Op de bres om het seksisme in de literatuur te bestrijden

Actiegroep ‘Fixdit’ bestrijdt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de Nederlandse en Vlaamse literatuur. Het initiatief slaat aan. „Jonge lezers zien hier de noodzaak van in.”

Schrijfster Mary Dorna, auteur van onder meer Laten we vader eruit gooien, in een café naast een rokende man, circa 1930.
Schrijfster Mary Dorna, auteur van onder meer Laten we vader eruit gooien, in een café naast een rokende man, circa 1930.

Foto ANP/Spaarnestad

‘Vrienden die een blik op mijn boekenkast werpen en zien dat mijn kast vrijwel alleen maar uit werk van vrouwelijke auteurs bestaat, vragen weleens verbaasd: ‘Ben je dan niet bang dat je goede boeken misloopt?’” vertelt Wout Vlaeminck (33). „Maar niemand die mij vroeger vroeg: ‘Je hebt zoveel werk van mannen in de kast staan en zo weinig van vrouwen. Ben je niet bang dat je goede boeken misloopt?’”

Vlaeminck leest graag en veel. Hij streeft er bewust en doelgericht naar meer vrouwelijke auteurs te lezen, omdat hij er een paar jaar geleden achter kwam dat zijn boekenkast voornamelijk uit werk van mannen bestond. Hij initieerde bij een Vlaamse uitgeverij een heruitgave van de debuutroman van schrijfster Loekie Zvonik, Hoe heette de hoedenmaker? (1975). Ondertussen maakt hij Wikipedia-pagina’s aan voor onderbelichte schrijfsters. Hij vertelt dat hij als lezer graag meer wil doen tegen het seksisme in de literatuur en dat hij onder andere geïnspireerd werd door schrijverscollectief Fixdit.

Meer lezen van vrouwen, dat is precies de doelstelling van de literaire actiegroep Fixdit. Middels acties, essays en debatten presenteren zij zich als een groep auteurs die meer bewustzijn wil creëren van de genderongelijkheid in de letteren en die de canon wil uitbreiden met het werk van meer vrouwelijke schrijvers. Het collectief bestaat uit Yra van Dijk, Sanneke van Hassel, Rachida Lamrabet, Jannah Loontjens, Munganyende Hélène Christelle, Christine Otten, Gaea Schoeters, Shantie Singh, Fleur Speet, Manon Uphoff en Annelies Verbeke.

Boekenweekthema

Fixdit komt voort uit de reacties op het Boekenweekthema van 2019. Het thema van dat jaar was ‘De moeder, de vrouw’, naar het gedicht van Martinus Nijhoff. De Stichting CPNB koos twee mannen voor het schrijven van het Boekenweekgeschenk en het Boekenweekessay. De verontwaardiging daarover leidde tot een vlammend betoog ondertekend door bijna 300 schrijvers, critici en uitgevers, dat afgedrukt werd in NRC en de Vlaamse krant De Morgen: ‘Het is bedroevend dat er anno 2018 nog altijd beargumenteerd dient te worden waarom vrouwen ook (niet te verwarren met als enige) graag iets zouden willen en kunnen zeggen, ook als het om vrouwen gaat.’ Vanuit die brief verenigden elf schrijfsters, filosofen en letterkundigen zich en zo ontstond Fixdit.


Lees ook de beschouwing van Manon Uphoff over Een revolverschot van Virginie Loveling: De ‘zotheid’ van een intelligente vrouw

De Fixdit-leden opereerden in eerste instantie achter de schermen. Ze namen initiatieven om het onderbelichte werk van vrouwelijke auteurs te herdrukken, zoals Een revolverschot (1911) van Virginie Loveling en Een coquette vrouw (1915) van Carry van Bruggen en Laten we vader eruit gooien (1967) van Mary Dorna, die via uitgeverij Salamander in goedkope pocketuitgaven uitkwamen. De boeken kwamen ook aan bod bij de leesclub en de podcast van Fixdit.

Meer bekendheid kreeg het collectief afgelopen september, toen hun manifest Optimistische woede. Fix het seksisme in de literatuur (2022) verscheen; behalve een manifest ook een bundeling essays van de leden van het collectief.

Waarom zijn veel vrouwelijke auteurs in de vergetelheid geraakt, is daarbij een van de centrale vragen. Maar ook de ongelijke positie van vrouwen in het huidige literaire klimaat stelde het collectief aan aan de kaak. De publicatie ging gepaard met een tournee van betrokken schrijvers langs bibliotheken en boekhandels in Nederland en Vlaanderen.


Lees ook de recensie van Laten we vader eruit gooien van Mary Dorna

Carry van Bruggen, circa 1910. Foto Literatuurmuseum / Nationaal Archief

„De tour is goed aangeslagen”, vertelt schrijfster Jannah Loontjens. „We hebben nu alweer nieuwe aanvragen binnengekregen en sommige boekhandels willen ons terug laten komen.”

Flapteksten

Fixdit verwijst veel naar het onderzoek van literatuurwetenschapper Corina Koolen. Zij laat in haar proefschrift Dit is geen vrouwenboek (2020) zien dat veel lezers boeken van mannen anders beoordelen dan boeken van vrouwen. Bij mannen gaan de beoordelingen vaker over stijl, vorm en techniek. Vrouwen worden vaak gereduceerd tot het autobiografische. In een experiment manipuleerde Koolen voor proefpersonen telkens de gender op dezelfde fictieve flaptekst met daarop een samenvatting van het boek en een kort profiel van de auteur. Lezers mochten hun verwachtingen uitspreken op basis van deze informatie. Het bleek dat lezers bij de flaptekst met de mannennamen een beter boek verwachtten dan bij de vrouwennamen. De resultaten van haar onderzoeken passen volgens Fixdit in een bredere trend: werken van vrouwen worden minder gelezen, minder bestempeld als literatuur met de hoofdletter L en winnen minder vaak literaire prijzen. Met als gevolg dat vrouwelijke schrijvers worden weggepoetst uit het verleden.


Lees ook over de analyse van literatuurwetenschapper Corina Koolen: In de literatuur is de vrouw nog steeds een cliché

Naast de essays – die allemaal redelijk op zichzelf staan – bevindt zich in het hart van het boek het daadwerkelijke manifest; een collectieve vuist tegen genderongelijkheid in de literatuur. Met grote letters verkondigt Fixdit, als in een dadaïstisch gedicht van Paul van Ostaijen, de boodschap: ‘Waarschuwing: te weinig literatuur lezen van vrouwen kan leiden tot mentale armoede, BLINDE VLEKKEN, in het dagelijks leven’, en: ‘Termen als vrouwenliteratuur, queerliteratuur en migrantenliteratuur verraden waar de macht ligt.’

Afgelopen oktober bleek uit een enquête onder neerlandici en liefhebbers van literatuur over de literaire canon dat vrouwelijke auteurs toch weer waren ondergesneeuwd. De laatste keer dat daarvoor zo’n enquête werd gedaan was twintig jaar geleden, toen er ook al voornamelijk witte mannelijke auteurs in de lijst stonden van belangrijkste boeken in het Nederlands taalgebied. Toen haalde geen enkele vrouwelijke auteur de toptien. In de nieuwe lijst haalt Hella S. Haasse wel de toptien. Ze staat op nummer acht.

Leeslijsten

Schrijfster Virginie Loveling, circa 1920. Foto Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis

Op middelbare scholen lijkt inmiddels wel iets te veranderen. Neerlandica Yra van Dijk wijst naar onderzoek van Jeroen Dera, universitair docent aan de Radboud Universiteit, waaruit blijkt dat op de leeslijst van scholieren inmiddels één op de drie boeken is geschreven door een vrouw. Harry Mulisch, Tim Krabbé en W.F. Hermans zijn de drie meest gelezen schrijvers. Maar dat betekent niet dat zij het hoogst worden gewaardeerd. Boeken van vrouwen scoren iets hoger in waardering onder leerlingen in het middelbaar onderwijs en hun boeken worden het vaakst uitgelezen.

Het hervormen van de canon gaat niet vanzelf. Dus organiseert Fixdit verschillende activiteiten: naast de tournee van schrijvers is er een leesclub. Ook zijn er podcasts waarin Annelies Verbeke en Jannah Loontjens de nalatenschap van onderbelichte schrijfsters weer laten resoneren.

Het initiatief slaat aan. De populaire website ‘Lezen voor de Lijst’ krijgt bijvoorbeeld een update met behulp van Fixdit. Ook een uitgever van een lesboek voor Nederlandse literatuur benaderde het collectief om de leden mee te laten denken over een meer diverse en inclusieve aanpak.

Fixdit richt zich veelal op schrijvers, beleidsmakers, instellingen en het onderwijs en lijkt daarmee in de eerste plaats een discussie op gang te brengen onder professionals. De lezer krijgt het devies mee: lees meer boeken van vrouwen en draag die boodschap ook uit.

Met name onder jongeren komen de leden van Fixdit gedrevenheid tegen om de strijd tegen ongelijkheid in de literatuur aan te gaan. Loontjens: „Jonge lezers zien hier de noodzaak van in. Zij hebben hier een scherp oog voor.” Annelies Verbeke vult aan: „Zij hebben al veel meer overzicht van de systematische misstanden. Om dat uit te zoeken, daar heb ik zelf veel langer over moeten doen.”