Caroline van der Plas en Lilian Marijnissen hebben één ding gemeen: ze willen er niet bij horen in Den Haag

Recensie

Boeken

Haagse politiek SP-leider Lilian Marijnissen en BBB-leider Caroline van der Plas schreven allebei een boek, met als rode draad hun buitenstaanderschap in Den Haag. Waarom lijkt de boodschap van de één aan te slaan en van de ander telkens niet?

Lilian Marijnissen (SP) en Caroline van der Plas (BBB) na afloop van hun gesprekken met informateur Herman Tjeenk Willink (PvdA).
Lilian Marijnissen (SP) en Caroline van der Plas (BBB) na afloop van hun gesprekken met informateur Herman Tjeenk Willink (PvdA).

Foto Laurens van Putten/ANP

SP-leider Lilian Marijnissen loopt al bijna zes jaar rond op het Binnenhof, maar schrijft met enige trots in haar boek De winst van eerlijk delen dat zij zich er nog altijd niet thuis voelt. Ze ergert zich aan ‘de wereldvreemdheid’ van Haagse politici, die ‘weinig zicht hebben op het leven van mensen’. Caroline van der Plas, leider van de BoerBurgerBeweging en Kamerlid sinds maart 2021, is in haar boek Gewoon gezond verstand nog wat negatiever en ziet in Den Haag vooral politici die vanuit ‘de Haagse ivoren toren op het gepeupel neerkijken’.

Marijnissen en Van der Plas publiceerden allebei onlangs een boek, zoals bijna iedere fractievoorzitter tegenwoordig doet, om zich politiek scherper te profileren en ook de mens achter de politicus neer te zetten. Marijnissen en Van der Plas presenteren zich als buitenstaander en beschrijven vanuit hun eigen perspectief op de linker- en rechterflank beschrijven waarom het huidige politieke systeem niet goed meer werkt. Ze richten zich vanuit de Tweede Kamer allebei op de boze, ontevreden burger. Waar het Marijnissen met de SP al jaren niet lukt om met het vertolken van de onvrede verkiezingen te winnen, is de populariteit van Van der Plas volgens de peilingen juist wel fors gegroeid. Uit de twee boeken blijkt niet waarom die verdeling zo scheef is: waar Marijnissen een serieuze poging doet om een politieke analyse te maken en alternatieven te schetsen, is het boek van Van der Plas vooral een lange aanklacht tegen ‘de poppenkast’ Den Haag, zonder serieuze eigen ideeën.

Anderen hebben schuld

In De winst van eerlijk delen komt Marijnissen met de bekende SP-analyse: het neoliberalisme is de bron van alle kwaad. Dit politiek-economische model is niet op z’n retour, maar volgens Marijnissen juist ‘diep geworteld’ in alle segmenten van de samenleving, van de zorg tot de woningmarkt. Hoewel Marijnissen tevreden vaststelt dat ook partijen als de VVD en het CDA kritischer zijn geworden op de markt en het neoliberalisme al jaren onder vuur ligt, blijft ze vaag over waarom de SP daarvan niet heeft geprofiteerd. Linkse partijen zouden de afgelopen jaren onvoldoende een echte ‘ideeënstrijd’ met ‘fundamentele systeemkritiek’ hebben gevoerd.


Lees ook dit profiel van Lilian Marijnissen

Marijnissen wijst ook naar anderen: door twaalf jaar rechts VVD-beleid waarin voor gewone mensen volgens Marijnissen weinig verbeterde, zouden kiezers ‘afgehaakt gemaakt’ zijn, of in de armen van radicaal-rechtse partijen zijn gedreven. Marijnissen schrijft dat deze partijen ‘gewone werkende mensen niets te bieden’ hebben, maar verklaart niet waarom zij wél veel steun krijgen, en de SP niet.

Kritisch is Marijnissen ook op andere linkse partijen als PvdA, GroenLinks en D66. Die zouden niet ‘moeten neerkijken’ op kiezers die zorgen hebben over migratie, of de gewone man moeten aanspreken op het eten van een stukje vlees. Voor een succesvol klimaatbeleid is niet individuele gedragsverandering, maar een economische ommezwaai nodig, betoogt Marijnissen. ‘Met steentjes redden we het niet.’ De discussie op links over ‘woke’ thema’s leidt ook af van waar het volgens Marijnissen echt om gaat: het kapitalisme.

Iers bloed

Marijnissen wordt af en toe persoonlijk, als ze met een anekdote komt over haar studietijd, waarin ze al liever actievoerde dan voor tentamens leerde. Maar de mens Lilian Marijnissen komt verder weinig terug in De winst van eerlijk delen, het boek is echt een politiek pamflet. Dat is totaal anders bij Gewoon gezond verstand van Caroline van der Plas, die honderd pagina’s nodig heeft om haar persoonlijke leven tot haar entree in de Haagse politiek te beschrijven.


Lees ook dit interview van Petra de Koning met Caroline van der Plas

Van der Plas komt uit een familie van ‘sterke vrouwen’ en ze weet zeker dat het Ierse bloed in haar familie haar een ‘positieve, sterke en strijdbare houding’ in het leven heeft bezorgd. Ronduit ontroerend is hoe ze het akelige ziekbed en het overlijden van haar man Jan beschrijft. Dat ze vlak daarna naar het grote boerenprotest in 2019 ging, en verder bouwde aan de oprichting van BBB, gaf haar energie. ‘De boeren gaven me de kracht om het leven zonder Jan op te pakken met een hernieuwd perspectief.’

Van der Plas – vroeger journalist – schrijft veel korte, simpele zinnen, het lijkt soms alsof al haar hersenspinsels ongefilterd zijn afgedrukt. Die schrijfstijl past bij het ‘gezond verstand’-imago dat Van der Plas wil uitdragen, maar het maakt het boek erg uitgeschreven en haalt het tempo eruit. Marijnissen schrijft leesbaarder, maar weer een tikkeltje braaf. De opbouw van haar betoog – eerst een analyse van het neoliberalisme en daarna hoe dit per thema doorwerkt in politieke keuzes en het leven van mensen – maakt dat er veel herhaling in het boek zit en het wat opsommerig wordt, alsof je een samenvatting van het SP-verkiezingsprogramma leest. Beide boeken – elk bijna 250 pagina’s – hadden minder dik mogen zijn.

Borstklopperij

Als Van der Plas de overstap maakt van haar privéleven naar de politiek slaat ze door in het gebruik van diskwalificaties en krachttermen. Den Haag is ‘een slangenkuil’ vol ‘gekonkel’, maatregelen van het kabinet zijn ‘belachelijk’ (dit woord komt twaalf keer in het boek voor), ‘schandalig’ of ‘stuitend’. Met een overvloed aan te grote woorden ondergraaft Van der Plas het inhoudelijke punt dat ze wil maken. De vergelijkingen met andere Kamerleden die ze maakt neigen wel erg naar borstklopperij. Van der Plas declareert ‘geen cent’ terwijl ze dat als Kamerlid wel mag, ze groet ’s ochtends én ’s avonds altijd alle medewerkers in de Kamer – alsof andere Kamerleden dat niet doen. Van der Plas is bij zoveel mogelijk debatten en hoorzittingen en vindt dat sommige collega’s niet hard werken. Ze stelt zelfs voor het salaris van minder zichtbare Kamerleden te verlagen.

Ideologisch is Gewoon gezond verstand een gemiste kans. Van der Plas besteedt uiteraard een hoofdstuk aan het ‘waanzinnige’ en ‘onhaalbare’ stikstofbeleid, maar schrijft eigenlijk niets over hoe ze over andere grote politieke thema’s denkt en draagt zo bij aan het idee dat BBB een one-issuepartij is. Ze komt niet veel verder dan dat ‘de menselijke maat’ terug moet keren in al het overheidsbeleid. Marijnissen probeert in het laatste deel van haar boek wel een alternatief voor het huidige beleid te formuleren. Ze houdt een pleidooi voor ‘een antikapitalistische, socialistische visie op klimaatbeleid’ en ‘radicale democratisering’.

Of Marijnissen met de analyse uit dit boek electoraal de weg omhoog weer weet te vinden is de vraag. Veel zelfreflectie bevat het niet, en hoewel ze zich scherper afzet tegen de rest van links, staat het niet bol van nieuwe ideeën. Ook missen er dingen: aan een thema als stikstof – vermoedelijk een belangrijk campagnethema bij de Provinciale Statenverkiezingen in maart – besteedt ze amper aandacht.

Dat Van der Plas in haar boek met weinig inhoudelijke vergezichten komt hoeft haar richting de verkiezingen niet te deren. Zolang stikstof in het nieuws blijft, zal ze automatisch veel media-aandacht krijgen en haar imago van buitenstaander die wars is van de Haagse mores kunnen blijven uitbuiten.