Hoe het kan dat kleine bedrijven afval veel minder goed scheiden dan huishoudens

Om zoveel mogelijk te recyclen, is het van groot belang afval te scheiden. Maar daar moeten bedrijven voor betalen, dus gaat alle vuil toch maar gewoon naar het restafval.


Animatie Mart Veldhuis

De toeristen die door de Amsterdamse 9 straatjes struinen, denken niet snel aan afval. In de charmante dwarsstraatjes tussen de Singel en Prinsengracht wisselen modeboetiekjes, lunchrooms en woonhuizen elkaar af. Voor de mensen die er wonen en werken was de inzameling van afval wél een hoofdpijndossier. Niet alleen door de bergen vuilniszakken op straat, waar meeuwen en ratten op afkwamen. Maar ook door alle vrachtwagens: elke dag reden er negen verschillende inzamelaars rond met een veelvoud aan vrachtwagens.

Het afval van bewoners valt onder andere wetgeving dan dat van hun buren, de ondernemers. Die laatsten kunnen zelf een contract afsluiten met een commerciële afvalinzamelaar. Zo kwam het dat de ene na de andere zware vrachtwagen zich door de smalle straatjes moest wurmen, over de zwakke kades en bruggen van dit kleine stukje Amsterdam.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor huishoudelijk afval. Maar de gemeentelijke vuilnisophalers rijden bedrijven vaakvoorbij, want die gaan over hun eigen afval. Dat geldt ook de sportclub, de crèche of de kapper. Zoals er elke dag busjes van PostNL, DHL en UPS dezelfde routes rijden, rijden er ook diverse afvalbedrijven door dezelfde straten.

In een minderheid van de gemeenten kunnen ondernemers die daarvoor extra betalen hun afval laten ophalen door de publieke dienst. Maar ondernemers mogen altijd zelf een private partij contracteren voor hun afval. In de meeste gemeenten is er geen regeling voor bedrijven mogelijk, en is de commerciële afvalophaler de enige optie. Ondernemers vragen dus offertes op, of afvalbedrijven staan voor de deur met een aanbieding.

Ondernemers kiezen niet alleen hun inzamelaar, maar ze bepalen ook hoeveel ‘stromen’ afval ze laten ophalen. Gaat het alleen om restafval, of bijvoorbeeld ook om glas en gft? Elke stroom wordt apart in rekening gebracht. Kleine ondernemers kiezen daarom liever voor eenvoudige contracten met minder afvalstromen. In de wereld van het bedrijfsafval weet iedereen: kleine bedrijven scheiden afval veel minder goed dan huishoudens.

Ook Iwan te Winkel, verantwoordelijk voor de inzameling bij de Vereniging Afvalbedrijven en directeur bij afvalreus PreZero, valt het telkens weer op. Thuis moet hij altijd bekijken in welke bak hij zijn vuil gooit. Maar als hij zijn sportdrankflesje kwijt wil op de tennisclub, kan dat alleen in de restafvalbak – waarvan de inhoud vaak wordt verbrand. En eet hij een appel in het winkelcentrum, dan staat er voor het klokhuis ook alleen een ‘restbak’. Op veel kantoren idem dito.

„Grote bedrijven regelen de afvalinzameling meestal goed”, zegt Te Winkel. „Vaak kijkt er zelfs een professioneel inkoopteam naar. Maar bij winkels, kantoren, kappers, verenigingen en scholen is dat anders. Die doen het er maar een beetje bij.”

Aan de bak

Tijd voor actie, vond de afvalbranche. In maart kwamen de Vereniging Afvalbedrijven en Transport en Logistiek Nederland met een campagne. Die was gericht op kantoren, winkels en dienstverleners, en bedoeld om ze te over te halen hun afval goed te scheiden, net als thuis. Die groep produceert ruim 5 miljoen ton afval per jaar. Daarvan gaat nu minstens de helft naar de verbrandingsoven.

Onderdeel van de campagne is de afspraak nieuwe klanten voortaan standaard twee gescheiden afvalstromen aan te bieden. Oftewel: voor ieder bedrijf komen er minstens twee bakken. Vandaar de campagnenaam: Aan de bak.

Het vreemde is dat ondernemers eigenlijk al vele jaren, lang vóór deze campagne, afval moeten scheiden. Als een zaak groter is dan 40 vierkante meter en meer dan 240 liter afval per week produceert – de inhoud van een standaardkliko thuis – dan is afval scheiden verplicht. Al die ondernemers met hun ene bak restafval zijn gewoon in overtreding.

Waarom bieden afvalbedrijven dan niet al veel langer inzameling van ten minste twee afvalstromen aan? Omdat de ondernemers ervoor verantwoordelijk zijn, zegt Te Winkel, niet de afvalbedrijven. „Veel ondernemers kennen de wet niet. Ze weten niet dat ze afval moeten scheiden.” Afvalbedrijven doen vaak gewoon wat de klant vraagt, zegt hij. „Als ze om inzameling van alleen restafval vroegen, dan deden we dat. Het zou ook kunnen dat een ondernemer z’n gft en glas door een ander bedrijf laat ophalen. Wij hebben dat overzicht niet.”

In Vlaanderen zijn afvalinzamelaars verplicht te controleren of een ondernemer zich aan de scheidingsregels houdt. In Nederland horen omgevingsdiensten dat te controleren, maar dat gebeurt nauwelijks.

Dus zo komt het dat snij- en kookafval in restaurants vaak, hup, via de restbak naar de verbrandingsoven gaat. In krappe horecatenten zijn meerdere prullenbakken vaak onhandig. En niet elke exploitant wil betalen voor aparte afvoer van het groenafval.

Afvalverwerker Renewi organiseerde dit jaar een ‘safari’ om bioafval te vinden dat ten onrechte in restbakken belandde. Met beleidsmakers van de gemeente Rotterdam fietsten mensen van Renewi langs horecatenten in de stad. Wat bleek: elke dag zouden vijf volle vrachtauto’s etensresten uit de Rotterdamse horeca gered kunnen worden, wat nu allemaal met het restafval wordt verbrand. Extra pijnlijk is daarbij dat afvoer van grote hoeveelheden etensresten via het restafval helemaal niet mag.

Niet alleen bioafval, dat gerecycled kan worden, gaat zo verloren. Ook veel plastic wordt niet gescheiden en dus niet gerecycled. Wie wil voorkomen dat plastic onnodig wordt verbrand, kan het meeste succes boeken door zich te richten op het restafval van bedrijven, concludeerde een rapport voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Wat nu? Zolang het wettelijke onderscheid tussen afval van huishoudens en dat van (kleine) ondernemers zo strikt is, zijn pragmatische oplossingen nodig. Zo is er nu een hoopvol experiment in 35 steden. Daar rijden witte vrachtwagens rond zonder logo die namens verschillende bedrijven bedrijfsafval ophalen. Achteraf rekenen de afvalophalers uit wie wat betaalt. Het scheelt in ieder geval nodeloze ritten.

De gemeente Amsterdam kreeg van het ministerie voor vijf jaar toestemming om ál het afval in de 9 straatjes als huishoudelijk te bestempelen. Bewoners en ondernemers moeten nu een afspraak maken om bijvoorbeeld gft, glas, plastic of restafval te laten ophalen. Dat gebeurt dan met elektrische auto’s. De proef verloopt goed, maar de aanpak waarin huishoudelijk en bedrijfsafval op één hoop wordt gegooid, blijkt minder geschikt voor grote bedrijven met veel afval, zoals hotels. Dat valt toch het beste apart te regelen.