„Stemhulpen lijken op quizjes in damesbladen. Mensen vullen een kieshulp in voor de fun en denken niet écht na, maar zo halen ze nooit het optimale eruit: een betere stem”, stelt Bregje Holleman, onderzoeker en docent aan de Universiteit Utrecht. Ze analyseert al jaren stemhulpen en deed samen met collega’s vergelijkend onderzoek naar de twee bekendste stemhulpen StemWijzer en Kieskompas voor de verkiezingen in 2022.
Stemhulpen zijn voor steeds meer kiezers een onmisbare steun bij het bepalen van de keuze van hun politieke stem. Kon je vroeger varen op het stemadvies van je ouders, kerk, werkgever of vakbond, nu kiezen burgers zelf. Ze zijn daarbij veel minder trouw aan een partij geworden. De zwevende kiezer was ooit de uitzondering, nu wisselen kiezers voortdurend van voorkeur.
Daarbij spelen tv-debatten nog steeds een belangrijke rol, maar daarnaast zoeken kiezers ook online advies. Bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen vulden 9,1 miljoen Nederlanders de populairste stemhulp StemWijzer in. „Dat is goed voor de democratie, want kieshulpen werken opkomstverhogend, doordat invullers het gevoel hebben dat ze de politiek en verkiezingsthema’s beter begrijpen”, zegt Holleman.
Waarvoor stem je in Europa?
De verkiezingen voor het Europees Parlement, die in de hele Europese Unie plaatsvinden, trekken in Nederland van oudsher minder mensen naar de stembus. De campagne-inspanningen van de partijen zelf zijn ook zeer beperkt, net als de belangstelling van de publieke en de commerciële omroepen. Wie wil weten hoe de partijen denken over onderwerpen als migratie, landbouw en klimaat moet de verschillende verkiezingsprogramma’s doorspitten óf naar een van de inmiddels vele stemphulpen die online te vinden zijn.
De Europese stemhulpen zijn – net als de verkiezingen – minder populair. StemWijzer en Kieskompas werden in 2019 respectievelijk 1,6 miljoen en 300.000 keer volledig ingevuld. Dit jaar lijken ze meer in trek. StemWijzer bracht dinsdag naar buiten dat zijn Europese stemhulp al een miljoen gebruikers heeft genoteerd, vijf jaar geleden stond de teller rond dezelfde tijd op 700.000.
StemWijzer werd gelanceerd in 1989 door ProDemos, toen nog in te vullen via een floppy disk. Het alternatief Kieskompas volgde in 2006. Op de aanpak is altijd kritiek. De politicologen achter Kieskompas wilden meer keuzemogelijkheden, en ze wilden laten zien hoe links, rechts, progressief of conservatief gebruikers waren op basis van de stellingen. Maar ook over Kieskompas zijn wetenschappers niet tevreden. Holleman: „Critici vinden dat Kieskompas de wereld in een keurslijf dwingt dat ook niet per se klopt.”
Toch kunnen stemhulpen heel nuttig zijn, als de kiezer zich bewust is van de beperkingen, aldus Holleman. Als de gebruiker weet welke keuzes er achter de stemhulpen schuilgaan, kunnen zij ook het optimale uit de stemhulpen halen.
De stemhulpen voor de Europese verkiezingen bevatten maar dertig stellingen, waardoor de stemhulpbouwers een keuze moeten maken uit de vele Europese onderwerpen. De makers kiezen met name stellingen uit waar discussie over is, constateert Holleman. Na het invullen van de stemhulp weet de gebruiker daarom niet zozeer wat er speelt in Europa, maar vooral over welke onderwerpen de partijen van mening verschillen.
Daarbij willen de makers de stellingen zo aantrekkelijk mogelijk maken voor de Nederlandse gebruiker. „Om de urgentie te laten voelen, kiezen de makers voor thema’s die in Nederland heel erg spelen, maar dat hoeft helemaal geen thema te zijn waarover Europese partijen van elkaar verschillen”, stelt Holleman.
De makers van de StemWijzer bevestigen dat ze aandacht besteden aan Nederlandse thema’s, maar dat ze de gebruiker bijvoorbeeld niet vragen naar een Nexit: „Dat wordt niet door de Europese Unie bepaald”, aldus Anne Valkering, projectleider bij ProDemos. Concurrent Kieskompas vraagt de invuller wél naar EU-uittreding. „Alleen Forum voor Democratie is voor, maar uit ons onderzoek blijkt dat het voor een op de zes Nederlanders een fundamenteel thema is, dus vinden wij het interessant”, zegt Jeroen van Lindert, projectleider van Kieskompas.
Slechts het begin
Op het eerste oog is het voor de gebruiker ook niet duidelijk welke concessies partijen hebben gedaan bij het invullen van de stellingen. Pas als de invuller de stellingstoelichtingen leest – wat Holleman adviseert – wordt het duidelijk hoe partijen precies over een stelling denken. De BBB is het bijvoorbeeld eens met de stelling dat de EU meer kernenergie moet opwekken, maar vindt het wel een „Nederlandse aangelegenheid, geen Europese”.
Politieke partijen zelf zijn lang niet altijd gelukkig met de manier waarop ze in een stemhulp naar voren komen. „Voor veel partijen is het de eerste keer dat externen zich met hun standpunten bemoeien, dat levert soms discussie op”, aldus Valkering. Voordat de twee grote stemhulpen worden gelanceerd is er veel overleg met de partijen. StemWijzer willigt soms de wens van de partij in.
En dan is er nog het risico dat gebruikers zichzelf „overschatten”, zegt wetenschapper Holleman. Uit haar onderzoek blijkt dat gebruikers die een stelling niet helemaal begrijpen, in hun hoofd zelf bedenken wat er bedoeld zou kunnen worden en op basis daarvan een stelling innemen. „Een gebruiker moet eigenlijk een nieuw tabblad openen en de voor en nadelen van bijvoorbeeld de digitale euro opzoeken”, zegt ze. „Al is dat misschien te veel gevraagd.”
Het invullen van een stemhulp is wellicht leuker dan het lezen van de verkiezingsprogramma’s, maar is de gebruiker na afloop écht wijzer geworden? Volgens Holleman is het invullen van een stemhulp maar een begin. Overigens stemmen gebruikers door het invullen van een stemhulp nooit op een partij die ver van ze afstaat, volgens de onderzoeker, ook niet als de invuller en de partij volgens de stemhulp de meeste overeenkomsten hebben. „In die zin moet men de stemhulp, of de sturende werking ervan, niet overschatten.”’
Lees ook
Zweef je nog? Raadpleeg de stemhulp van NRC