Column | Dienstbaar? Dat zijn in de Tweede Kamer de beveiligers

De personeelsingang van de Tweede Kamer, aan de Bezuidenhoutseweg, komt uit op een donkere ruimte. De vloeren zijn grijs, de muren van beton. In een hok dat eruitziet als een aquarium zitten drie of vier beveiligers. Ze kijken uit op roltrappen die al wekenlang kapot zijn. Naast de ingang staan harde, smalle banken van wit leer.

Voor bezoekers is er een andere ingang. Die komt uit op een grote, lichte hal met een tentoonstelling over politiek, een portret van Johan Rudolph Thorbecke, planten, een café. SGP-medewerker Menno de Bruyne, die op vrijdagochtend SGP’ers uit Barneveld rondleidt in de Tweede Kamer, noemt het „mooi en terecht” dat kiezers goed worden ontvangen. En dat er voor Kamerleden, ministers en staatssecretarissen een personeelsingang is. „Zij zijn het personeel van het volk, dienstbaar.”

Bij de personeelsingang kun je veel dienstbaarheid zien. Maar dan van het groepje beveiligers. Als je je handen vol hebt en het moeilijk is om je toegangspas te pakken, openen zij alvast het poortje. Op dinsdagmiddag loopt een fractiemedewerker langs met iets wat lijkt op een ingepakte kachelpijp en ze hoeft níet door de draaideur naar buiten. Een beveiliger loopt mee en maakt een andere deur voor haar open. Om half acht ’s avonds rennen drie beveiligers naar perscentrum Nieuwspoort omdat daar een alarmsignaal vandaan komt, in een van de zaaltjes houdt de VVD-afdeling Den Haag een bijeenkomst over Europa. Het is loos alarm.

Wat opvalt: de schoonmakers, de medewerkers van de technische dienst en de bodes die in de debatzalen koffie en thee rondbrengen, begroeten de beveiligers bij de ingang altijd. Ik zie het ook VVD’er Sophie Hermans doen, BBB-leider Caroline van der Plas, Stephan van Baarle van Denk, Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn op weg naar de EU-avond, Mark Rutte. Maar er zijn Kamerleden, fractiemedewerkers, ministers, staatssecretarissen en ambtenaren die langslopen en niets zeggen. Soms zichtbaar diep in gedachten. Maar ook wel opgewekt en om zich heen kijkend, alleen níet naar de beveiliging. Er zijn beveiligers die denken dat de helft hen begroet. Na drie dagen kijken, op verschillende tijden, denk ik: het zijn er veel minder.

Via de personeelsingang kom je bij de verdieping waar de PVV, VVD, NSC en BBB nu onderhandelen over de verdeling van de ministeries. Anders dan bij vorige formaties, op het Binnenhof, kunnen mensen die de politiek graag volgen niet zien hoe journalisten de partijleiders ondervragen. Maar ook elke beveiliger is een kiezer, die vast thuis of aan de buren vertelt over die ene minister die nooit zin heeft om zijn toegangspas te pakken en wacht tot het poortje wordt opengedaan.

Dinsdagavond, na bijna zeker Ruttes laatste grote debat in de Tweede Kamer, vraagt een beveiliger hem om een filmpje voor zijn zoon die zeven wordt. Rutte klinkt plechtig: „Namens de héle Nederlandse regering: Angelo, van harte gefeliciteerd.”