Woensdag heb ik het hele debat geluisterd. Dat doe ik dus nooit meer. Donderdag wilde ik mijn bed niet uitkomen. Onder een deken van cynisme en leugens lag ik naar het plafond te staren. Wilders, Yesilgöz en hun maatregelen spookten door mijn hoofd: een crisis uitroepen om geen asielaanvragen in behandeling te nemen, de vluchtelingen niet spreiden, wegkijken en gokken dat ze verdwijnen. Iedereen in Budel en Ter Apel, of het asielzoekers, vrijwilligers of bewoners zijn, kan in de stront zakken. Die voorbedachte bende moet zorgen dat Nederland onaantrekkelijk wordt voor wie zijn thuisland ontvlucht. Het idee werd verkocht als een denktankwaardige strategie. Nederland onaantrekkelijker maken. Alsof de Duitsers wanneer ze daar een werkbare oplossing in zagen, ons niet allang voor zouden zijn gegaan. Intussen wordt die kermisredenering binnen en buiten de Kamer geaccepteerd alsof Nederland werkelijk aantrekkelijker zou zijn dan haar buurlanden. Dat is ze niet. Sowieso is het eten hier slechter, de woningmarkt krapper en de bevolking dommer. Dat laat zich immers die onzin verkopen.
Vanaf Twitter riep de persvoorlichter van Vluchtelingenwerk dat onze buurlanden al jaren meer vluchtelingen opnemen. Hij had daar cijfers bij. Je zou denken dat Omtzigt dan zou opletten, maar die googelde of Rob Jetten de prijs van een concertkaartje voor Ilse de Lange goed had. De cijfers over vluchtelingen liet hij straal voorbijgaan. Duitsland en België krijgen per capita meer aanvragen dan Nederland en ze kennen meer vergunningen toe. Volgens de coalitiepartners moeten ze dan aantrekkelijker zijn dan Nederland.
Als leugens water waren, moesten Kamerleden al naar de interruptiemicrofoons waden en toen moest Caroline nog komen. „Nederland zorgt voor voedsel in de wereld”, riep ze. Graan dat hongerige kinderen kan voeden, geven we hier aan kunstmatig verwekte kippen en varkens, maar soit. Caroline kon verder. Met emotie sprak ze over de tranen van de boeren. Ze stond hier voor hen, zei ze, maar haar daden lijken vooral de belangen van importeurs van bovengenoemd graan te dienen. Dat de miljarden die boeren naar een andere toekomst konden helpen, met het Landbouwakkoord, van tafel gingen, vindt ze prima. „Die miljarden belanden toch niet op boerenerven.” Boeren die niet meer boeren, kan de BBB niet gebruiken, net als de graanverkopers dat niet kunnen, maar dat is waarschijnlijk toeval. Het cynisme waarmee boerenpartijen boeren uitmelken, laat zelfs stedelingen huilen.
In de Kamer werd veel gelachen om zure linkse collega’s, maar iedereen was zuur. Dat kan niet anders als je uren door leugens moet waden. Zelfs kijkers gingen kopje onder. Ik kreeg het advies debatten alleen nog via Tiktok-filmpjes te volgen. Het gevaar loert dan dat je bij verkiezingen op de grappigste, meest snedige, of beste leugenaar stemt, maar dan kom je in ieder geval nog opgewekt je bed uit.
Pieter Omtzigt wil snel terugkeren als fractievoorzitter van Nieuw Sociaal Contract (NSC), dat heeft de partij zaterdagavond aan Nieuwsuur laten weten. Omtzigt trok zich ruim twee maanden geleden terug om gezondheidsredenen, maar zette geen plaatsvervanger op zijn zetel in de Tweede Kamer. Mogelijk keert hij dinsdag al terug in Den Haag.
Omtzigt kampte in 2021 met een burn-out na een tumultueuze periode op het Binnenhof, destijds nog als CDA-kamerlid. Hij zou niet meer terugkeren bij die partij en ging verder als eenmansfractie. In augustus 2023 richtte hij NSC op.
Na een jaar met daarin een verkiezingsoverwinning, een moeizame formatie en een eerste kabinetscrisis (over de begroting), besloot Omtzigt in september een stap terug te doen. Nicolien van Vroonhoven vulde de afgelopen maanden de rol van fractievoorzitter in als plaatsvervanger van Omtzigt.
Catshuis
Afgelopen vrijdag speelde NSC de hoofdrol in een nieuwe kabinetscrisis, ditmaal over de nasleep van het geweld in Amsterdam rond de voetbalwedstrijd tussen Ajax en het Israëlische Maccabi Tel Aviv. Staatssecretaris Nora Achahbar (Toeslagen en Douane, NSC) kondigde haar vertrek aan vanwege de „polariserende omgangsvormen van de afgelopen weken”.
Na crisisoverleg in het Catshuis werd de val van het kabinet afgewend. Korte tijd ging het gerucht rond dat Pieter Omtzigt vrijdag onderweg zou zijn geweest naar Den Haag voor het crisisoverleg, maar dat werd snel ontkracht door zijn partijgenoten. Op zaterdag 23 november vindt het halfjaarlijkse partijcongres van NSC plaats in Nieuwegein. Het is nog onduidelijk of Omtzigt bij het congres aanwezig zal zijn.
Lees ook
Dick Schoof kan weer verder met zijn kabinet: met een gedeukt imago, dat wel
Het is zo’n snelle, soepele wegdraaiactie kort voor rust waaraan te zien is dat Frenkie de Jong langzaam weer toegroeit naar zijn topvorm. De middenvelder staat halverwege de helft van Hongarije met spits Barnabas Varga in zijn rug. De Jong doet alsof hij voor een veilige pass terug kiest, maar versnelt dan opeens.
Met een paar korte tikjes neemt hij de bal aan zijn rechtervoet mee in de draai. Varga kan weinig uitrichten, De Jong schermt de bal slim af, in een voor hem zo kenmerkende beweging. De Jong is weg, doorbreekt de eerste verdedigingslinie en passt op Ryan Gravenberch.
Hij wordt, zei hij eerder in de week, „steeds vrijer” in zijn hoofd na een enkelblessure die hem maandenlang aan de kant hield. Bij zo’n moment wordt dat tastbaar: de door De Jong opgezette aanval leidt tot een strafschop die wordt benut door Cody Gakpo, de 2-0.
433 dagen na zijn laatste optreden in Oranje, september vorig jaar tegen Ierland, maakte Frenkie de Jong (27) zaterdag tegen Hongarije zijn rentree (4-0 zege). Feilloos speelde hij zeker niet. Wel waren er weer vlagen van zijn klasse te zien.
Hij presenteerde zich vrijwel direct weer als de dominante regisseur, met 74 balcontacten in 68 speelminuten. Wijzen, praten, de bal vragen, dribbelen, acties maken, ruimtes creëren. Alsof hij niet is weggeweest, houdt hij na anderhalve minuut zeker zo’n tien seconden de bal aan zijn voet. Snelle kapbewegingen, de tegenstander lokken, zoeken naar de opening. Zoals hij na veertig minuten de bal oppikt bij zijn eigen keeper en zomaar met een rush de as van het veld oversteekt.
Zijn naam wordt het hardst geroepen door het publiek, als de opstellingen klinken in de Johan Cruijff Arena. Na het voor hem pijnlijke gemis van het EK afgelopen zomer, vanwege zijn gekwetste enkel, is het een aangenaam weerzien. Vroeg op de avond loopt hij als een van de weinigen zonder ‘oortjes’ uit de spelersbus. Een voetbaltas losjes over zijn rechterschouder, handen in zijn blauwe trainingsjack gestoken. Bij de veldinspectie beweegt hij zijn heupen een beetje, kijkt wat rond in het stadion dat hij zo goed kent, maakt een praatje met zijn maatje Matthijs de Ligt.
Alles even losgooien
Er waren momenten dat hij vreesde voor blijvende schade aan zijn rechterenkel, zei hij woensdag in Zeist. „Wordt de enkel weer zoals die is geweest? Dat heeft wel regelmatig door mijn hoofd gespeeld, alle scenario’s eigenlijk wel.” Begin oktober maakte hij na ruim vijf maanden zijn rentree bij FC Barcelona – enkele weken later was hij met een invalbeurt al belangrijk in een 4-0 zege op Real Madrid. De laatste paar duels was hij basisspeler en ook aanvoerder bij zijn club.
Hij is veel bezig met zijn enkel, laat zich rond duels en trainingen consequent behandelen. Als hij zaterdag het veld op komt voor de warming-up, ruim een half uur voor de aftrap, doet hij net iets langer oefeningen voor zichzelf. Alles even losgooien – knieën, enkels, armen. Daar waar de rest bijna direct in de weer is met een bal.
Na zes minuten grijpt hij even naar zijn rechterenkel als Willi Orbán wild op hem inkomt – en geel krijgt. Even voelt hij aan zijn voet, wat duidt op pijn, maar hij gaat weer verder. In de onderlinge duels lijkt hij zich niet in te houden, hij wint de paar tackles die hij aangaat, daar waar hij eerder bij FC Barcelona soms nog wat voorzichtig oogde.
Met name verdedigend lijkt hij in bepaalde situaties nog kracht en intensiteit te missen. Dan zit hij er net niet dicht genoeg op om een tegenstander het moeilijk te maken. Na een sprint in de tweede helft staat hij even uit te puffen. Met spelmaker De Jong krijgt Oranje moeizaam druk op Hongarije, dat enkele grote kansen mist.
Na afloop is De Jong nog opvallend terughoudend over de progressie met zijn enkel. „Ik heb er nasleep van. Dat zal tijd nodig hebben”, zegt hij bij de NOS. In dat interviewtje van twee minuten, gebruikt hij drie keer het woord hopelijk: hopelijk wordt hij fitter, hopelijk gaat de pijn weg, hopelijk vindt hij zijn ritme weer.
Al is er, op basis van het duel tegen Hongarije, genoeg om op door te bouwen. Aanvallend oogde de samenwerking met de andere twee middenvelders – Ryan Gravenberch naast hem en Tijjani Reijnders voor hem – vloeiend. Die twee hebben veel loopvermogen en dynamiek. Met meerdere middenvelders in topvorm, onder wie ook Teun Koopmeiners, sprak Koeman in aanloop van een „luxeprobleem”.
Veel diepgang
Waar eerder kritiek was dat De Jong vaak alleen in de breedte passt, onderscheidt hij zich zaterdag met veel passing in de diepte. Hij creëert met een voorzet een kansje voor rechtsback Denzel Dumfries, bedient linksbuiten Gakpo meerdere keren met fijne steekpasses, evenals rechtsbuiten Donyell Malen.
Dat De Jong voor veel diepgang zorgt, blijkt uit de statistieken van databureau Opta: 31 van zijn in totaal 64 passes eindigen in de zogeheten final third, het aanvallendste deel van het speelveld. Hoewel dit risicovollere passes zijn, komen er met 26 van de 31 relatief veel aan. Op dit onderdeel scoort De Jong zaterdag het hoogst van alle spelers.
Hoewel Oranje defensief veel weggeeft, wint het ruim door doelpunten van Wout Weghorst (strafschop), Gakpo (strafschop), Denzel Dumfries en invaller Teun Koopmeiners. Nederland plaatst zich zo voor de kwartfinale van de Nations League, maart volgend jaar. De Jong krijgt in de 68ste minuut applaus en een handje van Koeman als hij wordt gewisseld voor Koopmeiners. „Ik ben blij om terug te zijn”, zegt hij even later voor de camera.