Erg geliefd was de zondag bij een helikopterongeluk omgekomen Iraanse president Ebrahim Raisi (63) niet. Weliswaar werd hij in 2021 tot president verkozen maar dat was vooral te danken aan het feit dat zijn grote beschermheer, opperste leider ayatollah Ali Khamenei, al zijn rivalen van het stembiljet liet schrappen. Minder dan de helft van de Iraniërs ging uiteindelijk stemmen. Daardoor was het mandaat van Raisi, die bekend stond als een man met veel bloed aan zijn handen, al vanaf het begin ondermijnd.
Ook eenmaal in functie wist Raisi, sinds zijn jonge jaren een overtuigd aanhanger van het fundamentalistische islamitische regime, de harten van de meeste Iraniërs niet voor zich te winnen. Met zijn dorre uitstraling en beperkte retorische vaardigheden wist hij zelden te ontsnappen aan zijn imago als Khamenei’s zetbaas. Zijn voorgangers hadden nog wel enige ruimte voor eigen beleid gehad, al nam Khamenei ook toen uiteindelijk de belangrijkste beslissingen, maar voor Raisi gold dat nauwelijks.
Wel wist hij enige aanhang op te bouwen onder de armste bevolkingslagen van Iran. Hij presenteerde zich als bestrijder van corruptie en voorvechter van de belangen van de gewone man. Dikwijls bezocht hij afgelegen gebieden in Iran om daar met lokale bewoners over hun problemen te spreken.
Hardhandig optreden van Iraanse zedenpolitie
De grootste crisis waarmee Raisi kreeg te maken was de protestbeweging die in de herfst van 2022 ontstond na de dood van de jonge Koerdische Mahsa Amini, die door de Iraanse zedenpolitie hardhandig werd opgepakt omdat ze haar hoofddoek niet correct zou hebben gedragen. Maandenlang gingen duizenden de straat op om onder de leus ‘Vrouw, leven, vrijheid’ te betogen voor meer vrouwenrechten en vrijheid.
Het regime, dat de hoofddoek voor vrouwen als een hoeksteen van het islamitische bewind beschouwt, haalde de zedenpolitie tijdelijk van de straat maar onderdrukte de betogingen verder met grof geweld. Honderden betogers werden gedood. Duizenden werden gevangen gezet en sommigen zijn intussen na schertsprocessen ter dood veroordeeld en terechtgesteld.
Raisi keek een jaar later tijdens een zeldzaam interview met de Amerikaanse televisiezender NBC terug op die dramatische periode. Maar van enige introspectie getuigde hij niet. Zonder een spier te vertrekken gaf hij de schuld van de onrust aan de Verenigde Staten en Europese landen. Het Iraanse regime zou de betogers op „vreedzame” wijze tegemoet zijn getreden. „U kunt er zeker van zijn dat de Islamitische Republiek Iran altijd bereid is om te luisteren naar de woorden van mensen die protesteren. We zijn altijd een en al oor, ongeacht het onderwerp”, verklaarde de president, zelf altijd getooid met een zwarte tulband ten teken van zijn afstamming van de profeet Mohammed.
Bij de recente gewapende confrontatie met Israël speelde Raisi opnieuw geen grote rol. Het was Khamenei die besloot om een vergeldingsaanval met drones en raketten op Israël uit te voeren, nadat Israël zeven leden van de Revolutionaire Garde in het Iraanse consulaat in Damascus had gedood.
Zoon van prominente imam
Zijn loopbaan had Raisi grotendeels aan Khamenei te danken. Beiden kenden elkaar al uit Mashad, Irans tweede stad en een voornaam religieus centrum in het noordoosten van Iran. Bovendien studeerde Raisi kort na de islamitische revolutie van 1979 enige tijd bij Khamenei in een seminarie in die andere voor sjiieten heilige stad, Qom. Hij was geselecteerd voor een bijscholingscursus in het landsbestuur voor jonge geestelijken.
Ook zijn privéleven stond in het teken van de islam. Raisi was de schoonzoon van Ahmed Alamolhoda, een prominente imam uit Mashad die zelf gold als een geduchte conservatief. Raisi en zijn vrouw hebben twee dochters.
Op zijn twintigste, zonder enige formele juridische opleiding, werd Raisi vervolgens al als aanklager aangesteld in een provinciestad. Destijds geen unicum in de prille Islamitische Republiek. Vijf jaar later had hij het al geschopt tot plaatsvervangend aanklager in de hoofdstad Teheran. Zoals ook later voerde hij steeds loyaal de opdrachten van zijn meerderen uit.
Duistere periode
Dat deed hij in 1988 ook met een omstreden bevel van de toenmalige opperste leider, ayatollah Khomeiny. „Raisi was toen nog maar 28 jaar oud, maar hij maakte deel uit van de ‘commissie des doods’ van vier leden in Teheran, die enige duizenden politieke gevangenen zonder vorm van proces liet executeren”, memoreerde Raha Bahreini van Amnesty International drie jaar geleden bij Raisi’s aantreden tegenover NRC. „Hun lichamen werden in massagraven begraven.” Het ging in totaal om zo’n vier- tot vijfduizend mensen. In latere jaren weigerde Raisi steeds om op deze duistere periode in te gaan.
Ook in de decennia die daarop volgden bleef Raisi vooral actief in het justitiële apparaat. Na een mislukte gooi naar het presidentschap stelde Khamenei hem in 2019 ook aan als hoofd daarvan. Toen er in hetzelfde jaar rellen uitbraken na een verhoging van de benzineprijs, liet Raisi duizenden mensen oppakken. Velen van hen werden volgens Amnesty International gemarteld. Net als in eerdere jaren werden onder Raisi’s leiding jaarlijks honderden mensen geëxecuteerd.
Wegens zijn betrokkenheid bij buitengerechtelijke executies zetten de Amerikanen Raisi op een zwarte lijst. Het kwam dan ook niet als een verrassing dat – anders dan onder zijn voorganger Hassan Rohani, onder wiens leiding een nucleair akkoord met de VS in ruil voor sanctieverlichting werd gesloten – de betrekkingen met de Amerikanen dan ook permanent kil bleven.