‘We weten precies wat de ander goed of crap vindt’

Mammoet

„Ik ben opgegroeid in Almelo. Op m’n achttiende ging ik in grijze pakken met overhemd en stropdas naar school en weigerde ik vriendinnetjes met een Twents accent. Ik was een keurige jongen die het chiquere gedeelte van de school opzocht, tot ik een wat oudere balletdanseres ontmoette. Ik was achttien, net geen maagd meer en zij palmde me in. Ze gaf me de naam Mammoet – ik heet eigenlijk Wim – en ik was te bleu om er iets tegenin te brengen. Sindsdien noemt iedereen me zo. En ze nam me mee naar Texel, waar de allereerste beatclub van Nederland zat. Sarasani, ik heb er nog een tijdje gewerkt. Daar kwamen alleen maar expressieve mensen.

„Sinds 1966 woon ik in Amsterdam, waar ik in 1969 mijn echtgenote leerde kennen. Het was de provotijd en we zaten in een scene vol kunstenaars, fotografen en modeontwerpers als Fong-Leng. In die tijd kon iedereen zelf kleren naaien. Ik maakte broeken, jurken en overhemden en heb zelfs een keer een bruidsjurk voor een vriendin gemaakt. Zelf droeg ik graag een zelfgemaakte, lichtblauwe jumpsuit van fluweel, gecombineerd met cowboylaarzen die ik blauw en goud gespoten had.

„Nu draag ik meestal een zwarte broek met smalle pijpen, een overhemd, Italiaanse schoenen en gouden sieraden – want ik heb ook iets ordinairs in me. De overhemden zijn vaak cadeaus van de kinderen, zo houden ze me modern.

„Toen Nicolaas één was, zijn we naar Benin verhuisd. Mijn vrouw ging er werken als arts en ik heb daar een ziekenhuis gebouwd. We hebben er vijf jaar gewoond. Er was nauwelijks speelgoed, maar Nicolaas was altijd creatief met het weinige materiaal dat voorhanden was. Ik heb het nooit gepusht, maar ik vond het geweldig dat hij naar de kunstacademie wilde voor een modeopleiding. Toen hij een show gaf tijdens Amsterdam Fashion Week heb ik de sieraden gemaakt.

„Met Nicolaas deel ik een liefde voor kunst, vooral voor de modernisten en de constructivisten. We hebben samen de hele wereld over gereisd, achter de kunst aan. Het meest fantastische wat je kunt meemaken is een goede kunstvriend vinden. Een museum bezoeken in je eentje, daar is geen bál aan. Als die vriend je zoon is, is dat helemaal bijzonder.”

Nicolaas

„Ik weet niet beter dan dat ik me flamboyant kleed. Bij mijn zoon Sasha van bijna zes zit het ook in z’n dna. Hij wilde op zijn derde al knalroze haar. Mijn ouders hebben mijn broertje, zusje en mij heel vrij opgevoed. Het was vanzelfsprekend dat ik me kon uiten zoals ik wilde. Ik had mijn vader als voorbeeld, maar mijn vader heeft zelf nooit zo’n voorbeeld gehad. Het flamboyante komt echt uit hemzelf, dat vind ik bijzonder. Hij kleedt zich nu minder flamboyant dan vroeger, maar heeft wel altijd een grote wolk van Chanel-damesparfum om zich heen hangen. Als hij ooit overlijdt, neem ik dat over.

„Toen ik mode ging studeren in Arnhem trok ik voor het eerst boeken uit mijn vaders bibliotheek; hij heeft bijna drieduizend kunstboeken. We hebben een heel nieuwe band gekregen sinds onze interesse in kunst begon te matchen. We herkennen dezelfde drift in elkaar. Soms proberen andere familieleden aan te haken bij onze kunstreizen, maar dan raken we allebei geïrriteerd. We zijn perfect op elkaar ingespeeld, weten precies wat de ander goed of crap vindt. In Londen hebben we een keer elf tentoonstellingen in drie dagen gezien.

„Ik hou zolang ik me kan herinneren van mode. Toen ik een jaar of zestien was ging ik vaak samen met mijn beste vriend naar 2PR, een winkel in Amsterdam die joggingpakken van Bernhard Willhelm verkocht. Die kostten serieus geld, iets van 500 euro, dat spaarden we bij elkaar met bijbaantjes. We kochten altijd allebei hetzelfde pak. Die eigenaar vond dat geestig en heeft ons onder zijn hoede genomen. Hij sleepte ons mee naar feestjes in een hele leuke, expressieve scene. Dat heeft me gestimuleerd om naar de kunstacademie te gaan. Ik ontwerp inmiddels geen mode meer, maar maak nog wel tekeningen.

„Mijn smaak is jongensachtig. Ik heb altijd een pet op. Leren broeken zijn al twintig jaar mijn favoriete kledingstuk. Ik vind ze mooi en ze zitten lekker. Dit jasje met een print van Keith Haring, een familieheld, heb ik van mijn ouders gekregen voor m’n verjaardag.”