Vriend en vijand over Youp van ’t Hek: ‘Ik heb weleens gedacht: wat jammer dat we elkaar niet onder andere omstandigheden hebben leren kennen’

Vriend Guus MeeuwisMajesteit

Zanger Guus Meeuwis (52) trad op 26 en 27 maart 2016 samen met Van ’t Hek op in de legendarische Parijse concertzaal L’Olympia. De twee vrienden spelen soms ook latjetrap, een voetbalspelletje waarbij het erom gaat wie de bal het vaakst tegen de lat van het doel schiet. Meeuwis wint „best wel vaak”, zegt hij.

Hoe raakte u met elkaar bevriend?

„Tijdens het WK voetbal in Zuid-Afrika in 2010 hebben we een paar dagen zeer plezierig met elkaar opgetrokken. We waren te gast bij Studio sportzomer, het NOS-programma. Oranje stond in de halve finale en de redactie vroeg of we gezamenlijk een liedje wilde zingen. Ik vond ergens een krakkemikkig gitaartje en toen hebben we in de bus tijdens een safari Majesteit geschreven. Een idee van Youp, om Beatrix toe te zingen met de vraag of ze tijd had om de spelers te ontvangen als ze wereldkampioen zouden worden.

„Professioneel en persoonlijk hadden we direct een klik. Daarna hebben we het gesprek voortgezet en zijn we samen dingen blijven ondernemen.”

Zoals?

„Ik heb Youp bijvoorbeeld gevraagd of hij mee wilde denken over de lijn van mijn theatertour. Hij gaf me het boek De onwaarschijnlijke reis van Harold Fry van Rachel Joyce. Dat leverde een mooi begin op voor de voorstelling.

„Toen ik tijdens een etentje mijn plan ontvouwde om in Olympia in Parijs op te treden, zei Youp spontaan: ‘Dan ga ik mee.’ Leuk, zei ik, ‘dat wordt dan Guus en Youp gaan naar Parijs’. Even later moest hij aan zijn hart geopereerd worden. Lange tijd was het de vraag of hij er überhaupt wel bij kon zijn in Parijs. Terwijl ik dit vertel krijg ik weer kippenvel. Want uiteindelijk deed hij gewoon mee, zijn eerste optreden na de operatie. Toen hij opkwam krijg hij een staande ovatie, die in mijn herinnering wel 17 minuten duurde.”

Is het goed dat hij stopt?

„Het is maar de vraag of hij echt stopt. Hij geniet enorm van De laatste ronde. En mijn indruk is dat de tent nog vaak afgebroken wordt. Kan hij dat gevoel echt missen? En wat als hij straks een heel goed idee krijgt? Nu ja, ik ben blij dat hij zelf het moment van stoppen heeft bepaald. En als hij toch nog iets op toneel wil doen is dat ook aan hem. Ik zal hem in elk geval niet aan zijn woord houden.”

‘Vijand’ Karel vuursteenYoupie-bier

Karel Vuursteen (82) nam in 1993 als bestuursvoorzitter van Heineken het besluit om Buckler niet meer te verkopen in Nederland. Dat was vier jaar nadat Youp van ’t Hek in een oudejaarsconference het alcoholvrije bier belachelijk maakte.

Vuursteen: „Hoe komt u in hemelsnaam bij mij terecht? Om mij hiervoor uit te nodigen? Ah, Buckler. Ja, dat dacht ik al. Dus ik heb er al even over nagedacht. En ik heb een anekdote voor u. Want ik heb er wel een verhaaltje bij.

„Youp had dat bier tot de grond toe afgebroken. Dat was natuurlijk vervelend, voor ons als bierbrouwer. Maar ja, je moet aan de andere kant ook een beetje vergevingsgezind zijn. Dus als reactie heb ik na die affaire bier laten produceren met het etiket Youpie. En toen heb ik met de Heineken paard-en-wagen, die kent u vast wel, met vier paarden ervoor, een aantal kratjes Youpie alcoholvrij bier bij hem thuis afgeleverd. Met de boodschap: ‘Het is nou mooi geweest, nu zetten we er samen een punt achter. En als herinnering wil ik je een paar kratjes van dit bier geven.’ Hij ontving mij, hij serveerde Grolsch. Maar ik was niet boos over Buckler, hè. Zoiets kan gebeuren. Daar moet je ook een beetje boven staan. En ik dacht: dat Youpie-bier lijkt me een leuke manier om hem de mond te snoeren. Ik vond het wel een aardige actie eerlijk gezegd.”

De oudejaarsconference speelde voordat u begon. Maar het bedrijf is met het bier gestopt onder uw leiding.

„Alleen in Nederland gestopt. In Frankrijk was het een groot succes. En in Spanje ook.”

Het was uw besluit?

„Nou ja, ik heb een aantal besluiten genomen. Wie nou welk besluit nam, dat weet ik niet precies meer. Maar ik neem aan dat ik in elk geval goedkeuring heb gegeven voor dit besluit. Er was ook een alternatief bier, dus we dachten: dan gaan we dat opbouwen. Heineken 0.0, dat is een groot succes geworden.”

Er figureren enorme getallen over het verlies dat Heineken met Buckler zou hebben geleden. Een paar honderd miljoen gulden, is wel gesuggereerd.

„Nou, we zijn een groot bedrijf hè. En bovendien, Buckler was niet het belangrijkste merk van ons assortiment. Dat is Heineken. Met Heineken zou het hem ook nooit gelukt zijn, denk ik. Maar het is een mooi verhaal dat het hem gelukt is dat bier kapot te maken. Maar daarna moest het ook afgelopen zijn. Daarom dacht ik: dan maak ik dat bier voor hem.”

U bent abonnee van NRC. Waar Youp elke zaterdag in staat.

„Het is het eerste wat ik lees. Op zaterdagmorgen. Ik vind hem fantastisch. Ik bewonder hem zeer. Ik vind het ook jammer dat hij ophoudt.”

U gaat ook naar de conferences?

„Jajajaja, regelmatig. Ik ben een groot fan.”

‘Vijand’ Evert SantegoedsVieze Youpie

Evert Santegoeds (62) is hoofdredacteur van Story en daarna Privé (sinds 2002), en televisiepresentator bij Shownieuws. Santegoeds en Van ’t Hek scholden elkaar herhaaldelijk publiekelijk uit. Santegoeds noemde de cabaretier ‘vieze Youpie’ vanwege een buitenechtelijke affaire, Van ’t Hek noemde Santegoeds ‘een gluiperige roddelkont’ en een ‘pokdalige pisnicht’.

In 2014 dreigde Van ’t Hek diverse keren zijn NRC-column te beëindigen als uitgeverij Mediahuis ook De Telegraaf zou overnemen: „Ik wil niet op dezelfde loonlijst staan als die gluipnicht Evert Santegoeds. In mijn korte aardse bestaan is dat een van mijn weinige principes.” Toen Mediahuis in 2016 De Telegraaf overnam kwam Van ’t Hek terug op zijn dreigement in zijn column van 16 december. Hij bleef bij NRC, want De Telegraaf kreeg „geen lettergreep zeggenschap over het beleid van deze krant. Die blijft in handen van een rijke Belg.”

Santegoeds: „We woonden lange tijd bij elkaar om de hoek. Ik in de Utrechtsestraat, Youp op de Prinsengracht. We kwamen elkaar regelmatig tegen. Bestelde ik bij de bakker een half bruin en drie krentenbollen, hoorde ik opeens achter mij: ‘Neem je ook wat mee voor die domme lezeresjes van je?’

„Als ik Youp alleen tegenkwam was het meestal leuk. Maar met publiek begon hij een show. Toen ik bij Story vertrok zei hij op straat: ‘Zo, gozer, ga je weg bij dat kutblad. Wat zal de buurt hier opknappen.’ Ik zag het altijd als een spel. Als hij me in zijn column weer eens voor gluipnicht uitmaakte lag ik me op zaterdagavond echt niet in mijn kussen te verbijten. Hij deed zijn werk, en ik het mijne. En dat botste weleens.”

Wanneer gebeurde dat voor het eerst?

„Ik denk in 1996, toen Youp een kort geding tegen Story aanspande omdat we een openbare bijeenkomst met Youp in het Theaterinstituut als een interview hadden gepresenteerd. Dat wekte volgens hem de indruk dat hij aan een artikel in ons blad had meegewerkt [Van ’t Hek won de zaak, Story moest rectificeren, red.]. Toen we later bij Privé over zijn echtelijke problemen publiceerden kwam dat de sfeer tussen ons niet ten goede. Haha.”

Als het op schelden aankomt bent u aan elkaar gewaagd.

„Ik heb weleens gedacht: wat jammer dat we elkaar niet onder andere omstandigheden hebben leren kennen. Ik denk dat we in de kroeg samen best een leuke avond zouden kunnen hebben.”

Stopt hij op een goed moment?

„Ik denk van wel. Die lichamelijke druk van wéér een nieuwe voorstelling lijkt me enorm. Hij is geen veertig meer. En met schrijven hoeft hij niet te stoppen, dus hij kan zijn ei nog altijd kwijt.”

Vriend Louis van GaalLiefde voor voetbal

Voetbaltrainer Louis van Gaal (72) figureert regelmatig in de columns van Youp van ’t Hek. Zij komen elkaar tegen bij zijn voorstellingen en bij acties voor goede doelen, waar ze zich beiden voor inzetten.

Hoe goed kent u Youp?

„Wij komen elkaar sinds een jaar of twintig regelmatig tegen. We zijn geen vrienden, maar we kennen elkaar en we hebben respect voor elkaar. Thuis keken wij altijd naar de oudejaarsconference, ook toen ik later op mezelf woonde keek ik daarnaar. En op een gegeven moment ging hij die conferences doen. Hij is iemand die wat kan en wat laat zien, daar heb ik respect voor.”

Wat vindt u van zijn voorstellingen?

„Ik vind hem soms te grof in zijn bewoordingen. Dat heb ik hem na een voorstelling ook wel eens gezegd, maar [Van Gaal lacht] daar was hij niet ontvankelijk voor. In zo’n voorstelling vloekt hij denk ik wel tien keer, daar storen mensen zich aan. En bepaalde figuren neemt hij heel erg in de mangel.”

U komt regelmatig voor in zijn columns. Leest u die?

„Ik lees zijn columns als vrienden en bekenden ze aan mij opsturen. Wat ik wel mooi vind: zoals hij andere bekende mensen op de korrel neemt, neemt-ie mij ook op de korrel. Hij maakt geen onderscheid, dat vind ik getuigen van een soort eerlijkheid.”

U was bij zijn laatste voorstelling. Daarin maakt hij de grap dat u aanbood zijn biografie te schrijven. En hij zegt dan tegen u: ‘Nee Louis, dat boek moet over mij gaan.’ Vond u dat grappig?

„Nee, dat vond ik irritant. Dan neemt hij over wat de media over mij schrijven. Maar zo iemand ben ik helemaal niet. En dat weet hij, want we zien elkaar vaak genoeg.”

Uw stijl is meer opbouwend?

„Ja, dat is een groot verschil. Maar goed, dat is de cabaretstijl, dat moet je niet te serieus nemen. Maar hij zoekt wel de grens op en gaat daar dan soms overheen. Toon Hermans deed dat niet, bijvoorbeeld. Wim Sonneveld ook niet.”

Heeft hij verstand van voetbal?

„Nou, [Van Gaal lacht weer], hij is geloof ik twee keer met zijn zoon bij een wedstrijd geweest, in Barcelona en in Manchester, en dat deed hij meer voor zijn zoon volgens mij. Hij is supporter van Ajax, dus hij houdt van voetbal. Maar ik heb nog nooit met hem over de tactiek van een wedstrijd gesproken.”

Vindt u het tijd dat hij ophoudt?

„Ik vind het jammer dat hij stopt: hij is van deze tijd. Ik ben minder van deze tijd dan hij. Hij is hard en dat is nu de tendens. Dus hij hoeft niet te stoppen als het gaat om de tijdgeest. Maar hij moet van zichzelf stoppen, dat is heel wat anders.”

Wat bedoelt u met ‘ik ben minder van deze tijd dan hij’?

„Nou, ik probeer altijd de medemens te beschermen. Maar in de beslotenheid van de kleedkamer ben ik misschien wel net zo hard als Youp!”

Vriend Brigitte KAandorpVeer in de reet

Brigitte Kaandorp (62), cabaretier, is bevriend met Van ’t Hek. Eind maart organiseerde zij voor de derde keer het Stuiterbal, een diner voor „alle grappenmakers van Nederland en België”. Omdat Youp bij het voorgaande bal de Veer-In-De-Reet-wisseltrofee kreeg overhandigd was hij gastheer. De prijs, een houten reet met een veer in de bilnaad, is een eerbetoon van artiesten uit de cabaretwereld aan een collega.

Kaandorp: „Toen ik 50 werd opperde mijn echtgenoot: ‘Waarom vier je je verjaardag niet met al je collega’s? Jullie zijn tenslotte allemaal eenzame handelsreizigers.’ Op dat eerste Stuiterbal in 2012 was Youp er niet, maar wel Herman van Veen, Tineke Schouten, Gerard Cox en heel veel andere grappenmakers. Paul van Vliet kreeg toen de Veer-In-De-Reet-trofee van Herman Finkers, de eerste winnaar, die hem eerder bij wijze van eervolle grap van bedenker Jeroen van Merwijk en een stel collega’s had gekregen.

„Bij het tweede Stuiterbal, in 2016, gaf Van Vliet de prijs door aan Youp, die toen net zijn hartoperatie achter de rug had. Op 25 maart vierden we op het toneel van de schouwburg in IJmuiden het derde bal met 165 grappenmakers plus aanhang. Youp mocht de trofee niet doorgeven want Herman Finkers vond dat de prijs te serieus was geworden. Youp hield nog wel een mooie toespraak over de veer.”

Hoe raakte u met Van ’t Hek bevriend?

„Toen ik veertig jaar geleden begon was Youp al redelijk gearriveerd, ik keek tegen hem op. Hij is acht jaar ouder, dat voelde toen als een generatie. Met de jaren groei je naar elkaar toe, samen zijn we groot geworden. We waarderen elkaars werk en we zien elkaar regelmatig.”

Wat maakt hem een goede vriend?

„Youp is oprecht geïnteresseerd en gul. Als hij naar een voorstelling van je komt neemt hij zijn lekkerste fles wijn of champagne voor je mee en laat hij na afloop weten wat hij van de voorstelling vond. Dat doet hij bij veel collega’s.”

Waarom is hij zo succesvol?

„Hij staat met een fijne ontspanning op het toneel. Hij heeft zijn eigen stijl ontwikkeld en weet altijd goed de vinger op de tijdgeest te leggen.”

Stopt hij op het juiste moment?

„Ja. Je moet ooit stoppen. Mannelijke cabaretiers zijn daar over het algemeen minder goed in dan vrouwen. Kijk naar Wim Kan en Toon Hermans. Stoer dus dat Youp stopt. Je kunt beter een half uur te vroeg stoppen dan één minuut te lang doorgaan.”

vriend Frank VerhallenYoup de trouwambtenaar

Frank Verhallen (68), oud-theaterdirecteur en cabarethistoricus, publiceert op 3 september ‘Youp, je leven spelen’, een lijvige biografie. Verhallen opperde zijn plan voor een levensverhaal al in 1994, maar Van ’t Hek hield de boot lang af. „Nee, niet zolang ik optreed”, zei hij bij herhaling. „Ik voel er meer voor als ik dood ben – of bijna.”

Hoe verklaart u zijn enorme succes?

„Youp spreekt alle lagen van de bevolking aan. Hij behoort zelf tot de upperclass, maar qua thematiek grijpt hij dieper: naar universele onderwerpen waar iedereen zich in herkent.”

Hoe heeft hij zich als cabaretier ontwikkeld?

„Hij is steeds meer als zichzelf op het podium gaan staan. In het begin speelde hij vaak typetjes die hij vervolgens becommentarieerde. Vanaf begin jaren negentig heeft hij de keuze gemaakt alles dichter naar zichzelf toe te trekken. ‘De laatste ronde!’ is zijn meest persoonlijke show, zeker omdat hij dat theaterafscheid zo voelbaar maakt. Heel authentiek. Wat je ziet, is natuurlijk wat hij speelt, maar het is ook wie hij is.”

U schreef ook een boek over Freek de Jonge. Vergelijk die twee eens.

„Freek staat op het podium om daar in de eerste plaats zelf wijzer van te worden. Optreden is een middel, geen doel. Voor Youp speelt er veel meer mee: hij wil niet alleen dat het publiek een geweldige avond heeft, maar hecht ook in grote mate aan het samenzijn met het kluppie waarmee hij op tour is, de sfeer in de theaters waar hij al zolang optreedt en herinneringen aan heeft, de ontmoetingen met bekenden of juist onbekenden.”

Stopt hij op een goed moment?

„Ja. Ik weet niet of Youp nog de inspiratie heeft voor wéér een nieuwe grote show. Dan moet je nu al gaan nadenken over wel of niet in Carré staan in 2028 en alles daaromheen. Omdat zijn gezondheid een ding is geworden voelt hij zich minder vrij op het podium. Nu gaat het goed, maar die tomeloze energie van hem vijftig jaar lang op toneel heeft wel zijn tol geëist. Er zijn veel voorbeelden van collega’s die te lang zijn doorgegaan en aan wie hij geen voorbeeld neemt.”

Ziet u een opvolger?

„Een cabaretier met dezelfde energie, gretigheid, warmte en gulheid. Iemand die ook decennialang voor uitverkochte zalen zal spelen en de venijnige verslaving aan succes het hoofd weet te bieden? Nee, die zie ik niet. Wat Youp enorm heeft geholpen, is dat hij altijd zijn grenzen goed heeft bewaakt en heeft laten bewaken, zoals heel veel jaren door zijn impresario Joop Koopman. Koopman was een vaderfiguur, een klankbord aan wie hij zijn eigen intuïtie kon toetsen.”

Als buitengewoon trouwambtenaar heeft Youp u in de echt verbonden.

„Twee keer zelfs. De eerste keer was in 2014. Toen trouwde ik met iemand die hij niet bij mij vond passen. ‘Het volgende huwelijk van Frank doe ik ook’, grapte hij toen tegen de aanwezigen, tot ergernis van mijn kersverse echtgenote. Toen ik een nieuwe partner kreeg, had Youp dus geen keus, haha.”

VRiend Anna Maria van ’t HekPapa Youp

In Youps oudejaarsconference van 2020 haalt hij zijn dochter Anna aan. Zij zou hebben gezegd: ‘Papa, je bent nog wel grappig. Alleen heeft Nederland nu een ander gevoel voor humor.’ Anna Maria van ’t Hek (35) is documentairemaker.

Wat fijn dat je ons te woord wilt staan over je vader.

„Mensen willen wel vaker met mij over hem praten. Dat is dan om de kritische noot aan te stippen: hij haalt mij vaker aan als iemand met kritiek. Maar ik vind het alleen maar leuk dat hij dat doet.”

Volg je hem in zijn werk?

„Dat probeer ik wel. Maar het is bijna niet bij te houden. Elke week een column in NRC, columns in de VARAgids, shows die hij aanpast aan de actualiteit. Als de column voor de krant af is, mailt hij die aan me. Een enkele keer zeg ik ‘dat kan echt niet’ of ‘dat is niet zo’. Maar dat is echt incidenteel. Soms past hij de tekst aan. Of niet.”

En de voorstellingen?

„Ik ga een stuk of vier, vijf keer naar elke show, meestal in het begin tijdens de try-outs. En later nog een keer om het eindresultaat te zien. Dat is vaak, maar ik vind het bijzonder dat mijn vader dit doet. Dus ik wil het graag tot me nemen. Als ik in de zaal zit past hij in het lied Niemand weet hoe laat het is altijd de zin aan ‘Denk niet aan ons kind/ Haar dood zal ons leven voor altijd bederven’. Hij zingt ‘haar’ als ik in de zaal zit en ‘zijn’ als mijn broertje er zit. Het voelt alsof hij extra zijn best doet voor je. Ik ga er ook deels voor hem naar toe, ik weet hoe leuk hij het vindt als wij er zijn. We hebben echt een goede band.”

En die uitspraak uit de oudejaarsconference?

„Dat heb ik nooit zo gezegd. Maar alles is theater hè, die shows zijn een interpretatie van de werkelijkheid. Dus zo’n uitspraak is wat hij ervaart, voor hem voelt het alsof ik hem wijs op wat in de tijdgeest past. Maar als je die uitspraak ontleedt, dan gaat die over hem en niet over mij. Er staat dat hij nog altijd grappig is, dat de wereld dat nu minder inziet, maar dat hij daar niet in meegaat. Dat hij niet meebeweegt klopt, dat doet hij niet – en zijn publiek zou dat ook niet willen. Hij provoceert en dat blijft hij doen. Dat is ook zijn succes.”

Wat vind je ervan dat hij stopt?

„Ik ben heel blij dat hij stopt, al heb ik ook een lichte ongerustheid: wat gebeurt er hierna? Maar hij heeft nog duizend manieren om zich te uiten. Ik gun hem de rust die eraan komt – dat gevoel.”

vriend Simon van WilligenVers fruit

Simon van Willigen (58) is sinds 1996 de toneelmeester van Youp van ’t Hek. Vlak voor hij opgaat geeft hij de cabaretier een tikje op zijn schouder en de rest van de avond zit Van Willigen in de coulissen om eventuele problemen op te lossen.

Van Willegen: „Ik ben de contactpersoon tussen ons gezelschap en de theaters. Een week voor we langskomen laat ik weten wat we nodig hebben. Bijvoorbeeld hoeveel plekken we in het midden van de zaal nodig hebben voor de techniek van licht en geluid. En dat Youp geen snoepgoed in de kleedkamer wil maar vers fruit.

„Op een bouwdag, de eerste dag dat we ergens optreden, ben ik er om half één ’s middags om met de crew alles te regelen voor de voorstelling. Op draaidagen, als alles staat, kom ik om vier uur. Dat hoef ik alleen nog Youps witte overhemd te strijken en zijn colbertje klaar te hangen.

„Youp komt altijd om vijf uur. Ik wacht hem buiten op. De artiesten-ingang is bij veel theaters lelijk verstopt. Na de soundcheck eten we gezamenlijk. Tijdens de voorstelling zit ik in coulissen. Ik stuur mailtjes naar theaters waar we een week later moeten zijn. En met één oor luister ik naar de voorstelling. Met een intercom ben ik verbonden met Len, onze lichttechnicus. Als er problemen zijn met een microfoon of iets dergelijks los ik ze op.”

En u let op Youp.

„Ja, acht jaar geleden ging het lange tijd niet goed met zijn gezondheid. Hij voelde zich vaak niet lekker. In die tijd heb ik met hem voor mijn gevoel alle eerste hulpen van Nederland gezien. Zaten we na voorstellingen vaak uren te wachten tot een arts kon kijken wat er loos was. Pas na vele maanden werd duidelijk dat hij een hartprobleem had.”

Onlangs, op 23 april, moest hij in Carré weer een voorstelling vroegtijdig beëindigen.

„Direct na een week vakantie had Youp een black-out, was hij na twintig minuten opeens zijn tekst kwijt. Tevergeefs probeerde ik hem nog te souffleren. De dagen daarna speelde hij weer als vanouds.”

Wat vindt u ervan dat hij stopt?

„Een goed besluit. Hij is 70, heeft hard geleefd. Veel grote theaterjongens zijn te lang doorgegaan. Ja, ik ga Youp en de groep als geheel vast enorm missen. We waren al die jaren een familie, en het is een prachtige rit geweest.”