Op Sint Maarten is er naast een financiële ook een politieke crisis: deze zomer al weer verkiezingen

Op Sint Maarten is maandag het elfde kabinet in krap veertien jaar gevallen. De ministersploeg van premier Luc Mercelina, pas sinds 3 mei in touw, viel nadat een lid van een van de vier coalitiepartijen, Kevin Maingrette van Nation Opportunity Wealth (NOW), plotseling aankondigde dat hij zijn steun intrekt en zich aansluit bij de oppositie om „een nieuwe en meer stabiele coalitie te vormen”.

Het parlement van Sint Maarten, de Staten, telt slechts vijftien leden en Mercelina had een meerderheid van één zetel. De minister-president restte dinsdag niets anders dan het ontslag van zijn kabinet in te dienen bij gouverneur Ajamu Baly. Mercelina heeft voorgesteld op 18 juli nieuwe verkiezingen te houden en het parlement per 19 augustus te ontbinden.

Overlopen

De gouverneur overlegt deze woensdag over welke coalitie tot die tijd waarneemt als tijdelijke regering. Het is niet uitgesloten dat die zal worden gevormd door de huidige oppositiepartijen National Alliance (NA) van oud-premier Silveria Jacobs en de United People’s Party (UP), die tot januari samen aan de macht waren. Door het overlopen van Statenlid Kevin Maingrette hebben zij nu weer een meerderheid.

Vertrekkend premier Mercelina sprak dinsdag harde woorden over het plotselinge vertrek uit de coalitie van Maingrette, die in zijn ogen had gekozen voor een „persoonlijke agenda” en niet had nagedacht over „het collectieve welzijn van onze mensen”.

Dat de vier kleine partijen op 11 januari een gezamenlijke verkiezingszege behaalden, was op zichzelf al een politieke verrassing. De combinatie van United Resilient St. Maarten Movement (URSM), Democratic Party (DP), Party for Progress (PFP) en NOW versloeg de zittende regering van Silveria Jacobs, die als eerste premier sinds 2010 de hele regeringstermijn uitdiende. In 2010 werden de Nederlandse Antillen ontbonden en werd Sint Maarten, net zoals Curaçao en Aruba, een apart land binnen het Koninkrijk.

Screening ministers

De formatie van het kabinet duurde bijna vier maanden. Volgens sommigen lag dat aan de politieke onervarenheid van de coalitiepartners. Mercelina, een chirurg uit Curaçao die in Nederland is opgeleid, werd verweten slecht te communiceren.

Anderen stellen dat de coalitievorming ook werd tegengewerkt. Opmerkelijk is dat de screening van twee van de vijf ministers door de veiligheidsdiensten veel langer duurde dan gebruikelijk. Een van de twee, de beoogde minister van Volkshuisvesting Raeyhon Peterson, zou vorig jaar bij een aanrijding iemand hebben geslagen, maar werd hiervoor niet gestraft door het OM. Dat blijkt uit brieven die recent verschenen in de krant Daily Herald op Sint Maarten. Daarin gaf de Veiligheidsdienst aan dat er „geen bijzonderheden” waren rond Peterson.

Desondanks weigerde gouverneur Baly om Peterson op 3 mei toe te laten bij de beëdiging van het kabinet-Marcelina, zonder daarvoor duidelijke redenen op te geven. Volgens Ludmila de Weever, oud-minister van Toerisme en nu Statenlid voor de PFP, „heeft de gouverneur zich niet neutraal opgesteld in deze kwestie, terwijl hij dat wel moet zijn, omdat hij de Koning representeert. Het is op het eiland bekend dat hij nauwe banden onderhoudt met de National Alliance”, aldus De Weever tegen NRC.

Het huidige Statenlid verwijt de NA, de partij van oud-premier Jacobs, en ook de UP dat die hebben bijgedragen aan de verdachtmakingen tegen de kandidaat-ministers in het kabinet-Mercelina. „Het feit dat de ze nu weer een parlementslid hebben weggelokt uit de coalitie, maakt duidelijk hoe egoïstisch hun motieven zijn. Deze mensen zijn bereid hun eigen moeder te verkopen om weer aan de macht te komen. Jacobs maakte zich als premier sterk voor ‘politieke stabiliteit’, maar deed er alles aan de nieuwe coalitie te dwarsbomen”, weet De Weever.


Lees ook
De totstandkoming van het laatste kabinet

Regeringsgebouw in Philipsburg op Sint Maarten.

‘Zo goed als failliet’

De Weever onderschrijft ook de opmerkingen deze week van premier Mercelina, die bij zijn aantreden een land aantrof dat „zo goed als failliet” is en de afgelopen jaren slecht zou zijn geleid. Na de Covid-periode, die vooral het toerisme trof, herstelt de economie zich nu op veel Caribische eilanden. Maar op Sint Maarten, dat zo’n 45.000 inwoners telt, viel vorig jaar de groei terug van 10 naar 4 procent. De Weever: „De hotelsector en andere ondernemers hebben het zwaar. Dat is ook de reden dat de NA en UP werden weggestemd.”

In januari haalde de toen zittende premier Jacobs opvallend weinig voorkeursstemmen. Een van de verwijten die de inwoners haar regering maakten, is dat de infrastructuur niet wordt aangepakt. Een structureel probleem is volgens oud-minister De Weever de instabiele stroomvoorziening. Het energiebedrijf GEBE (Gemeenschappelijk Elektriciteitsbedrijf Bovenwindse Eilanden) kan de vraag niet aan, waardoor het eiland vrijwel dagelijks kampt met stroomstoringen. De Weever: „Dit raakt bedrijven, het toerisme, de bouw, alles. Het vorige kabinet is hier verantwoordelijk voor, omdat dat na een cyberaanval op GEBE in 2022 het complete management wegstuurde, waardoor er nu onervaren mensen zitten. De inwoners van Sint Maarten verdienen dit niet.”

Dinsdag verklaarde ook demissionair staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66, Koninkrijkrelaties) bezorgd te zijn over de snelle val van het kabinet op Sint Maarten, vooral voor wat betreft de voortgang van herstelprojecten en hervormingen van de bestuurlijke sector. „Ik hoop niet dat deze situatie voor onnodige stagnatie gaat zorgen”, aldus Van Huffelen.