De hotelstop die het schrijnende huizentekort moet tegengaan is zo lek als een mandje. In Amsterdam is een steeds groter gebrek aan woonruimte voor mensen die voor ‘een gewoon loon’ werken: de onderwijzers, de verplegers, de politieagenten. Desondanks krijgen internationale hotelketens alle vrijheid om de stad op te kopen. Zestigduizend hotelbedden zijn er tot nu toe, en het aantal hotels blijft maar groeien: Pillows, Landmark, Bridge, Diamond, de uitbreiding van het Renaissance Hotel en als klap op de vuurpijl het voormalig Paleis van Justitie: 133 nieuwe zes-sterrensuites van een hotelketen met hoofdkantoor in Hongkong.
Dat hadden dus evenveel broodnodige eenpersoonswoningen kunnen worden. De historische binnenstad verandert snel van een woonwijk in een openluchtmuseum. Een cynische 21ste-eeuwse interpretatie van ‘Het Venetië van het Noorden’.
Er valt enorm veel geld te verdienen aan toerisme in Amsterdam. De internationale hotelketens zijn dan ook stevig bewapend met juristen en lobbygroepen die Amsterdamse bewindslieden op ‘conferenties’ goed in de watten leggen. Daar kunnen onze jonge gemeenteraadsleden niet tegen op. En dus klotsen de horecainkomsten uit Amsterdam ongehinderd naar hoofdkantoren in Parijs, Madrid, Phoenix en binnenkort dus Hongkong.
Toeristisch beleid bestaat niet in Amsterdam, geen enkele wethouder heeft dit in z’n portefeuille. Terwijl Zita Pels van Volkshuisvesting (GroenLinks) zich de haren uit het hoofd trekt, is Sofyan Mbarki van Economische Zaken (PvdA) een vaak geziene gast op hotelevenementen. Om toch iets te doen, richt wethouder Pels zich dan maar op de privé-initiatieven van Amsterdamse burgers: op B&B’s van mensen wier kinderen uit huis zijn en die nu een kamer verhuren, zodat ze de snel groeiende belasting op hun familiewoning kunnen blijven betalen. Op mensen die hun woning een weekje verhuren als ze zelf op vakantie zijn, en onlangs zelfs op Amsterdammers die anderen zonder winstoogmerk bij zich laten logeren; de huizenruilers.
Geen geblow en gekots
Een handige zet, want die burgers kunnen zich niet verdedigen. Die hebben geen dure advocaten. Ook dit beleid lijkt ingefluisterd door de hotellobby. Exploitant Won Yip, die zelf net een vergunning voor een nieuw hotel op het Leidseplein heeft geritseld en met wethouder Mbarki op bezoek was in een klas vol kritische schoolkinderen, antwoordde onomwonden op de vraag hoe meer woonruimte in de binnenstad te creëren: „Stop de B&B’s”. Met woningonttrekking hebben de burgerinitiatieven echter weinig te maken, het is juist de conversie naar hotels die woningen onttrekt. Bovendien behelzen al deze privé-initiatieven van Amsterdammers samen nog geen vier procent van de toeristische overnachtingen in de stad. En gaat het om een veel sympathiekere vorm van verblijf bieden dan die massale anonieme hotelovernachtingen.
Geen blowende Fransen of kotsende Engelsen, want die wil je niet in je huis hebben. De Amsterdamse gastheren zorgen zelf voor de sociale controle. Deze gastheren krijgen – anders dan de machtige internationale hotels – wel te maken met steeds kleiner wordende quota voor B&B’s, gebiedsverboden, intensieve controles en torenhoge boetes.
„In gelul kun je niet wonen”, sprak Jan Schaefer, politicus voor de PvdA ooit treffend. Maar die partij is allang niet meer de partij van politici die zich hard maakten voor volkshuisvesting zoals Schaefer en eerder Floor Wibaut dat deden. Door GroenLinks eraan vast te plakken, is de situatie niet verbeterd. Het is wrang dat juist deze partij de mond vol heeft van ‘Community Wealth Building’, wat staat voor een economie waarin het geld dat in een gebied verdiend wordt, zoveel mogelijk terugvloeit naar de bewoners van dat gebied. Jammer dat die vrijheid om community wealth te bouwen blijkbaar alleen voor de Amsterdamse elite, de één procent, geldt.
Lees ook
Amsterdam is een stad voor de rijken geworden. Is daar nog iets aan te doen?