Harvard doet er voortaan het zwijgen toe bij kwesties als de oorlog in Gaza

De universiteit van Harvard zal zich niet meer uitspreken over actuele zaken die „niet relevant zijn voor de kernfunctie van de universiteit”. Ook verklaringen van „empathie”, zoals eerdere over slachtoffers van de Russische invasie van Oekraïne of het Hamas-bloedbad van 7 oktober, zullen voortaan achterwege blijven. Dat maakte de instelling deze week bekend.

De universiteit neemt daarmee de aanbevelingen over van een adviescommissie die in april werd ingesteld naar aanleiding van studentenacties over de oorlog in Gaza. Volgens die commissie van acht docenten moet de universiteit zich beperken in het leveren van commentaar op actuele gebeurtenissen. „Met officiële uitingen van empathie kan de universiteit de indruk wekken meer te geven om sommige gebeurtenissen en plaatsen dan om andere” en „sommige leden van de universitaire gemeenschap van zich te vervreemden door solidariteit uit te spreken met andere.”

Dat strookt niet met de „kernfunctie” van een universiteit, door Harvard-hoogleraar rechten Noah Feldman, lid van de commissie, in The New York Times omschreven als het bevorderen van „open onderzoek, rationeel debat, uiteenlopende standpunten en expertise”. In een interview met de universiteitskrant The Harvard Gazette licht Feldman toe: „Harvard is geen regering en zou geen buitenlands of binnenlands beleid moeten hebben.”

Studenteneisen

Universiteiten, ook in Nederland, staan onder druk om zich uit te spreken over de oorlog in Gaza. Studentengroepen eisen dat hun universiteiten partij kiezen en banden met Israëlische instellingen verbreken.

Volgens Harvard houdt het beleid geen complete neutraliteit in. De universiteit wil zich, aldus het bestuur, wel blijven uitspreken in discussies die direct onderwijs en onderzoek raken. Als voorbeeld noemt Feldman een voorstel van presidentskandidaat Trump om donaties aan particuliere universiteiten zoals Harvard zwaar te belasten. Ook zal de universiteit zich sterk blijven maken voor positieve discriminatie in de toelating van studenten uit minderheidsgroepen.

Veel Amerikaanse universiteiten stellen zich in navolging van de universiteit van Chicago ‘institutioneel neutraal’ op in politieke controverses. Bij Harvard ontbrak tot nu toe zo’n richtlijn.

lid adviescommissieNoah Feldman Mensen zullen eraan moeten wennen

Volgens Feldman is het advies van de commissie niet alleen een reactie op de oorlog in Gaza. Universiteiten verkeren al ruim tien jaar in een sterk veranderd opinieklimaat, door de opkomst van sociale media en de polarisatie in de Amerikaanse samenleving. De nieuwe zwijgzaamheid zal wel wennen zijn, voorziet Feldman: „Er zal een forse cultuuromslag moeten komen, mensen zullen eraan moeten wennen dat Harvard daadwerkelijk een ‘minder zeggen’-politiek voert.”

Harvard kwam eind vorig jaar onder vuur van Republikeinse politici en sommige donateurs door pro-Palestijnse studentenacties op de campus. Bestuursvoorzitter Claudine Gay moest aftreden. Zij had volgens critici tijdens een hoorzitting van het Huis van Afgevaardigden onvoldoende afstand had genomen van gescandeerde leuzen.

In Nederland hebben universiteiten en de KNAW geen stelling betrokken over de oorlog in Gaza, met vergelijkbare argumenten als Harvard. Wel gaven de Universiteit van Amsterdam (UvA) en die van Leiden onder pressie van activisten een overzicht van hun banden met Israëlische universiteiten. De UvA wil daar een „brede dialoog” over organiseren, Leiden zal een ethische commissie instellen. De TU Delft weigerde om veiligheidsredenen zo’n overzicht te publiceren.