Wat gebeurt er als je een handgeschreven briefje met „I love ChatGPT” via je smartphonecamera aan de nieuwste versie van de chatbot toont? Dan praat ChatGPT terug, met een vrouwenstem. Giechelend. „O, dat is zo lief van je.”
Deze week presenteerden Google en OpenAI, marktleiders in artificiële intelligentie (AI), de jongste versies van hun chatbots, Gemini respectievelijk ChatGPT. Daarbij bleek de AI-hype nog lang niet op zijn eind. Chatbots worden snel slimmer, nog menselijker en overtuigender. Tegelijk blijven er vragen: rechtvaardigt de hype de miljardeninvesteringen echt? En worden de AI-modellen niet te snel te slim?
OpenAI ontketende in november 2022 een AI-hype met ChatGPT, dat intussen honderd miljoen gebruikers per week heeft. De onderliggende technologie – OpenAI’s taalmodel GPT – is feitelijk een enorme database met miljarden woorden en beelden van het internet. Slimme computermodellen leren aan de hand daarvan hoe mensen met elkaar communiceren. Sinds ChatGPT zijn er weinig grote bedrijven die nu níét met kunstmatige intelligentie experimenteren. Bijvoorbeeld om klantenservice uit te besteden aan chatbots, juridische contracten op te stellen of teksten schrijven te automatiseren.
Buckingham Palace
OpenAI presenteerde maandag de nieuwste versie van zijn taalmodel, GPT-4o genaamd (de ‘o’ staat voor omni, ofwel: alles). Waar gebruikers met de eerste versie alleen nog konden chatten (gebruiker typt, computer typt terug), combineert de jongste versie audio, video en tekst. Demonstratiefilmpjes van OpenAI tonen onder meer een gebruiker die zijn telefooncamera op Buckingham Palace richt, waarna ChatGPT in gesproken woord vragen over het paleis beantwoordt. Ook kan de chatbot live gesprekken vertalen.
OpenAI-topman Sam Altman noemde zijn nieuwe technische speeltje „AI uit de films”. Daarbij verwees hij naar zijn favoriete film Her, waarbij een man verliefd wordt op zijn spraakassistent. Her, uit 2013, is inmiddels door de realiteit ingehaald.
Bekijk hier de presentatie van OpenAI
Google deed daar dinsdag een schepje bovenop. De strategie van het techconcern, kort samengevat: taaltechnologie gaat in elk product dat we maken.
Iedereen die Google gebruikt, van zijn e-maildienst Gmail tot de zoekmachine, krijgt te maken met een AI-assistent, die helpt e-mails te schrijven of zoekresultaten samenvat. Googles taalmodel Gemini wordt intussen in Android-telefoons geïntegreerd. Denk aan een AI-model dat op de smartphone draait, kan meeluisteren met gesprekken en bijvoorbeeld waarschuwt als er een oplichter aan de lijn is. Google belooft dat de privacy van gebruikers beschermd blijft en dat het bedrijf geen gesprekken van gebruikers verzamelt om advertenties te verkopen.
Technisch ontlopen de beide voorlopers in AI elkaar nauwelijks. Google, dat pionierde met taalmodeltechnologie die aan de basis ligt van de huidige generatie chatbots, opereert hooguit wat voorzichtiger dan zijn concurrent. Google krijgt, als een van de grootste techbedrijven ter wereld, sneller kritiek als het misgaat dan een relatief jong, niet beursgenoteerd bedrijf als OpenAI. Daarom zette Google in februari de beeldgenerator van Gemini stop, nadat de tool doorsloeg in een poging alle etniciteiten gelijkwaardig te representeren. Gemini toonde onder meer Aziatische nazi’s en zwarte Vikingen.
Lees ook
‘AI zal proberen de macht over te nemen’
Betere beslissingen
Waarom investeren techbedrijven toch zo veel geld, miljarden dollars per jaar, in deze technologie? Ze rekenen erop dat ze veel geld gaan verdienen met AI-assistenten. Door computer en mens beter te laten samenwerken, kunnen werknemers productiever worden en consumenten betere beslissingen nemen, zo is het idee.
Of de AI-assistent echt zo groot wordt als de techbedrijven geloven, is onzeker. Techbedrijven beloven al meer dan tien jaar een toekomst waarin mensen met computers in gesprek gaan. Dat kan via een digitale praatpaal thuis (Amazon Alexa, 2014) of een klein, rond kastje (Google Home, 2016), en via apps op de smartphone (Apple’s Siri, 2011). Al deze initiatieven maakten hun belofte niet waar. De conclusie was steeds hetzelfde: ouderwets de zoekmachine om hulp vragen door typen op de smartphone werkt beter en sneller.
De recente ontwikkelingen in taalmodeltechnologie maken de chatbots veel overtuigender – menselijker – dan de vorige generatie apparaten. De nieuwste versie van ChatGPT is niet meer van een mens te onderscheiden. De hoop is dat consumenten, gefrustreerd geraakt door chatbots die traag reageren of opdrachten niet begrijpen, de technologie nu wel omarmen. Blijft de vraag of die zo onmisbaar wordt dat mensen er ook voor willen betalen.
Nepnieuws
Zorgen zijn er met name over het tempo van de technische ontwikkelingen. Overtuigende chatbots kunnen ook overtuigend nepnieuws overbrengen, of stemmen imiteren om mensen op te lichten. AI-wetenschappers maken zich zorgen over wat het alignment-probleem wordt genoemd. Ofwel: ontwikkelen de bedrijven technologie die in dienst staat van de mens, of die de mens straks meer kwaad dan goed gaat doen?
Tekenend was dat een dag na de presentatie van OpenAI Jan Leike en Ilya Sutskever, twee kritische stemmen binnen het bedrijf, hun vertrek aankondigden. Leike en Sutskever leidden mede het onlangs opgerichte superaligment team van OpenAI. Met één belangrijke taak: de mensheid beschermen tegen de technologie die binnen OpenAI ontwikkeld wordt.