Jury van Theater Festival kiest voor voorstellingen die westerse blik problematiseren

De meerstemmigheid waar de Toneeljury vorig jaar de nadruk op legde, voert ook dit jaar de boventoon in de selectie van de elf indrukwekkendste voorstellingen van het afgelopen seizoen voor het Theater Festival. In een seizoen „barstensvol gevarieerd en uiterst spannend en uitdagend theater” koos de Toneeljury voor voorstellingen die „de westerse blik problematiseren” en niet zijn gemaakt „vanuit een homogeen perspectief”.

Dit leidt wat de jury betreft tot theater waarin „nieuwe, waardevolle ontmoetingen” plaatsvinden „tussen Westen en mondiale Zuiden, orale en geschreven traditie, tussen diverse manieren van weten en zijn”. De jury, onder leiding van schrijver Abdelkader Benali, ziet het als een stap „in de zoektocht naar een nieuwe verbeelding van een collectief wij”. Meerdere voorstellingen in de selectie hebben bovendien een link met het Herdenkingsjaar Slavernijverleden.

Jonge en onafhankelijke makers

Het spannendste en uitdagendste theater wordt gezien de selectie van de jury hoofdzakelijk gemaakt door jonge of onafhankelijke makers (Carolina Bianchi, Ryan Djojokarso, Julian Hetzel, Daan van Bendegem van Compagnie Red Yellow & Blue), door collectieven (De Warme Winkel, De Hoe) en door Belgen (Gent, De Hoe en Action Zoo Humain). De grote Nederlandse, landelijk gesubsidieerde theatergezelschappen zijn ondervertegenwoordigd in de jurykeuze. Wel het Nationale Theater, Theater Rotterdam en Theater Oostpool, maar geen ITA, NITE, Theater Utrecht, Het Zuidelijk Toneel en Toneelgroep Maastricht.

Het werk van Romana Vrede werd net als vorig jaar gekozen. Hetzelfde geldt voor het Vlaamse De Hoe. Een andere juryfavoriet is regisseur Erik Whien, die voor de vierde keer in vijf jaar in de smaak valt. Van Ryan Djojokarso werd na zijn Winter in 2022 nu Herfst geselecteerd.

Romana Vredes ‘Tijd zal ons leren’ bij Het Nationale Theater is genomineerd.
Foto Bete van Meeuwen

Door de grote, Nederlandse gezelschappen veelal te mijden, bevat de juryselectie voor het merendeel voorstellingen die maar kort in de Nederlandse theaters te zien waren, van enkele dagen tot een week. Op het Nederlands Theater Festival, van 5 tot en met 15 september, krijgt een groter publiek alsnog de kans kennis te maken met een aantal van deze werken. Wellicht inspireert de uitverkiezing theaters ook om ze alsnog uitgebreider te programmeren.

Genderinclusieve VSCD

Tegelijk met juryselectie worden ook de nominaties voor de VSCD Toneelprijzen en de Cabaret Collectie (met een eigen jury, onder leiding van De Kleine Komedie-directeur Jörgen Tjon A Fong) naar buiten gebracht. De nominaties voor de VSCD Toneelprijzen worden dit jaar voor het eerst gedaan in een genderinclusieve vorm. De Louis d’Or, de Arlecchino en de Colombina, die bestonden sinds 1955, zijn afgeschaft. „Het klassieke binaire genderonderscheid aanhouden, past niet meer in deze tijd”, verklaart de VSCD. De Theo d’Or, die er was voor de beste actrice in een hoofdrol, is nu de overkoepelende naam voor drie soorten prijzen. Er zijn Theo d’Ors voor acteurs in dragende rollen en bijdragende rollen en voor grensverleggende podiumprestaties.

Bij de nominaties voor dragende rollen nemen drie eerdere winnaars het op tegen twee nieuwkomers. Uit de voorstelling A Case for the Existance of God zijn beide acteurs samen genomineerd. Emmanuel Ohene Boafo en Bram Suijker wonnen respectievelijk in 2021 en 2022 al een Louis d’Or, maar kunnen nu als duo een Theo d’Or winnen. Acteurs samen nomineren is geen noviteit sinds de vier acteurs van Weg met Eddy Belleguele in 2020 tegelijk werden genomineerd.

Maria Kraakman (winnaar in 2010) is genomineerd voor haar solo Prima Facie, bij ITA, in de regie van Eline Arbo. Voor het eerst genomineerd zijn Ntando Cele voor haar rol in SPAfrica van Studio Julian Hetzel en Lowie van Oers voor zijn rol in Wittgenstein 2. Aan de taal ligt het niet van Bo Tarenskeen.