‘United in Diversity’ luidt het motto van de Europese Unie. Toch spat de diversiteit er nog niet echt vanaf als je kijkt naar de Nederlandse kieslijst voor de Europese Parlementsverkiezingen. En dat is zonde, want de Europese verkiezingen kampen al met gebrek aan populariteit.
Waar bij de nationale verkiezingen iedereen maanden van tevoren al in rep en roer is, is het nu veel stiller. Dat is niet zo gek, want de Europese verkiezingen leven een stuk minder dan de nationale verkiezingen. In 2019, tijdens de laatste Europese verkiezingen, ging slechts 42 procent van de stemgerechtigden in Nederland naar de stembus. In 2014 was het nog lager: slechts 37 procent van de Nederlanders begaf zich toen richting het stemhokje. Dat maken de Europese verkiezingen, de verkiezingen met het allerlaagste opkomstpercentage.
Eén blik op de kieslijsten maakt al snel duidelijk: de diversiteit is uiterst beperkt. Van de veertien grootste partijen zijn er slechts twee partijen met een vrouwelijke lijsttrekker: Anja Hazekamp van de Partij voor de Dieren en Anja Haga van de ChristenUnie. Helaas horen deze partijen niet bij de negen grootste, dus bij het lijsttrekkersdebat van de NOS op de vooravond van de verkiezingen, moeten we het met voornamelijk mannen doen. Witte mannen van middelbare leeftijd. De enige vrouw, Anna Strolenberg, komt van Volt, want die partij heeft duaal lijsttrekkerschap. Maar Reinier van Lanschot staat gewoon op nummer 1 van de kieslijst van de partij.
Gebrek aan diversiteit draagt bij aan het toch al vrij grijze imago van Brussel
En dan hebben we het nu alleen nog maar gehad over gender. Waar zijn de lijsttrekkers van kleur, met een migratieachtergrond, de jongeren? Ook als je iets verder kijkt dan alleen lijsttrekkers kom je helaas tot dezelfde conclusie: de verkiesbare mensen op de lijst zijn opvallend homogeen. Een gemiste kans als je het mij vraagt, want het gebrek aan diversiteit draagt bij aan het toch al vrij grijze imago van Brussel.
Ver-van-hun-bedshow
Een veelgehoorde reden om niet te gaan stemmen is dat veel mensen Europa zien als een ver-van-hun-bedshow. Europese instanties zijn ingewikkeld, mensen hebben het idee dat Europees beleid ze niet raakt. Politici slagen er niet in om een brug te slaan naar het grote publiek. Daar draagt het gebrek aan diversiteit aan bij. Weinig mensen herkennen zich in de politici die hen vertegenwoordigen in het Europees Parlement. Gebrek aan herkenning creëert nog meer afstand tot een politiek systeem dat voor mensen toch al als ver weg voelt. Door een betere vertegenwoordiging van de samenleving zorg je ervoor dat mensen zich weer in de politiek gaan herkennen. Het hebben van een rolmodel in de politiek, kan bevolkingsgroepen mobiliseren en politieke participatie verhogen. Kortom: willen we mensen het idee geven dat de Europese politiek over hén gaat, laten we dan zorgen dat ze zich voldoende gerepresenteerd voelen.
Daarnaast vergroot representatie niet alleen politieke betrokkenheid, het vergroot ook het politiek vertrouwen. En een beetje vertrouwen kunnen ze in Brussel wel gebruiken. Van alle niet-stemmers in 2019 gaf 27 procent in een enquête van IPSOS aan dat ze niet zijn gaan stemmen omdat ze geen vertrouwen hebben in de Europese politiek. Uit onderzoek is gebleken dat mensen die zich in hun volksvertegenwoordigers herkennen, vaker het idee hebben dat hun belangen worden behartigd, wat het vertrouwen vergroot. En andersom, kan een lage mate van representatie van bepaalde bevolkingsgroepen de democratie ondermijnen door gebrek aan vertrouwen. Vertrouwen is een kernpunt van de democratie en dient dus te allen tijden nagestreefd te worden. Voldoende representatie speelt hierin een belangrijke rol.
Populariteitsprobleem
Is het gebrek aan diversiteit nou dé oorzaak van de lage stemopkomst? Dat denk ik niet. Ook wil ik niet beweren dat meer diversiteit het populariteitsprobleem meteen oplost. Er spelen hier nog veel meer problemen: er is een groot gebrek aan kennis als het gaat over Europese instanties, media besteden minder aandacht aan de EU en wantrouwen in de politiek wordt niet van de één op de andere dag opgelost. Toch kan een meer diverse groep lijsttrekkers wel bijdragen aan meer vertrouwen in de politiek, meer herkenning en een minder suf imago voor de Europese Unie.
Lees ook
Alles wat je moet weten voor je op 6 juni het stemhokje instapt voor de Europese verkiezingen
Mijn oproep aan alle partijen luidt dus: zorg voor kieslijsten met meer diversiteit en inclusiviteit. Hopelijk voelt de Europese Unie over vijf jaar, tijdens de volgende verkiezingen, dan weer van ons allemaal.