PVV, VVD, NSC en BBB beloven ‘nieuwe weg’: betrouwbare overheid en streng migratiebeleid speerpunten akkoord

Het helemaal anders doen, met een hoop vage voornemens en soms juist opvallend lange lijsten aan concrete maatregelen. De ambities in het woensdagnacht gepresenteerde hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB zijn groot. De vier rechtse partijen willen dat Nederland echt breekt met het beleid van de afgelopen jaren, schrijven ze in hun inleiding. „Politiek en bestuur hebben ondanks goede bedoelingen de afgelopen jaren steken laten vallen, door de zorgen van mensen niet altijd serieus te nemen. Wij slaan een nieuwe weg in.”

Bijna zes maanden na de Tweede Kamerverkiezingen publiceerden PVV, VVD, NSC en BBB afgelopen nacht een hoofdlijnenakkoord van 26 pagina’s. Dat is inderdaad fors minder lang dan eerdere regeerakkoorden, hoewel de financiële bijlage ook nog twaalf pagina’s beslaat. De titel van het akkoord is ‘Hoop, lef en trots’. De vier partijen zijn in hun inleiding tegelijkertijd chauvinistisch en deemoedig. „Nederland is een prachtig land. Een land om trots op te zijn. Wij moeten hard werken om het vertrouwen van Nederlanders te verdienen.”

Speerpunten

In de prioriteiten van de nieuwe coalitie vallen een aantal zaken op. Het eerste hoofdstuk van het hoofdlijnenakkoord gaat over het thema ‘bestaanszekerheid’, een speerpunt van NSC-leider Pieter Omtzigt in de campagne. De partijen beloven dat burgers al vanaf volgend jaar meer geld in hun portemonnee overhouden, onder meer door de inkomstenbelasting te verlagen, het gratis maken van de kinderopvang door te zetten en het eigen risico in de zorg te halveren tot 165 euro, hoewel dat bedrag wel pas gehaald wordt in 2027.

Het fors beperken van de migratie is een ander speerpunt van het akkoord. De partijen beloven „het strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit” en komen vooral met een lange lijst maatregelen rond asiel. Het meest opvallend is de aankondiging van een tijdelijke Asielcrisiswet, waardoor gedurende twee jaar bijzondere bevoegdheden zouden kunnen worden ingezet, zoals het opschorten van de behandeling van asielaanvragen. Ook willen PVV, VVD, NSC en BBB de spreidingswet, die gemeenten kan dwingen asielzoekers op te nemen, weer intrekken, terwijl deze pas net van kracht is geworden.

Deze maatregelen beloven een grote trendbreuk met het beleid van het huidige demissionaire kabinet, hoewel het nog maar de vraag is of en hoe snel ze de instroom van asielzoekers omlaag zullen brengen. Experts wezen er eerder op dat een asielcrisiswet mogelijk botst met Europees recht. Ook zijn veel opgenomen maatregelen rond asiel en arbeidsmigratie al eerder aangekondigd of toegepast, zoals strengere grenscontroles en snellere procedures rond bijvoorbeeld uitzetting.

Als het om het klimaat- en stikstofbeleid gaat, waar Rutte IV de ambities hoog had liggen, valt op dat de rechtse partijen er niet volledig vanaf willen, maar dat de focus anders wordt. Zo heeft het hoofdstuk over klimaat de titel ‘Energietransitie, leveringszekerheid en klimaatadaptatie’, waarmee de nadruk minder op bijvoorbeeld de vermindering van CO₂ komt te liggen. De partijen plaatsen het klimaatbeleid heel uitdrukkelijk in het teken van energieonafhankelijkheid van onvrije landen, en benadrukken ook de kansen voor ondernemers en economische groei.

Het stikstofbeleid lijkt te worden afgezwakt. De maximumsnelheid gaat op wegen “waar dat kan” weer omhoog naar 130 kilometer per uur en over het terugdringen van stikstof schrijven de partijen dat dit moet gebeuren „waar dat aantoonbaar nodig is voor de instandhouding van de natuur”. Het verkleinen van de veestapel, wat huidig VVD-minister voor Stikstof Christianne van der Wal, als onvermijdelijk zag, wordt niet meer expliciet nagestreefd. „Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp van de veestapel, maar op instandhouding van belangrijke natuur.”

Nadruk op rechtsstaat en overheidsfinanciën

Op de thema’s wonen en zorg valt op dat PVV, VVD, NSC en BBB de ambities van het huidige kabinet, zoals het bouwen van meer woningen en het terugdringen van het personeelstekort, handhaven. Als het om de rechtsstaat en overheidsfinanciën gaat, is duidelijk zichtbaar dat NSC en VVD daar de nadruk op willen leggen. In het akkoord staat dat „het waarborgen van de democratische rechtsstaat en stabiele overheidsfinanciën vormen onmisbare randvoorwaarden” zijn. Over de rechtsstaat en grondwet worden in het akkoord kort de formuleringen uit de eerdere ‘basislijn’ die de partijen al vaststelden vooral herhaald.

De paragraaf over ‘goed bestuur’ is ook opvallend lang, een teken dat NSC van Omtzigt ook op dat vlak veel heeft binnengehaald. Een aantal van de bestuurlijke veranderingen die Omtzigt wil, zoals een nieuw kiesstelsel en een grondwettelijk hof, staan in het akkoord en zijn hervormingen van de lange adem.

In de buitenlandparagraaf valt op dat aan de Nederlandse steun voor Oekraïne niet wordt gemorreld. Hoewel de PVV eerder tegen die steun was, staat in het akkoord dat Nederland Oekraïne „politiek, militair, financieel en moreel” blijft steunen tegen de Russische agressie. De vier partijen willen ook in de wet vastleggen dat Nederland 2 procent van het BBP, oftewel de NAVO-norm, aan Defensie gaat uitgeven. Over Israël staat nog iets opmerkelijks in het akkoord. Naast de passage dat Nederland „het bestaansrecht en de veiligheid” van Israël steunt, kondigen de vier partijen aan de verplaatsing van de ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem te willen „onderzoeken”.

De partijen lijken de vrees dat Nederland zich naar binnen keert te willen wegnemen. „Nederland blijft een constructieve partner in de EU”, laten ze noteren. Maar ze schrijven ook: „Nederland staat zeer kritisch tegenover verdere uitbreiding van de Europese Unie.”