegenwoordigd door omroepen, kent de VRT alleen een pluriforme Raad van Bestuur die de directie controleert. Het zogeheten Cultuurpact uit 1972 schrijft voor dat stromingen en gezindten in besturen van gesubsidieerde instellingen vertegenwoordigd moeten zijn. Bij een grote verkiezingsuitslag zullen meer Vlaams Belangers zich in de VRT-top nestelen. Wel moeten deze politiek gedelegeerden zich verre van de programmering houden. VRT-boegbeeld De Vadder durft er zijn „hand voor in het vuur te steken” dat die afstand tot dusver altijd gewaarborgd is.

De VRT heeft de expliciete opdracht om de Vlaamse identiteit ‘in al zijn verscheidenheid’ uit te dragen. Dat brengt De Vadder bij de inconsistentie van de gestaalde nationalisten: waarom wil Vlaams Belang toch af van VRT-klassiekers als de soap Thuis en FC De Kampioenen? „Net dit soort producties zijn identiteitsbevestigend. Misschien niet zoals zij die precies zien. Maar de evolutie gaat gestaag naar een identiteit die dieper doorgedrongen zal zijn dan welke opgelegde regel van een vlaggenzwaaiende partij. Iedereen weet wie Markske is, wie Pico is” – karakters uit FC De Kampioenen. „Nee, niet in Nederland. Maar dat is wat ik bedoel”, zegt De Vadder. „Elke Vlaming weet het. En elke niet-Vlaming weet het niet.”


Lees ook
Vlaanderen maakt zich op voor ruk naar radicaal-rechts, in Wallonië is het politieke landschap compleet anders

Aanhangers van de Parti Socialiste verspreiden in het Waalse Charleroi posters die waarschuwen voor de opkomst van radicaal-rechts.