2023 was een goed jaar voor Hema. Dankzij een aantal scherpe keuzes heeft de winkelketen de winst en de omzet verder zien toenemen. De omzet steeg met ruim 7 procent ten opzichte van het jaar daarvoor en kwam uit op ruim 2,1 miljard euro. De brutowinst (voor belasting) verdubbelde bijna, tot 61,1 miljoen euro.
Hema’s boekjaar, dat van februari 2023 tot en met januari 2024 loopt, mag dus succesvol genoemd worden. Het concern, dat in 2020 door schuldeisers werd overgenomen van de Britse durfinvesteerder Lion Capital en daarna werd doorverkocht aan Jumbo-familie Van Eerd en investeerder Parcom, heeft in een paar jaar tijd een ware ommekeer gemaakt. In boekjaar 2020 bedroeg de omzet nog 1,1 miljard en het verlies 215 miljoen euro.
Onder leiding van de in 2021 aangetreden bestuursvoorzitter Saskia Egas Reparaz keerde Hema (17.000 werknemers, van wie 6.500 bij franchisenemers) weer terug naar datgene waar de keten om bekendstond: degelijke producten voor een betaalbare prijs. En daarbij werd ook een verduurzamingsslag gemaakt.
Dat ging niet vanzelf. Hema nam na een periode van grote verliezen afscheid van een ambitieuze internationale groeiagenda en sloot winkels in het Verenigd Koninkrijk en Spanje. Het bedrijf richt zich sindsdien op de drie kernlanden van het concern: Nederland, België en Frankrijk. In die drie landen werden in 2023 negen winkels geopend, waarmee het totaal er op 725 winkels kwam. Dit jaar verwacht het concern in de kernlanden nog eens vijftien filialen te openen. Hema heeft verder nog een klein aantal winkels in Duitsland, Oostenrijk en Luxemburg.
Ook zette Hema vaart achter de verbouwing van oude winkels naar een nieuw winkelconcept, ‘Hema 100’ geheten, verwijzend naar het 100-jarig bestaan van het concern in 2026. Negentien winkels werden verbouwd, dit jaar volgen er volgens planning nog eens 125. Ook stopte het bedrijf eerder dit jaar met het aanbieden van schadeverzekeringen en werd er om de kosten te drukken ook flink geschrapt in het assortiment in de winkels en in het aantal personeelsleden op het hoofdkantoor in Amsterdam, waar veertig banen verdwenen.
Die keuzes waren noodzakelijk, aldus Egas Reparaz in een toelichting bij de cijfers: „De omstandigheden in de retailsector blijven onverminderd uitdagend, met stijgende kosten van inkoop en arbeid, technologische vernieuwingen en de geopolitieke situatie. We blijven dus scherp op kosten en blijven investeren in onze mensen, producten en winkels en verdere groei en verduurzaming van ons bedrijf.” Hema kreeg als gevolg van de hoge inflatie te maken met fors hogere inkoopkosten én fors gestegen lonen voor de werknemers: in 2023 bedroeg de loonstijging tussen de 8 en 15 procent, dit jaar komt daar nog eens 10 procent bovenop. Die kosten moeten worden terugverdiend en dus zal Hema ook de komende jaren blijven zoeken naar manieren om de kosten te drukken.
Daarbovenop kampt Hema ook nog eens met forse schulden. Zo staat er een bankschuld op de balans van 35 miljoen euro, die in 2026 moet worden afgelost. Desgevraagd laat Hema weten de bankschuld op tijd en „vanuit onze eigen middelen” stapsgewijs te zullen aflossen. Ook heeft Hema in coronatijd gebruikgemaakt van de mogelijkheid om de belastingaanslag door te schuiven naar de toekomst. De winkels werden destijds, net als veel andere retailers, hard geraakt door de lockdowns. Als gevolg daarvan staat nog een schuld van 81 miljoen open bij de fiscus. Die moet ook de komende jaren worden terugbetaald en daarvoor is een gezonde winstmarge noodzakelijk.
Egas Reparaz liet donderdag weten dat de totale winst over boekjaar 2023 dan ook in het bedrijf geïnvesteerd zal worden: er volgt geen uitkering aan de aandeelhouders. Door het geld in het bedrijf te houden, hoopt Hema verder te kunnen investeren in groei en hogere winst, alsmede de schulden zelf te blijven aflossen.