In Kinshasa zetten straatkinderen hun trauma’s om in rap en tekeningen

„Ik teken wat er kapot is gegaan”, vertelt de elfjarige Precieuse Akete. Ze staat te schuilen voor de stortregen in de deuropening van de muziekstudio in het culturele centrum Mokili Na Poche, in de Congolese hoofdstad Kinshasa. Het centrum, dat in 2008 de eerste projecten opzette met straatkinderen, werkt in dit vrij kleine gebouw van drie verdiepingen, met boven kleine kamers waar kinderen zich kunnen terugtrekken om te leren, iets te maken of even te douchen. Tegenover het gebouw is een kleine studio waar muziek kan worden opgenomen. Met een stalen deur is het gebouw afgesloten van de straat die vol toeterende en in de modder vastlopende auto’s staat.

Precieuse Akete is een van de straatkinderen die hier elke dag komt om te leren, en ook om haar trauma’s te verwerken. Zij en haar zusje waren op straat gezet door hun ouders omdat die niet meer voor hen konden zorgen. Ze wil het leven op straat en vooral het gevoel gedumpt te zijn alsof je een object bent, omzetten in tekeningen, legt ze uit: „Het leven is kapot, omdat ik niets was. De tekeningen zijn er om beter te worden en te verwerken wat er is gebeurd.”

Mokili Na Poche (vrij vertaald: de wereld in een broekzak) is een van de verschillende centra in Kinshasa die jaarlijks geld krijgen van Oyo Projects, een non-profitorganisatie die zich richt op straatkinderen in de Congolese hoofdstad. Congo is een van de armste landen ter wereld, en wie er naartoe gaat wordt gewaarschuwd voor de hoge criminaliteitscijfers vanwege de slechte socio-economische situatie terwijl het land in potentie rijk is aan grondstoffen. Volgens Unicef zijn er zo’n 60.000 dakloze kinderen in Kinshasa en hebben er zeven miljoen kinderen in de gehele Democratische Republiek Congo geen toegang tot onderwijs.


Lees ook
Wat Unilever aanrichtte in Congo, verteld op de Biënnale namens Nederland

CATPC (Philomène Lembusa), Ange Monnaie - Money Angel, 2023.

Verstoten

Het centrum krijgt 12.000 Amerikaanse dollar per jaar om materialen te kopen, het centrum te onderhouden en vooral: maaltijden te kopen voor de kinderen. „De meeste kinderen die hier komen zijn verstoten”, vertelt Samy-A’sandji Mutambay (62), de leraar Frans en wiskunde in het centrum. „We hebben strategieën om ze zo lang mogelijk hier te houden, onder meer door ze eten te geven en door ze tijdens die maaltijden extra les te geven.” Aan het eind van de middag vertrekken de kinderen weer, omdat er geen plekken zijn om te slapen.

De docenten zijn vrijwilligers om de kinderen en tieners tussen de vier en achttien jaar een veilige haven te bieden. Onderwijs is er in de vorm van lezen en rekenen, als ze wat ouder zijn kunnen ze er ook voor kiezen een taal te leren, technische vakken of naailessen te volgen. Wanneer een kind een specifiek vak wil leren als automonteur of metselaar wordt er gezocht naar een plek waar ze dat kunnen leren.

Jaarlijks komen er zo’n zestig kinderen naar het cultuurcentrum. Zestig is een klein aantal op de 60.000 dakloze kinderen, „maar de kinderen die er komen, krijgen niet alleen te eten en onderwijs, ze kunnen ook hun slechte ervaringen omzetten in kunst en verhalen en die doorvertellen”, vertelt Anli Lukunkel (26), die als kunstdocent is verbonden aan dit centrum.

Straatkinderen krijgen les in taal en rekenen, en als ze dat willen technische vakken of naaien.
De muziekstudio van Mokilo Na Poche, met Precieuse Akete (roze shirt) en Osee Mavakala (lichtbruine hemd)

Foto’s: Eelco van der Lingen

Kunst is dan ook de rode draad in alle centra die door Oyo Project zijn opgezet. Muurschilderingen, foto’s en sculpturen zijn soms te zien in ateliers in de stad of in kleine instituten. Het idee van kunst als katalysator keert terug in Mokili Na Poche. Lukunkel: „Door dingen te maken kunnen de kinderen hun eigenwaarde hervinden. Velen komen hier met verhalen van geweld, seksueel geweld en uitgestoten zijn. Die verhalen komen aan de orde in verschillende projecten. Zo hadden we het project Look in the Mirror waarbij kinderen werd gevraagd zichzelf af te beelden in een borduurwerk. We vroegen ze ook of dat beeld was te veranderen. De borduurwerken verwerkten we in lampenkappen van ijzerdraad.”

Ook maken de kinderen schooltassen met allerlei afbeeldingen van gerecycled plastic, waarvoor in het centrum een machine staat die oud plastic verwerkt. „Als de tassen af zijn, worden ze uitgedeeld aan schoolgaande kinderen”, zegt Lukunkel terwijl hij op een tas wijst die er nog hangt als voorbeeld voor de volgende groepen.

Net zo beroemd als Lil Wayne

De muziekstudio is populair. Er is al een cd opgenomen waar straatkinderen rappen met producer en muzikant Lova Lova. Traditionele muziek en elektronica gaan samen in aanstekelijke muziek. Veel – voornamelijk – jongens voelen zich aangetrokken tot de studio om te rappen. Zo ook Osee Mavakala (19), die al meerdere jaren op straat leefde voordat hij vier jaar geleden Mokili Na Poche ontdekte. „Ik werd niet goed verzorgd en belandde daarom op straat. Soms ga ik nog wel terug naar mijn ouders, maar dat is moeilijk. Een onderlinge relatie die verbroken is, kan je niet makkelijk weer oppakken.”

Samen met zijn vriend Jonas Bajambaka rapt hij ter plekke over corrupte politici die vrouwen tot prostitutie dwingen, zodat we horen wat voor muziek hij maakt. „Over tien jaar hoop ik net zo beroemd te zijn als rapper Lil Wayne of de Congolese artiest Fally Ipupa. Ik heb behalve de hulp in dit centrum alleen de financiële middelen niet”, vertelt hij na ons applaus. Zijn andere vriend Josue Kalula (18) die naast hem staat en de beats verzorgde, wil liever schilder worden. Hij hoeft niet wereldberoemd te worden, vertelt hij. „Als ik in heel Afrika word erkend als belangrijk kunstenaar vind ik dat genoeg.”

Tegenover de studio wordt in de grote ruimte geoefend door Muntu Zemeusla (25) met een groep. Ze hoopt met de muziek de verhalen van de kinderen te verwerken en slamt over seksueel geweld, prostitutie en verkeerde keuzes die gemakkelijk worden gemaakt. „Mensen veranderen door slams. We staan daarmee in de traditie van vertellers die bewustwording probeerden te kweken.”

Dit zijn de lessen die Zemeusla de kinderen en tieners meegeeft. Ook buiten het cultuurcentrum om geeft ze concerten in Kinshasa. Wie weet staat Osee Mavakala over enkele jaren wel naast haar op de podia. Dat zou mooi zijn, want er zijn weinig succesverhalen, vertelt Lukunkel. „Veel van de kinderen die hier zijn geweest, komen uiteindelijk toch weer op straat terecht. Het zijn kinderen, ze zijn moeilijk te controleren en je kunt ze niet dwingen om te komen.”


Lees ook
Kinderen uit Gaza tekenen oorlogsscènes

Tekenende kinderen afgelopen zomer bij de zuidelijke stad Khan Younis.