Een kabinet met grote ambities op het gebied van staatsrechtelijke vernieuwing, vergaande plannen om de rechten van asielaanvragers in te perken en een voortzetting van de criminaliteitsbestrijding van de afgelopen jaren. Als het om de rechtsstaat gaat lijken er, althans op het geduldige papier van het coalitie-akkoord, geen grote breuklijnen met de kabinetten Rutte te verwachten. Het eerder bereikte akkoord over de ‘grenzen van de grondwet’ onder leiding van informateur Plasterk in februari wordt onderstreept.
De discriminerende anti-moslim ambities van de PVV hebben het niet gehaald, althans niet met zoveel woorden. De vrijheid van onderwijs blijft bijvoorbeeld intact. Hooguit worden „binnen de juridische kaders onwenselijke en excessieve elementen als antidemocratisch en anti-rechtstatelijk onderwijs” tegengegaan. Iedereen die werkt in de „veiligheidsketen” is verder in diensttijd altijd „neutraal gekleed” – daarmee is de net voorzichtig toegelaten islamitische hoofddoek voor BOA’s weer afgeschaft.
Dat de „versterkte gebedsoproep” vanuit moskeeën wordt „gereguleerd” is wel een duidelijk PVV-punt. Het plan om vaker het (tweede) paspoort te willen afpakken dan nu mogelijk is – als strafmaatregel ook bij zware criminelen – is juridisch omstreden vanwege het discriminatieverbod. De drempel om de Nederlandse nationaliteit te verkrijgen gaat volgens het akkoord dan weer omhoog. De wachttijd wordt tien jaar, de taaleis stijgt naar niveau B1 en iedereen moet verplicht kennis hebben van de Holocaust.
Media niet verder in buitenlandse handen
De partijen zeggen in het akkoord de instituties „die de rechtsstaat mede dragen, rechtspraak, media en wetenschap” te willen versterken. Voor de journalistiek wordt dat uitgewerkt in het plan om de Autoriteit Consument en Markt instrumenten te geven „om te voorkomen dat het (online) aanbod van nieuws nog verder verschraalt en/of in buitenlandse handen valt”. Een verwijzing naar de dominante positie van twee Belgische uitgevers op de Nederlandse mediamarkt.
Vanuit rechtsstatelijk perspectief zorgelijk is dat de toegang tot de rechter en tot gefinancierde rechtsbijstand voor asielmigranten voortaan „zoveel mogelijk wordt ingeperkt”, meer nog dan de laatste jaren al gebeurde. Dat is mogelijk in strijd met het grondwettelijk gewaarborgde recht op een eerlijk proces en toegang tot de rechter. Over de opvang is het devies: „Zoveel mogelijk versoberen”. Procederen mag voortaan nog maar in één instantie, bij één rechter die dan voor het hele land uitspraken moet doen.
De ambitie om tot de strengste asiellanden in de EU te gaan behoren leidt tot een reeks maatregelen, waarvan op z’n minst onduidelijk is of die binnen de Europese rechtsorde passen. Beroepstermijnen worden verkort, herhaalde aanvragen ingeperkt, gezinshereniging verder uitgesteld, dwangsommen om de overheid tot tijdig beslissen te dwingen, afgeschaft. Het standaard uitlezen van mobiele telefoons bij asielaanvraag moet voortaan kunnen. De permanente asielstatus moet tijdelijk worden. Kansarme asielzoekers mogen ‘deels gesloten’ worden opgevangen. De overheid trekt meer beslismacht naar zich toe. Ambtsberichten over al dan niet veilige landen van herkomst blijven voortaan geheim. De IND hoeft voortaan minder te bewijzen en de aanvrager juist meer.
Het akkoord stelt daartoe een ‘Asielcrisiswet’ voor. Kennelijk wil het nieuwe kabinet weer een nationaal asielbeleid gaan voeren. Nu is dat geheel Europees geregeld. Daartoe zegt het een „opt out clausule” bij de Europese Commissie te zullen „indienen”. Wat suggereert dat zo’n uitzonderingspositie simpel aangevraagd kan worden. In werkelijkheid houdt dat het openbreken van verdragen en richtlijnen in, wat niet kan zonder intensieve onderhandelingen met andere lidstaten. Iedere ‘stop’ of beperking die Nederland invoert, hoe tijdelijk ook, komt immers voor rekening van de buurlanden die de hier afgeschoven aanvragers dan aan de poort krijgen.
Beperking arbeidsmigratie
Interessant is dat het nieuwe kabinet zal inzetten op „beperking van het vrije verkeer” binnen Europa, vooral met het oog op arbeidsmigratie. Als de EU verder uitbreidt, mag dat niet leiden tot nóg meer migratie, is de ambitie. Het vrije verkeer van personen, goederen en diensten is in de Europese rechtsorde tot nu toe een gezamenlijk uitgangspunt.
De lijst staatsrechtelijke vernieuwingen is omvangrijk en geheel NSC-geïnspireerd. Een nieuw kiesstelsel, invoering van constitutionele toetsing door een nieuw Hof, meer ondersteuning en een steviger informatierecht voor Kamerleden. Ook wordt het splitsen van de Raad van State aangekondigd, waarmee de Afdeling Bestuursrechtspraak wordt „verzelfstandigd”. Daarmee richt dit kabinet twee nieuwe hoogste rechterlijke instanties op: een Constitutioneel Hof en een ‘Administratief Hof’. Althans zo wordt in andere landen deze functie van een Raad van State doorgaans aangeduid. Bestuurlijke rechtspraak en staatsrechtelijk advies zijn dan definitief uit elkaar geplaatst, een wens van de enquêtecommissie naar het toeslagenschandaal.
Die is verder terug te horen in wensen om de rechtspositie van de burger te versterken. In formeel contact met de overheid zou die bijvoorbeeld een ‘recht op vergissen’ moeten krijgen. De bereikbaarheid van de overheid, ook niet-digitaal moet beter worden. De overheid zal z’n incassokosten voortaan sterk inperken, klokkenluiders moeten beter worden beschermd. De minister van Binnenlandse Zaken krijgt de taak de nog immer te grote hoeveelheid ‘hardheden’ voor burgers in beleid, uitvoering en wetgeving jaarlijks te inventariseren. Daarbij geholpen door de Rechtspraak, de beide Kamers en de Ombudsman.
In de paragraaf Nationale veiligheid komen ook rechtsstatelijke risico’s voor, alleen zijn die doorgaans niet nieuw. Het nog meer „delen van informatie” over verdachte burgers, een bestuurlijke evergreen, kan ook averechts werken – het wordt zowel bepleit als zinvol en erkend als bedreigend, in dezelfde zin. De kroongetuigeregeling wordt uitgebreid, maar is inherent omstreden door het risico van ‘gekochte’ en dus onbetrouwbare informatie. Veel voornemens zijn ook vaag. Er wordt veel versterkt, geïntensiveerd, versneld en aangepakt. ‘Optreden’ is al gauw ‘keihard’, bijvoorbeeld tegen „straatterreur, intimidatie en grensoverschrijdend gedrag”. Waar dan weer aan wordt toegevoegd dat „alle middelen op gepaste wijze” moeten worden ingezet.
Zoals in de meeste regeerakkoorden van de laatste jaren worden diverse maximumstraffen verhoogd, de verjaring verder ingeperkt en „intensieve samenwerking” her en der nog verbeterd. Rechters gaan volgens het akkoord sneller en effectiever werken omdat de Raad voor de Rechtspraak „regie op de digitalisering” krijgt. Daarin kan een verdere centralisering van de rechtspraak worden gelezen.