Bij een nieuwe kerncentrale kan Nederland niet heen om de banden met Rusland

Om Nederland minder afhankelijk te maken van buitenlandse fossiele energie, kiest de nieuwe coalitie voor kernenergie. Maar daarbij is ook uranium nodig dat in Rusland is bewerkt.


Illustratie Mart Velhuis

Er is al veel gezegd over inconsistenties in het hoofdlijnenakkoord van de toekomstige coalitie, maar een nadere blik levert toch nog een nieuwe op. Over de energietransitie schrijven PVV, VVD, NSC en BBB dat Nederland voor zijn energie te afhankelijk is van „onbetrouwbare” landen. Daarom moet de energietransitie „gericht zijn op het verminderen van bestaande en het voorkomen van nieuwe afhankelijkheid”.

Dat is natuurlijk een mooi streven, waar niet snel iemand tegen zal zijn. Makkelijk is het echter niet. Kijk naar de worsteling om los te komen van Russisch gas, twee jaar geleden na de inval in Oekraïne. Tochtstrips en radiatorfolie werden massaal aangevoerd en de overheid vroeg burgers de kachel op maximaal 19 graden te zetten. Voor alternatief gas wendde Nederland zich onder andere tot Qatar, dat reuze betrouwbaar is in het leveren van lng, maar gerust onbetrouwbaar is te noemen in naleving van de mensenrechten. Denk aan de bouw van de WK-voetbalstadions.

Een manier waarop de toekomstige coalitie de afhankelijkheid wil verkleinen, is door uitbreiding van de gaswinning op de Noordzee. De enige andere concrete methode die zij noemt, is de bouw van extra kerncentrales. Volgens de plannen blijft de kerncentrale in Borssele open. De bouw van twee extra kerncentrales, waar het demissionaire kabinet de eerste plannen voor maakt, wordt doorgezet. En daarbovenop komen er nog twee centrales bij.

De partijen maken dus een duidelijke keuze vóór kernenergie, na decennia van debat over noodzaak, kosten en veiligheid. Uiteraard doen ze dit ook om de klimaatdoelen te halen. De bestaande klimaatafspraken blijven volgens het akkoord overeind: „Alleen als we de doelen niet halen, maken we alternatief beleid.”

‘Geen alternatief’

Wat het loslaten van onbetrouwbare landen betreft, is er toch een probleem: ook de kerncentrale in Borssele is afhankelijk van Rusland. Indirect weliswaar, en slechts voor een relatief klein deel van het productieproces, maar de centrale kan – in elk geval voorlopig – echt niet zonder Rusland. Demissionair minister Rob Jetten (Klimaat en Energie, D66) heeft in antwoord op vragen van de Eerste en Tweede Kamer meermaals vastgesteld dat er op korte termijn „geen alternatief” is.

Wat Ruslands rol precies is, is een technisch verhaal. Kort samengevat gaat het om een aantal stappen in het opwerken en opnieuw bruikbaar maken van gebruikte splijtstof. Opwerken is het proces waarbij de splijtstofstaven na gebruik uit de reactor worden gehaald om een deel van het uranium dat erin zit opnieuw te verrijken. Daarna moet het onder andere chemisch worden bewerkt.

De Elektriciteits-Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), die de kerncentrale exploiteert, is voor dit recyclingproces afhankelijk van buitenlandse partijen. Deels vindt het plaats in de installatie van het Franse bedrijf Orano in het Normandische La Hague. Maar een ander deel kan alleen in een installatie in Seversk, in West-Siberië. Die installatie is van Rosatom, het Russische staatsagentschap voor kernenergie. De relatie met Rusland is niet direct maar verloopt via de Franse leverancier.

Rosatom is uitgezonderd van Europese sancties, hoewel het vrij algemeen gezien wordt als onderdeel van de Russische oorlogsmachine. Zo heeft Rosatom het beheer van de door Rusland veroverde kerncentrale bij het Oekraïense Zaporizja overgenomen. Daarnaast wordt het in verband gebracht met de levering van technologie voor de Russische wapenindustrie. De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben wel sancties ingesteld tegen functionarissen en aanverwante ondernemingen van Rosatom. De aarzeling in Europa zit hem in de eigen afhankelijkheid, niet alleen wat betreft ‘recycled’, opgewerkt uranium, maar ook voor ‘vers’ uranium. Rosatom is de grootste verrijker ter wereld en levert bijvoorbeeld nog altijd aan Frankrijk.

Minister Jetten zei in april te willen onderzoeken of de Nederlandse afhankelijkheid van Rusland kan worden doorbroken, ook met het oog op de twee nieuwe kerncentrales. Een woordvoerder zegt „geen aanvullende informatie” te kunnen geven over welke alternatieven onderzocht worden of wanneer die beschikbaar kunnen zijn.

De alternatieven liggen echter niet voor het oprapen, denkt Daniël Meijers van stichting Laka, een door vrijwilligers gerund documentatie- en onderzoekscentrum voor kernenergie dat bestaat sinds de jaren tachtig. „De hele infrastructuur is ingericht op de huidige werkwijze”, zegt hij telefonisch. „Nederland is bovendien afhankelijk van de Fransen. Die gaan niet speciaal voor ons een alternatief zoeken.”

Slechts een beperkt aantal landen kiest voor opwerking, zegt hij. „Het is duur en complex, terwijl nieuw uranium als grondstof niet schaars is. Opwerking is niet bepaald een groeimarkt. Daarom zal het niet snel aantrekkelijk zijn om te concurreren met de technologie van Rosatom.” EPZ zegt dat in de hele wereld geen alternatief te vinden is. Frankrijk kondigde dit voorjaar aan te willen onderzoeken of het een eigen fabriek kan bouwen, maar waarschuwde vast voor enorme investeringen.

Stoppen met opwerken

Stoppen met opwerken klinkt misschien als de makkelijkste oplossing, maar dat brengt nieuwe problemen met zich mee. Het voornaamste: meer en radioactiever afval. En dat past niet in de nationale kernafvalopslagplaats op het haventerrein van Borssele. Dan zal er een nieuw opslaggebouw moeten komen, schreef demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat, CDA) in november aan de Tweede Kamer. Stoppen met opwerken kost minstens tien jaar aan voorbereiding, concludeerde zij.

Stoppen met opwerken zou ook betekenen dat meer nieuwe splijtstof nodig is. Het uranium dat momenteel in de reactor in Borssele zit, is afkomstig uit Kazachstan, dat grote voorraden heeft. Ook hier is Rusland mogelijk niet ver weg: het staatsuraniumbedrijf Kazatomprom baat meerdere Kazachse mijnen uit in joint ventures met Rosatom. EPZ wil niet ingaan op de vraag of het uranium in de reactor een Russische connectie kan hebben. „Wij doen geen mededelingen over onze commerciële relaties”, zegt een woordvoerder. Wel voegt zij toe dat het uranium in de reactor is gekocht vóór de inval in Oekraïne.

Al met al zal het nog wel even duren voordat duidelijk is of Borssele en de eventuele nieuwe kerncentrales met of zonder Russische connectie gaan opereren. Een ding is al wel duidelijk: Nederland losmaken van onbetrouwbare landen is nog niet zo makkelijk.