Opinie | Met de rechtsstaat alleen komen we er niet

‘De toren van Babel moet vernietigd worden”, zo sprak Eva Vlaardingerbroek eind vorige maand op de ultra-rechtse CPAC-conventie in Boedapest. En met die toren van Babel bedoelde zij de Europese Unie. Deze door haar gebruikte metafoor haalde zij uit het oudtestamentische verhaal over de torenbouw van Babel maar sloeg met deze referentie de plank totaal mis.

Het verhaal vertelt dat de roeping van de mens is om menselijkheid te verspreiden over de gehele wereld. Maar aan die roeping gaat zij voorbij door een toren te willen bouwen die tot aan de hemel reikt. Daar in de stad Babel willen zij geen menselijkheid verspreiden, maar hun eigen naam groot maken ten koste van de menselijkheid. En hoe hoger de toren, hoe minder men elkaar kan verstaan. De verbindende taal van menselijkheid wordt tot een Babylonische spraakverwarring.

Dat is wat het verhaal vertelt. Het gaat hier niet over de vernietiging van een toren, maar juist over de consequenties van het streven naar enkel eigen behoud en belang. Zonder dat zij het in de gaten had, voerde Vlaardingerbroek een verhaal op dat in alle opzichten haaks staat op haar pleidooi voor het belang van de eigen natie ten koste van een gemeenschap die ooit gebouwd werd om verzoening tussen Europese landen te kunnen bewerkstelligen.

Kille wind

Het Pinksterweekend hebben we te danken aan een verhaal dat vertelt hoe de spreekwoordelijke Babylonische spraakverwarring wordt opgeheven. Het is het beroemde verhaal dat toegeschreven wordt aan de schrijver Lukas die vertelt over hoe op het joodse Pinksterfeest (sjavoeot) plotseling in een taal wordt gesproken die iedereen verstaat. Vol verbeelding wordt gesproken over een samenkomst van mensen vanuit alle windstreken die worden verbonden door de taal van bevrijding. Het oerverhaal van de joodse Bijbel wordt verteld en blijkt verstaanbaar voor iedereen die daar verzameld is. Het gaat over bevrijding uit slaafse benauwdheid waarin een mens wordt belemmerd om werkelijk mens te worden. Het gaat over uittocht uit systemen die leiden tot onderlinge haat, broedertwist en onrecht op grote schaal.

En dat verhaal wordt verstaan en herkend. Het is tijd om de strijdbijl te begraven en te ontdekken dat die ander net zo’n mens is zoals jij bent. Dat verhaal lag ooit ook ten grondslag aan de Europese Unie toen men wakker werd uit de nachtmerrie van een van de zwartste pagina’s uit onze mensengeschiedenis. Het inspireerde mensen om over schaduwen heen te stappen en te zoeken naar samenwerking. Opdat ook landen die na de Tweede Wereldoorlog weer opnieuw in een totalitair regime terechtkwamen de hand kon worden gereikt. En natuurlijk is ook de Europese Unie toe aan herbezinning, maar juist deze dagen hebben we instituties nodig die de bevochten menselijke waarden koesteren en bewaken.

Er waait een kille wind door Europa, zoveel is duidelijk. Met een agressor voor wie een mensenleven niets waard is. Waarin de ideologie van de eigen natie weer opgeld doet. Ten koste van datgene wat wij vanzelfsprekend zijn gaan vinden. Vanzelfsprekendheden als vrijheid, recht en vrede die in de handen van het neoliberalisme tot consumptieartikelen zijn verworden. En die ons in onze strandstoelen in slaap hebben laten sukkelen, om met Jaap de Hoop Scheffer te spreken.

‘Tirannie van de meerderheid’

Maar met instituties alleen redden we het niet, zo zegt ook Joris Backer in zijn onlangs verschenen boek Over democratie in Nederland. Met de filosoof Tocqueville waarschuwt hij voor de ‘tirannie van de meerderheid’ die geen rekening houdt met de belangen van de minderheid. Mooi als iedereen de rechtsstaat hooghoudt, maar met het instituut rechtsstaat alleen komen we er niet. Houding en gedrag van burgers, volksvertegenwoordigers, bestuurders, ambtenaren en bedrijven zijn minstens zo belangrijk als een instituut zoals de rechtsstaat. Het gaat, om met de apostel Paulus te spreken, niet alleen om de letter van de wet, maar vooral ook om de geest waarin gehandeld wordt.

We kunnen nog zo braaf de rechtsstaat menen te respecteren, maar als de geest waarin wij spreken en handelen niet overeenstemt met wat geschreven staat, zijn we aan de willekeur overgeleverd. In het jaar 50 na Chr. spreekt Paulus over de vruchten van de Geest. Een boom herkent men namelijk aan zijn vruchten. En als hij dan die vruchten benoemt, heeft hij het over liefde, vreugde, zachtmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geduld, vrede en betrouwbaarheid. Termen die op onze zogenaamde ‘sociale’ media al snel in de categorie van zaken voor ‘deugmensen’ worden gerangschikt. Maar aan die vruchten kunnen we herkennen of de letter van de wet nu echt leeft of niet.

Onze tijd heeft dringend een Pinksterfeest nodig. De Babylonische spraakverwarring is sinds jaren niet zo groot geweest. Eva Vlaardingerbroek is er een pijnlijk voorbeeld van. De desinformatie en leugens die in onze mediakanalen worden gepompt doen onze samenleving eroderen. En daarom is het tijd voor herbronning. Tijd om het eigen gelijk te verlaten en te zoeken naar een geest die niet uitsluit maar mensen aan elkaar verbindt. Met welk verhaal willen we leven? Met praatjes die ons enkel tegen elkaar opzetten? Of met een verhaal dat ons weer van voren af aan leert wat ware menselijkheid is?