Een voor een rijden de witte trucks langs de Chinese douane, naar de grens met Rusland. Het zijn er achttien – gloednieuw, met de beschermende folie nog aan de voorkant geplakt. Verderop, op uitgestrekte parkeerplaatsen, staan honderden vergelijkbare vrachtwagens in lange rijen te wachten. Maar eerst volgt nog een lading gifgroene hijskranen van het Chinese merk Zoomlion. Toeterend om te waarschuwen voor hun vervaarlijk zwaaiende haken komen ze aanrijden.
De drukte bij deze winderige douanepost voor vrachtverkeer in Manzhouli, een stadje aan China’s noordelijke grens, weerspiegelt de nauwe handelsbanden tussen China en Rusland. Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn die flink versterkt, als gevolg van de westerse sancties tegen Rusland. In 2023 werd er voor 220 miljard euro gehandeld tussen beide landen, een nieuw record. Vooral de import van auto’s, elektronica en industriële goederen is hard gegroeid. Het zijn spullen die de Russische samenleving nodig heeft, maar ze helpen ook het leger, bijvoorbeeld als het gaat om chips, die ook in wapens zitten. Hoewel het gaat om een klein deel van alle handel tussen beide landen, komt volgens een recente analyse van douane-statistieken bijna 90 procent van de belangrijkste ‘dual-use’-goederendie zowel civiele als militaire toepassingen hebben, uit China.
Lees ook
Westerse druk over Oekraïne laat China koud
„Een onbedoeld effect van de westerse sancties”, noemt analist Abigaël Vasselier, analist bij de Duitse denktank Merics, de hechtere economische relaties tussen China en Rusland. Voor de oorlog was de handel tussen beide buurlanden relatief gering. Maar inmiddels biedt China „belangrijke ondersteuning voor de Russische oorlog, die verder gaat dan een economische reddingslijn en dan politieke en diplomatieke steun om Ruslands isolement te beperken”, aldus Vasselier.
Sancties tegen banken
Maar de afgelopen maanden laten wel een trendbreuk in de handel tussen beide landen zien. Voor het eerst sinds 2022 daalde in maart en april de Chinese export naar Rusland licht. Het lijkt een teken dat Chinese banken voorzichtiger worden in hun transacties met Rusland, uit vrees voor Amerikaanse dreigementen dat Chinese banken zelf door sancties zullen worden getroffen als ze Rusland blijven helpen zijn militaire industrie operationeel te houden. Nadat president Biden in december een decreet tekende dat dit mogelijk maakt, kwamen minister van financiën Janet Yellen en buitenlandminister Antony Blinken in China langs om ervoor te waarschuwen. Volgens het Russische dagblad Izvestia zijn drie van de vier grote Chinese banken inmiddels gestopt met het aannemen van Russische betalingen, en heeft sinds maart zo’n 70 tot 80 procent van de financiële transacties tussen beide landen last van de beperkingen.
Pavel, een 22-jarige handelaar in Moskou wiens volledige naam bekend is bij de redactie, specialiseert zich in het vinden van Chinese leveranciers, en merkt het ook. „Het is een geleidelijk proces van verslechtering”, legt hij uit. Minder Chinese banken willen met Russische klanten werken, en transacties vereisen steeds meer papierwerk. „Ze willen veel informatie over de producten die je wilt vervoeren. Elke factuur moet worden gecheckt – dat was hiervoor geen probleem.” De afgelopen maanden had zijn bedrijf te maken met vertragingen en annuleringen, terwijl de bestellingen – voor keukenwaren – in principe niet politiek gevoelig zouden moeten liggen.
Lees ook
Hoe Russen sancties weten te omzeilen: de smartphone komt nu uit China
De trend laat zien dat Chinese banken eraan hechten aan de goede kant te blijven van de sancties van Amerika, nog altijd een belangrijkere economische partner voor China dan Rusland. Volgens Vasselier werken secundaire sancties op Chinese banken potentieel als drukmiddel. „Het zou een manier kunnen zijn om de kosten van China’s steun aan Rusland te verhogen. We weten dat China de reputatieschade van sancties wil vermijden, en ook dat sancties China’s handel zouden beïnvloeden.” De Europese Unie, die terughoudender is geweest in het opleggen van sancties aan Rusland dan het VK en de VS, zou ook duidelijker kunnen zijn over haar rode lijnen als het gaat over China’s steun aan Rusland, voegt ze toe.
Omzeilen via Kazachstan
Anderen wijzen op de beperkte impact van sancties als instrument om de oorlog te beëindigen. Zo schreef prominent China-Rusland-expert Alexander Gaboejev, van het Carnegie Russia Eurasia Center, vorige week op platform X dat het Moskou en Beijing de laatste twee jaar steeds is gelukt om „zich aan te passen en de impact van nieuwe VS-sancties te beperken.” Steeds meer handel tussen China en Rusland gaat bijvoorbeeld via Centraal-Azië. In de afgelopen maanden exporteerde China juist fors meer naar Kazachstan (30 procent) en Kirgizië (20 procent) dan in 2023. Gaboejev verwacht dat het omzeilen van sancties een van de belangrijkste onderwerpen zal zijn tijdens het bezoek van de Russische president Vladimir Poetin aan Beijing deze week.
Ook Pavel verwacht dat bedrijven zich zullen aanpassen aan eventuele verdere beperkingen van het betaalverkeer met Rusland. „De Chinese zakenpartners zijn heel begripvol over onze betaalproblemen. Bedrijven vinden altijd een weg.” Hij hoopt dat de Chinese en Russische leiders de betaalproblemen kunnen oplossen, maar meer nog hoopt hij op het einde van de oorlog. „We maken er economisch het beste van met China en andere buurlanden. Maar op spiritueel vlak zijn we meer verbonden met Europa en willen we weer reizen en handel drijven zoals we hiervoor deden.”
Wegblijvende Russen
In grensstad Manzhouli verlangt de bevolking ook naar de tijd voor de oorlog. Terwijl de grote transportbedrijven profiteren van de Russische vraag naar Chinese vrachtwagens en bouwmachines, lijdt de lokale middenstand juist onder het wegblijven van Russische bezoekers en de instorting van de detailhandel. Aan de overkant van de grens ligt Zabaykalsky Krai, een arme regio in Ruslands verre oosten die meer dan het rijkere westen de prijs betaalt voor de oorlog in Oekraïne. Mannen uit dit deel van Rusland zijn oververtegenwoordigd in het Russische leger, en sinds 2022 kwamen maar liefst 26 op de tienduizend mannen uit Zabaykalsky Krai om op het slagveld, tegen één op de tienduizend in Moskou.
Een voormalig detailhandelaar in de stad, wier naam bekend is bij de redactie, ziet het met lede ogen aan. „Het is allemaal die oorlog. De Russen hebben geen geld meer te besteden, of ze moeten vechten.” Zoals iedereen die NRC spreekt in Manzhouli heeft ze het over de ‘oorlog’, niet een ‘crisis’, zoals de Chinese overheid het conflict noemt. Vragen over de politiek beantwoordt ze liever niet. „Maar volgens mij was die hele oorlog helemaal niet nodig. Zoals het gezegde gaat: ‘volk en kas lijden eronder’.”