Ah, Braziliaanse dans! Opzwepend, ritmisch, soepel en sensueel, kortom heerlijk om te zien, zalig om te doen. In ons kille landje warmen dansliefhebbers en amateurdansers zich al jaren aan populaire Braziliaanse dansvormen als salsa, samba, zouk, lambada, axé, forro en capoeira. Over de theaterdans van Brazilië vernamen we echter lange tijd weinig tot niets in Nederland. Een enkele keer bezochten grotere gezelschappen van enige naam theaters in de grote steden en er kwamen ook Braziliaanse aspirant-choreografen naar de School voor Nieuwe Dansontwikkeling, van wie sommigen in Nederland bleven hangen. Maar hedendaagse dans úít Brazilië? Die leek bijna niet te bestaan.
Tot er ineens een hele nieuwe generatie dansmakers bleek opgestaan. Ze duiken op tijdens internationale festivals, nu dus het Holland Festival, met enerverende choreografieën die sterk zijn geworteld in de veelheid aan culturen waaruit de Braziliaanse maatschappij is samengesteld. Zo houden de nieuwe dansmakers hun samenleving een spiegel voor. Samen-leving is misschien een iets te mooi woord voor een land dat wordt doorsneden door duidelijke, soms bijna ondoordringbare scheidslijnen die alles te maken hebben met afkomst, huidskleur, geografie en sociaal-economische status.
Die verdeeldheid blijkt ironisch genoeg een vruchtbare voedingsbodem voor dansvoorstellingen die bol staan van maatschappelijk activisme, politiek pamflettisme, anti-racisme, dekolonisatie, erfgoedonderzoek, aangrijpende zelf-expressie of empowerment. Soms verbazingwekkend ongefilterd, maar ook gestileerd tot mystieke rituelen of surrealistische taferelen en vaak met een enorme fysieke energie die niet is ingesnoerd door een technisch systeem.
Miskramen
In het Holland Festival geeft danseres-choreografe-fotografe Flavia Pinheiro in de solo The Unborn op een emotioneel herkenbare en ontroerende manier vorm aan het verdriet van haar moeder, die haar leven lang rouwde om de kinderen die zij door miskramen verloor. Haar dochter Flavia voelde die maar al te aanwezige last van afwezigen al van jongs af. Pinheiro, die in Amsterdam woont en werkt, kruipt en kronkelt in The Unborn door een duistere tussenwereld vol mysterieuze geluiden en stemmen in een poging contact te leggen met de geesten van die nooit geboren kinderen, alle nooit geboren kinderen én die van de kinderen die ook nooit geboren zullen worden.
Spiritualiteit tekent ook de solo van de Braziliaans-Franse danseres en antropologe Ana Pi die haar lichaam in The Divine Cypher in bezit laat nemen door de geest van experimenteel cineaste Maya Deren. Net als Pi deed deze vrouw onderzoek naar Haïtiaanse danstradities. Met urban dance, voodoo en scifi creëert Pi beelden waarin ze heden, verleden en toekomst verweeft tot een fascinerend ritueel.
Animisme
De spiritualiteit die de Braziliaanse dans vaak kleurt – animisme en contact met de geestenwereld – is terug te voeren op de oorspronkelijke culturen van Zuid-Amerika en de cultuur die de tot slaaf gemaakte Afrikanen meebrachten. Lange tijd werden die als minderwaardig gezien door de Europees georiënteerde elite. Die waardeerde en steunde (mondjesmaat) vooral ballet, bij uitstek een ‘witte’ kunstvorm, of stijlen die geschoeid waren op de klassieke techniek, verweven met Braziliaanse traditionele vormen. Deze groepen, onder andere Companhia Deborah Colker, Grupo Corpo en Balé da Cidade de Sao Paolo, bezochten ook Nederland.
President Lula da Silva zorgde voor een herwaardering van inheemse kunstenaars
Pas rond de millenniumwisseling kreeg de hedendaagse dans momentum, niet in de laatste plaats dankzij de cultuurpolitiek van de socialistische president Lula da Silva. Hij zorgde voor een herwaardering van inheemse kunstenaars en stimuleerde cultuurparticipatie in de favela’s, ook als vreedzaam wapen tegen het bendegeweld daar. Daarmee legde hij de basis voor een nieuwe generatie makers die creëert vanuit een enorme urgentie. Zo ontstond een kleine Braziliaanse golf in de dans, uma onda Brasileira. Ook de rest van de wereld maakte zo kennis met onder anderen Marcelo Levi & Lucía Russo, Bruno Beltrão, Lia Rodrigues en Alice Ripoll en nog veel meer kleinere groepjes van hiphoppers en autodidacten. Sommigen van hen, Rodrigues en Ripoll bijvoorbeeld, zijn afkomstig uit de witte middenklasse maar kiezen welbewust voor de weerbarstige werkomgeving van de favela’s, waar een enorm reservoir aan danstalent staat te trappelen om armoede en geweld te ontvluchten via de dans.
Anarcho-choreografie
Grupo Cena 11, maker van de grote dansvoorstelling in het Holland Festival, heeft een iets andere geschiedenis. Het gezelschap van Alejandro Ahmed ontstond al eerder, in 1995, maar deze ‘punkers van de Braziliaanse dans- en performancescene’, zoals hun bijnaam luidt, liet met radicale, experimentele benadering van dans zien dat verandering in de lucht zat. Ahmed creëert multidisciplinaire werken waarin technologie, AI, film, taal en tekst een belangrijke rol spelen. Zelf noemt de choreograaf zijn werk ‘anarcho-choreografie’. Verrassend genoeg heeft de groep nog maar weinig in Europa opgetreden (in Nederland alleen in het reizende festival Ervaar Daar Hier), terwijl het experimentele karakter prima aansluit bij de Europese dans.
De thematiek van Ahmeds Holland Festivalvoorstelling Eu não sou só eu em mim (‘Ik ben niet alleen ik in mijzelf’) is weliswaar universeel, maar Braziliaans van inspiratie: in O Povo Brasileiro (Het Braziliaanse volk) werpt antropoloog Darcy Ribeiro vragen op over identiteit en cultuur in een smeltkroesnatie als Brazilië. Met de ‘onzuiverheid’ van de vorm – Ahmed goochelt met minimal dance, Afrikaanse en Braziliaanse dans, pianomuziek, elektronische klanken, lichteffecten en tekst – demonstreert de choreografie de pluriforme Braziliaanse maatschappij waarin niemand een enkelvoudige identiteit heeft en al die identiteiten in relatie tot anderen voortdurend in verandering zijn. De dansers, die aanvankelijk als eilandjes opereren, komen langzaam bijeen.
Met de komst van Jair Bolsonaro leek het gedaan met de opkomst van de hedendaagse dans in Brazilië. Bolsonaro schafte zowel het cultuurministerie als de weinige subsidies die er waren af, waarna Covid-19 nog meer hindernissen opwierp. Na de verkiezingen van 2022 echter trad Lula da Silva opnieuw aan als president. De zon begon weer te schijnen voor de Braziliaanse dans, die ongetwijfeld weer zal opbloeien.
De makelaar had het tussen neus en lippen door laten vallen: „By the way, Igor Stravinsky kwam hier weleens op bezoek.” ‘Hier’ is een Amsterdams rijtjeshuis uit begin 1900, op een paar minuten wandelen van het Concertgebouw. In de jaren twintig van de vorige eeuw dirigeerde Stravinsky er regelmatig zijn eigen composities. Nu wordt het huis bewoond door violiste Candida Thompson (1967), artistiek leider van strijkorkest Amsterdam Sinfonietta. Terwijl de waterkoker pruttelt vertelt ze in geuren en kleuren over de vroegere artistieke bewoners. „Boven woonde beeldend kunstenaar Friedrich Vordemberge-Gildewart, met wie Stravinsky bevriend was. Beneden werd het verhuurd aan musici.”
Om de hoek is het Museumplein, waar de trams langsrinkelen en zuurstokroze flexbezorgers voorbij sjezen. Maar Thompsons keukentje is op deze strakblauwe oktobermorgen een oase van stilte. Aan de keukentafel zit nog een violiste: Simone Lamsma (1985). De wereldwijd veelgevraagde soliste is net terug uit het Engelse Nottingham, waar ze met het BBC Philharmonic Orchestra Saint-Saëns en Ravel speelde. In de dagen ervoor was ze elke avond in Nederland op pad met Philharmonie Zuid voor het vioolconcert van Sibelius.
Lamsma: „Het voelt alsof het seizoen al maanden bezig is, terwijl we zijn nog maar een paar weken geleden begonnen zijn. Maar dat is prima, ik heb een rustige zomer gehad. En jij hebt het ook druk, weet ik.” Thompson knikt. Ze heeft er zeven concerten in Zuid-Amerika opzitten met Amsterdam Sinfonietta en een andere Nederlandse stervioliste: Janine Jansen.
Nu maken Lamsma en Thompson zich op voor de volgende tour met het Amsterdamse strijkorkest: muziek van Arvo Pärt (1935) en zijn inspirator Johann Sebastian Bach, in het programma Pärt über Bach – het programma is een herneming uit 2020, toen de tournee al na een paar concerten werd geannuleerd als gevolg van de coronamaatregelen.
Thuiskomen
Zo’n vijftien jaar geleden speelde Lamsma voor het eerst samen met het Amsterdamse strijkorkest. Sindsdien keert ze er regelmatig terug. „Voor mij als reizende solist gaat alles heel snel. Je bent maar voor een week of zelfs korter bij een buitenlands orkest op bezoek. Naarmate je ouder wordt, bouw je natuurlijk wel relaties op met orkesten, omdat je er steeds weer naartoe gaat. Muziek maken is voor mij heel menselijk en persoonlijk. Daarom vind ik het ook zo fijn met Amsterdam Sinfonietta te spelen. Candy [Candida Thompson] ken ik erg goed, en de orkestmusici ook. Het voelt als thuiskomen.”
Ook Thompson voelt zich thuis bij Amsterdam Sinfonietta. Nog steeds. Ze begon er in 1995 als concertmeester, toen het orkest nog met dirigent speelde. Volgend jaar is ze dat dertig jaar, en artistiek staat ze inmiddels 21 jaar aan de leiding. Dat is lang in een tijd waarin mensen steeds korter in dezelfde baan blijven. „Dat klinkt heel lang ja”, lacht Thompson. „Het is op een heel natuurlijke manier gegaan. Je kunt niet ergens blijven werken als het werk je geen uitdaging geeft en je er niet in kunt groeien. Ik denk dat veel mensen in Amsterdam Sinfonietta voelen dat er ruimte is voor andere vormen van creativiteit, om nieuwe dingen te ontwikkelen, zoals KleuterSinfonietta [de concertformule voor kleuters]. Een paar musici hebben dat ooit met veel tijd en energie zelf opgezet.”
Het uitstel van de tournee van Pärt über Bach in 2020 bleek een geluk bij een ongeluk: er was plotseling tijd om twee uitgebreide muziekfilms op te nemen met filmmakers Georgios Rietveld en Maarten Corbijn, van Pärts dubbelconcert voor twee violen Tabula Rasa en Bachs dubbelconcert BWV 1060r. Ook kwam er een album. Daarop bespeelt Lamsma een Stradivarius-viool en Thompson een Guarneri del Gesù, beide instrumenten van Italiaanse topbouwers uit de barok. De Stradivarius klinkt zeer briljant en de Del Gesù veel donkerder, meldt het cd-boekje. Maar wie deze maand de live concerten bezoekt, zal Lamsma op een ander instrument horen spelen.
Instrumentencrisis
„Ik zit momenteel even in een instrumentencrisis”, legt ze uit.
Thompson: „Is het wel oké om erover te praten?”
Lamsma knikt. „Mijn Stradivarius zal worden verkocht [Lamsma had de viool in bruikleen], dus ik moest hem vorig jaar teruggeven aan de eigenaar. Dat is een big deal, want je voelt je helemaal verbonden met zo’n instrument en kunt erop vertrouwen. Ik speelde negen jaar op deze viool. Je vindt niet zomaar een nieuw instrument dat bij je past en waar je je net zo comfortabel bij voelt. Het is nog veel moeilijker om iemand te vinden die in een instrument wil investeren en het je in bruikleen wil geven. Dus ik ben bezig met een grote zoektocht.
„De afgelopen tijd heb ik op veel verschillende violen gespeeld. Het kost veel tijd om een instrument te leren kennen. Je moet er veel op spelen. Niet alleen thuis, want in je woonkamer klinkt muziek heel anders dan in een concertzaal. Iets dat thuis mooi klinkt kan in een zaal niet zo mooi klinken, en andersom. Voor dit project met Amsterdam Sinfonietta speel ik op een Vuillaume [een negentiende-eeuws Frans instrument].”
„Die hebben meestal een heel sterke, gezonde klank”, voegt Thompson toe.
Lamsma: „Krachtig inderdaad. En soms is een instrument sterk in de hoogte, of juist de laagte, maar deze viool is veelzijdig, dat vind ik fijn. Maar ik heb hem nog maar twee weken, dus ik moet hem nog verder ontdekken. Je instrument is als een mens met wie je een relatie hebt. Je komt de allerkleinste dingen te weten en weet dan precies wat je moet doen om een bepaalde kleur of klank uit het instrument te halen.”
Thompson: „Een instrument kan jou ook veel leren.”
Lamsma: „Absoluut. Bij mijn Stradivarius was het bijna alsof de viool de leiding had, niet ik.”
Thompson grijnst: „Jouw Stradivarius was net zo’n zelfrijdende auto van Google: je gaat erin zitten en hij rijdt zo met je weg.”
Lamsma: „Stradivarius-violen zijn vaak temperamentvol. Dat moet je niet willen bevechten, dan werkt het niet. Ik moest dus altijd luisteren naar wat het me vertelde. Het is fantastisch hoe zoiets werkt. Als je een instrument zó goed kent en je er thuis bij voelt, dan wordt het als je stem, een verlengde van jezelf.”
Klokjes-stijl
Tijdens de tournee van Pärt über Bach staat onder meer Tabula Rasa op het programma. Het is een van de eerste stukken die Pärt schreef in zijn tintinnabuli- of ‘klokjes’-stijl, de mystieke, minimalistische stijl waarmee de Estse componist in de jaren zeventig en tachtig wereldberoemd werd. Opvallend in Tabula Rasa zijn de lange stiltes die de verschillende blokken muziek van elkaar scheiden. De lengte van die stiltes laat Pärt niet zomaar over aan de musici en het moment, vertelt Thompson. „Hij geeft precies aan hoe lang ze moeten duren en hoe ze gedurende het stuk opbouwen. Dat moet je als musicus precies volgen, anders stort de muzikale structuur in.”
Lamsma: „Tijdens een live concert zijn die stiltes ongekend. Het is niet zomaar gewoon stil. Het is alsof de stilte elektrisch geladen is. Zo’n stilte vind je nergens anders dan in de concertzaal. Het is buitengewoon als dat gebeurt. Als je thuis in je woonkamer zit, is het ook stil. Maar als je met een groep mensen stil bent, voelt het compleet anders.”
Thompson: „Zijn wij mensen ook niet gewoon heel luidruchtig? Je gaat naar een popconcert, een voetbalwedstrijd, een feestje… Waar er ook mensen samen zijn, is er lawaai. Dan is het prachtig als mensen ook in stilte samen kunnen zijn en zich daarbij op hun gemak voelen.”
In Pärt über Bach spelen Lamsma en Thompson muziek van twee componisten bij wie religie een grote rol in hun leven speelde. Hoe spiritueel zijn Lamsma en Thompson zelf?
Lamsma: „Voor mij is muziek als een religie, als je dat zo kunt zeggen. Via muziek leer ik veel over mezelf. Het ego kan erdoor verdwijnen en er ontstaat iets dat groter is dan wij mensen. Dat is heel krachtig. Het voegt een veel diepere ervaring toe aan het oppervlakkige wat het leven zo vaak kan hebben. In de muziek kun je eindeloos veel lagen ontdekken, in jezelf ook trouwens. Ik denk dat ik dat als kind al voelde. Ik kon overweldigend raken door hoe muziek me kon laten voelen. Het is moeilijk uit te leggen, maar ik zou daarom niet zonder muziek kunnen. Hoe is dat voor jou?”
Thompson: „Ik ben niet religieus in de traditionele zin van het woord. Ik vind het wel mooi om in kerken te zijn. Ik voel waardering voor hoe mensen honderden jaren geleden hebben geworsteld om zulke ongelooflijke mooi gebouwen neer te zetten omdat ze geloofden in iets dat groter was dan zichzelf als individu. In de muziek ben je soms bezig met hele basale dingen: een deuntje oefenen, een bepaald geluid vormen, wat dan ook.
„Maar uiteindelijk is goede muziek zoveel groter dan jij als individu. Dat is natuurlijk ook waarom componisten zo worden vereerd: zij kunnen iets geweldigs creëren. Wij musici brengen het slechts over. Maar die componisten vallen ook weer terug op een soort inspiratie die groter is dan henzelf. Het is precies wat jij zei: van musicus naar componist, via elkaar overstijg je het ego en bereik je iets groters.”
Candida Thompson en Simone Lamsma toeren met Amsterdam Sinfonietta van 10 t/m 23 oktober door Nederland met het programma ‘Pärt über Bach’. Het gelijknamige album verscheen afgelopen april.
Kon het wranger? Een aantal dagen voor de grote viering van het vijftigjarig jubileum van het Amsterdamse jazzpodium Bimhuis overleed plots een van zijn oprichters, trombonist en componist Willem van Manen. Een auto-ongeluk werd hem fataal op zijn 84ste. Hij was het die met saxofonist Hans Dulfer door de stad fietste op zoek naar een locatie voor livejazz, die vanaf 1968 drie jaar in Paradiso had geklonken. Ze vonden een voormalige meubeltoonzaal in een pakhuis aan de Oudeschans, vlakbij de Wallen.
Eigenhandig en met een lening kwam er een betonnen jazzhol. Een onflatteuze bijnaam – ‘fietsenstalling aan de Oudeschans’, maar de jazz had een clubhuis, waar tot diep in de nacht gespeeld kon worden en niemand moeilijk deed. Dulfer deed de boekingen, Willem van Manen pakte de boekhouding op. De concerten – in het begin was de entree voor een riks – sloegen aan. En ook Van Manens zachte lobby in de Amsterdamse Kunstraad lukte; door subsidie kon het Bimhuis groeien. Hijzelf werd een spil in de Amsterdamse jazz: medeoprichter van Orkest De Volharding, muzikant bij het Willem Breuker Kollektief, leerorkest De Boventoon en later aanvoerder van zijn eigen orkest, de Springband.
Een momentje slikken dus vorige week op het vijftigste jubileumfeest van het Bimhuis. We waren tien minuten op weg in de vijfdelige compositie Home waarmee gelegenheidsensemble BigBim50, met 21 muzikanten onder leiding van componist, pianist en orkestleider Martin Fondse, eer betoonde aan de inspiratoren en pioniers van het jazzpodium. En toen klonk ‘The Sheltering Sky’, gevoelvol, trombonist Joost Buis en klarinettist Michael Moore soleerden intens; Willem van Manen schreef in 1983 een gelijknamig orkeststuk.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Muzikant en componist Theo Loevendie tijdens een optreden in het BIM-huis in 1979. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Muzikant en componist Theo Loevendie tijdens een optreden in het BIM-huis in 1979. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09162446/web-1010CULbimhuis8.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-13.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-11.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-12.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-13.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-14.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/oM39ukuVN4O5uTCfN-1Ur7tVAC4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09162446/web-1010CULbimhuis8.jpg 1920w”>Muzikant en componist Theo Loevendie tijdens een optreden in het BIM-huis in 1979.
Foto’s: Pieter Boersma
Even daarvoor waren alle blazers uit de lift, van balkons en trappen in het atrium van het Muziekgebouw waarin het Bimhuis huist komen marcheren. Al spelend, een kakofonische muziekstroom die ‘Echoes of Home’ was genoemd, baanden ze zich een weg door het publiek. Het werd een juichende jubileumaftrap van Bimhuis50. Met bijpassend, volgens kenners ‘dwars smakend’ Impro-bier (detail: bier op basis van wilde gisting net als in jazzimprovisatie).
Home ging over hoe de jazz de afgelopen halve eeuw had geklonken in het Bimhuis. Hoe jazzmuziek een eerste „thuishaven” kreeg. Hoe de eigenheid van muzikanten als Willem Breuker of Han Bennink centraal had gestaan. En hoe eigenheid nog altijd wordt onderstreept in het huidige ‘Bim’ – door oudere jazzliefhebbers nog steeds omschreven als het ‘nieuwe Bim’. De moderne, half in het Muziekgebouw gestoken ‘black box’ met uitzicht over het Amsterdamse IJ is er sinds 2005.
Jazzkuil
Een halve eeuw Bimhuis – „het perfecte gesprek tussen musici en loyaal, kritisch en muziekminnend publiek”, aldus directeur Mijke Loeven. De transformatie van het jazzpodium is aanzienlijk. Van een basic jazzkot aan de Oudeschans – telefoniste Hettie Leijdekker had destijds alle concertinfo als je belde – werd de jazzlocatie na de eerste tien jaar een open concertzaal. Karakteristiek was de ‘kuil’: de als amfitheater vormgegeven zaal had een podium in de uitgegraven kelder en aan drie zijdes tribunes omhoog.
Van jazzhonk met jamsessies zonder sluitingstijd, altijd geouwehoer aan de bar en op de Wallen ‘zoekgeraakte’ muzikanten werd het Bimhuis gaandeweg een serieuze jazzbusiness. Met officiële kaartverkoop en een steeds iets breder ingestoken programmering. Al was het toen beslist nog geen plek voor alle jazzmuzikanten.
De vraag wat nu eigenlijk jazz is heeft de jazzscene lang verdeeld. Zo domineerde lang de richtingenstrijd tussen de Amsterdamse improkliek en de mainstream radiojazz uit het keurige Hilversum. Het is nu een ronduit bizar gegeven hoe de gevierde zangeres Rita Reys pas in juni 2004, op haar 79ste, voor het eerst in op dit jazzpodium optrad.
Saxofonist Benjamin Herman (56) ziet ook een groot verschil met hoe weinig toegankelijk het jazzpodium vroeger voor jonge muzikanten was. „De eerste conservatoriumstudenten zijn lang afgeschilderd als gedresseerde aapjes.” Hij behoort zelf min of meer tot de eerste lichting die eind jaren tachtig jazz leerde op het conservatorium. Die jazzopleidingen in onder meer Amsterdam, Rotterdam en Hilversum waren een doorn in het oog van gearriveerde jazzmuzikanten uit de improscene. Jazz leren op school? Absurd. Jonge musici moesten gewoon kilometers maken op het podium en in de kroeg, en zich laten leiden door de vrije improviserende jazzsenioren die hadden gestreden voor eigen gesubsidieerd podium.
„Autodidact zijn was een badge of honor”, aldus Herman. „Maar het werd ook een manier om werelden gescheiden te houden. Ingewikkeld: er was veel bereikt in de jaren zeventig door een bepaalde groep proactieve musici. Maar toen het Bimhuis een belangrijke speelplek werd, vonden andere mensen dat ze ook recht hadden daar op te treden.”
Los van alle discussie staat vijftig jaar Bimhuis natuurlijk voor legio memorabele concerten: het verpletterende kosmische jazzoptreden van het Sun Ra-orkest, de komst van grote jazznamen als drummer Art Blakey, bassist Charles Mingus, drummer Elvin Jones. Blazer Archie Shepp die met zijn anarchistische optredens vol declamaties en vurige freejazz huismuzikant werd in een uitpuilende zaal.
Optredens vol anekdotes: de hete improjams met altsaxofonist Sean Bergin als aanvoerder. Die had er sowieso een handje van om ongevraagd zomaar op het podium mee te spelen, omdat hij kritiek had en wilde laten zien hoe het wel moest. Zijn poging bij drummer Elvin Jones in te breken, de bandleden wisten niet wat ze meemaakten, werd verijdeld. Ook een rare avond: een volle bak voor bassist Jaco Pastorius, die te ver heen bleek en enkel ‘Happy Birthday’ voor zijn moeder zong.
Impro-trombonist Joost Buis (57) komt in het Bimhuis sinds 1983; met het orkest de Boventoon repeteerde hij er wekelijks. „Ik heb er veel jazz voor het eerst live gehoord. Trombonisten als Wolter Wierbos, Ray Anderson en George Lewis bijvoorbeeld. Vanaf het begin was het een plek om muzikanten te ontmoeten en te horen spelen. Het Bimhuis was ons clubhuis. Ook als je zelf ergens had gespeeld kwam je er laat op de avond weer thuis.”
Bloeiperiode
De verhuizing van het jazzpodium in 2005 richting het Muziekgebouw aan ’t IJ markeert een bloeiperiode. Ook voor Huub van Riel als artistiek directeur, ooit begonnen als manusje-van-alles voor de toen „ook wat geïmproviseerde leiding”. Vanaf de nieuwe, moderne locatie gaat het Bimhuis pas echt groeien.
De ‘podiumkuil’ is mee gegaan: ook aan het IJ wordt in de diepte gespeeld en loopt een halve maan van zitplaatsen trapsgewijs. Maar vooral heeft geen ander podium zo’n fraai zicht op de stad. Als de band van de avond de gordijnen niet heeft laten sluiten, zie je de treinen door de raampartij achter de muzikanten binnenlopen.
Het Bimhuis is gaan behoren tot een van de meest moderne, vooraanstaande jazzpodia ter wereld. De jazz, zo levend en avontuurlijk, is het hoogste goed gebleven. Van avant-garde tot mainstream, van arrivé tot debutant: hier droom je te staan. En het is een plek waar naast de Nederlandse jazzscene ook de internationale jazzmusici zich thuis zijn gaan voelen.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Archie Shepp op weg naar het podium van het Bimhuis. In de kleedkamer hangt een foto van hem uit 1989. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Archie Shepp op weg naar het podium van het Bimhuis. In de kleedkamer hangt een foto van hem uit 1989. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09161432/data122833971-5d7dfc.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/MOyDFuCwkxOGdT1LBuFcxxEhqqA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09161432/data122833971-5d7dfc.jpg 1920w”>Archie Shepp op weg naar het podium van het Bimhuis. In de kleedkamer hangt een foto van hem uit 1989.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Jubileumoptreden van Bimhuis50 van Home, met onder andere The Sheltering Sky, een verwijzing naar een compositie van Willem van Manen. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Jubileumoptreden van Bimhuis50 van Home, met onder andere The Sheltering Sky, een verwijzing naar een compositie van Willem van Manen. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09161433/data122536060-d6b0b5.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-24.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-22.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-23.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-24.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/10/van-jazzhol-tot-vooraanstaand-podium-in-50-jaar-het-bimhuis-laat-musici-zelf-bepalen-wanneer-het-jazz-is-25.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/wA9dlhG9SHQ1rCmwO8_ORq3iu-8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/10/09161433/data122536060-d6b0b5.jpg 1920w”>Jubileumoptreden van Bimhuis50 van Home, met onder andere The Sheltering Sky, een verwijzing naar een compositie van Willem van Manen.
Foto’s: Evert Elzinga, Bimhuis
Ook trombonist Joost Buis. Al kan hij nog mijmeren over het oude jazzclubhuis zonder sluitingstijd. „Dat gevoel van toen is toch een beetje kwijt geraakt.” Maar dat voelt jazzsaxofonist Tineke Postma (46) niet zo. Vanaf haar eindexamen loopt het podium als een rode draad door haar carrière. De optredens, de compositieopdracht die ze in 2021 kreeg. „Maar ook sociaal. De community voelt als familie. En mijn man (pianist Marc van Roon) heeft mij daar voor het eerst horen spelen.”
Het doet saxofonist Benjamin Herman goed dat het jazzpodium nu een thuishaven is voor jonge musici met frisse ideeën. „Voor mij heeft het Bimhuis in mijn beginjaren geen grote rol gespeeld in mijn muzikale ontwikkeling. Ik speelde in mijn vormende jaren op heel andere plekken. Daarom vind ik het goed dat ze nu er wel op tijd bij zijn. De muziek verandert voortdurend. Het is heel goed dat het Bimhuis meegaat in plaats van de boel afschermt.”
In jazz worden elk decennium nieuwe vormen van jazz ontwikkeld. Er ontstaan nieuwe stijlen en stromingen”, zegt directeur Mijke Loeven. „En altijd weer klinkt de vraag: is het wel echte jazz? Voldoe je wel aan de standaard?”
Dat is aan de ene kant een leuk discours over jazz. Het toont de betrokkenheid, stelt ze. „Maar het Bimhuis laat musici zelf bepalen wanneer het jazz is. Terwijl de houding inclusief is: iedereen die het kan mag meedoen.”
Loeven ziet een jonge jazzgeneratie „zonder oordelen”. „Jonge muzikanten zijn er helemaal niet mee bezig of iets jazz is, maar gebruiken van alles in hun muziek. Via online is de wereld open. Wat zou je nou vasthouden aan nog een stroming? Het draait niet alleen om skills, maar om de muzikale ideeën.”
Daar is de jonge componist Tijn Wybenga (31) een voorbeeld van. Zijn vroegste Bim-herinnering is dat hij als kind lag te slapen op de bankjes in het oude Bimhuis „omdat organist Joey DeFrancesco al uren op zich liet wachten”.
Twee jaar was hij huisartiest in het nieuwe makerstraject. „Die vroege ondersteuning voor mijn soort jazz, een community-achtige band waarin het karakter van elke musicus naar buiten sijpelt, is waardevol – terwijl ik toen echt nog niet zoveel op mijn naam had staan. Het heeft mijn carrière echt opgetild.”
De steun van het podium vindt hij erg bij de huidige tijdgeest passen. „De oudere jazzgeneratie mag brommen, maar de huidige generatie is supportive. En dat straalt het Bimhuis, van technici tot leiding, echt uit. Dat is belangrijker dan een leuke ervaring hebben als je er speelt.”
Deze week beginnen de laatste repetitie-dagen voor de grote opera-première aanstaande zaterdag. Na vier weken elke dag intensief repeteren ga ik vandaag in kostuum en make-up de voorgenerale spelen van onze nieuwe opera Piratenkoningin, waarin ik de gewelddige titelrol mag spelen.
Mijn personage heet Grace O’Malley en ik ga een klein weesmeisje met de naam Oona helpen. Haar pleegbroertje (hele dottige Lionel van Law-rence) is ontvoerd door een Engelse Queen. Samen met een paar sullige piraten gaan Oona en ik hem proberen te redden. Of het lukt? Dat is de vraag. De muziek is gloednieuw. De inkt is nog nat en heel mooi gecomponeerd door de Nederlandse componiste Monique Krüs. In de regie van Daniel van Klaveren hebben we een enorm spektakel op poten gezet. Hopen dat het allemaal goed gaat vanmiddag.
Dinsdag 1 oktober Piratenschip
Vanavond eerste try-out. Heel spannend. Voor de tweede keer hebben we het stuk doorlopen. Dat is lekker, want dan voel ik meteen hoe ik mijn partij zal moeten gaan verdelen in de hele tournee. Hoe is de boog over de voorstelling? De voorgenerale was nog niet heel strak. Dus veel doorlopen zijn fijn. Dan kan ik de notes verwerken en nieuwe dingetjes uitproberen. Ook is het lekker om het decor steeds beter te leren kennen. De set is spectaculair voor een kindervoorstelling. Het is een enorm bouwwerk, dat er in het begin uitziet als een weeshuis, daarna draait het hele geval om zijn as en wordt het een piratenschip om uiteindelijk weer te draaien naar het uiterlijk van een koninklijk galjoen. De orkestmusici zitten dit keer niet in de bak maar doen mee. Ze zijn ook piraat of weeskind, en zitten in het grote decor. Nu bij het eten van mijn boterham kijk ik nog even mijn bladmuziek en teksten door. De zenuwachtige vlinders in mijn buik zijn al begonnen met fladderen.
Woensdag 2 oktoberDikke enkel
Vanochtend wakker geworden met een beetje dikke enkel. Gisteren tijdens de try-out gestruikeld over een stuk decor dat ik niet goed zag in het donker. Ik had een nieuw loopje aan het eind van de tweede akte en ik zag niet dat daar een stuk vloer lag die wat uitstak. Net even mijn enkel ingetaped en dan vandaag weer fluks verder. Try-out ging trouwens heel goed. Echt al lekker kunnen spelen en zingen. Vandaag is het vroeg dag. Om 9 uur moet ik bij de make-up zitten. Om 11 uur hebben we een voorstelling voor schoolklassen. Allemaal joelende kinderen die voor het eerst naar een opera komen kijken en luisteren. Dat vind ik zo goed aan deze voorstelling. Dat het speciaal voor jonge mensen is gemaakt. Zo leren ze dat opera gaaf en mooi is. Misschien gaan ze hierdoor ook nog eens naar andere voorstellingen. Vanmiddag lekker vrij! Kan ik meteen de drukproef van mijn nieuwe boek Schandalig mooie opera nakijken.
Donderdag 3 oktoberSpugen
Gisteren driehonderd uitzinnige kinderen de voorstelling laten beleven. Toen ik het publiek in spuugde na mijn tekst „Kerels heb ik omgespogen” gingen ze allemaal uit hun dak van ontzetting en lol. „Gatverdamme” en „iiiiieuw” werd er lachend geroepen. Aan het eind van de voorstelling gejuich en applaus. Gelukkig vindt onze doelgroep de opera dus echt leuk!
Vandaag de echte generale repetitie. Vanochtend vroeg wakker geworden en het appartement waarin ik deze hele periode verblijf netjes opgeruimd en schoongemaakt. Nog maar één nachtje hier slapen. Vanavond neem ik de meeste spullen alweer mee naar huis. Daarna even mijn collega en vriendin Lilian Farahani opgehaald van een station in Rijssen. De treinen reden niet meer verder naar Enschede. Gezellig in de auto alles doorgekletst. We hebben allebei mega veel zin om de voorstelling te doen. Zij speelt Oona het weeskind en zingt en speelt de sterren van de hemel. Nu nog even mijn tas pakken en dan hop… naar het theater!
Vrijdag 4 oktoberOoglapje
Vandaag lekker thuis in Nootdorp wakker geworden. Het was een prachtige zonnige dag. Eerst een geweldige film gekeken over vier geweldige Britse actrices, onder wie Judy Dench en Maggie Smith, die thee met elkaar drinken en praten over hun theaterleven. Daarna mezelf opgemaakt en spullen meegenomen naar Omroep Max. Regisseur Daniel van Klaveren en ik mochten praten op tv over de opera. Ik had mijn piratenjas en ooglapje mee. Dan lijk ik op de poster. Het was heel leuk om te doen. Even ook nog wat collega’s kunnen noemen. Aylin Sezer bijvoorbeeld, die onze Queen prachtig gestalte geeft (Joris van Baar is haar ontroerende lakei). En Gitty Pregers, onze musicalster. We wilden ook nog Carl Refos noemen. Die is danser en beweegt zo soepel dat je denkt dat je echt naar een krab zit te kijken. Maar Martine van Os stelde een vraag erdoorheen, dus Carl viel even weg. Bij deze! Na de opname nog even langs mijn pa en ma gereden voor koffie. Morgen première!!
Zaterdag 5 oktoberCadeautjes
Ik ben al vroeg wakker. Radio klassiek staat aan. Even nog inbellen voor het laatste gesprek over de productie. Daarna relaxed de dag door. Niet te veel praten. Toitoi-tjes schrijven voor mijn collega’s. Zo’n fijne traditie is dat. Bij elke première geven we elkaar een klein cadeautje dat past bij de voorstelling, om elkaar zo succes te wensen voor de eerste uitvoering met publiek. Als je dan je kleedkamer binnenkomt liggen er allerlei lieve wensen en spulletjes klaar. Verheug ik me nu al op. Na vandaag begint de tournee door Nederland. Lekker spelen en ook weer bezig kunnen zijn met andere concerten die in het verschiet liggen. Never a dull moment!