Experiment Zhejiang: hoe China het platteland mee probeert te krijgen in de welvaartsgroei

De 38-jarige Zhang Ling zet haar telefoon tegen de boeken en loopt een paar stappen naar achter. Ze wil een selfie nemen die goed laat zien waar ze is: in een indrukwekkende ruimte met hoge roze wanden van natuursteen, waarin het daglicht van boven naar binnen sijpelt – een oude mijn die nu is omgebouwd tot een openbare bibliotheek, die voelt als een kathedraal.

Dat het bibliotheekboeken zijn in de kasten die op verschillende uit de rotsen gehouwen plateaus zijn neergezet, had Zhang nog niet gezien. Reisgidsen staan er naast populaire psychologie en klassiekers. „Volgens mij is dat niet echt waar mensen naar op zoek zijn in deze tijd”, zegt de hotelmedewerker, die als toerist uit een nabijgelegen stad het natuurpark bezoekt waarin de in 2022 geopende bieb staat. Hoewel er in een hoek een zelfservice-uitleenmachine staat, is de stroom van toeristen die hier langskomt op een maandagmiddag er vooral voor een bijzondere ervaring. „En voor de foto’s.”

Een van de verlaten steengroeves in Zhejiang. Om de regio nieuw leven in te blazen, geeft de Chinese architect Xu Tiantian de groeves een nieuwe bestemming. Hier is de bibliotheek te zien.
Foto Harry den Hartog

De bibliotheek is een voorbeeld van ‘architecturale acupunctuur’, zoals Chinese architect Xu Tiantian haar projecten in de regio noemt. Gerichte interventies – zoals een mooi ontworpen theater, brug of bibliotheek – die kunnen helpen bij het revitaliseren van een gebied. Tijdens China’s snelle economische ontwikkeling, stond het platteland tientallen jaren op het tweede plan: wie geld wilde verdienen trok naar de stad, terwijl de achtergebleven dorpen vaak werden verwaarloosd, en het landschap door industrie, inclusief mijnbouw, werd uitgebuit.

Jinyun, dat bekend stond als afgelegen, ligt nu aan twee snelwegen en heeft zijn eigen halte op een hogesnelheidslijn

Ook in deze regio van Zhejiang, een bergachtige provincie ten zuidwesten van Shanghai, zijn de sporen van de afgelopen decennia goed zichtbaar. De ruim drieduizend steengroeves rond de stad Jinyun staan grotendeels leeg. Het delven naar tufsteen werd in de loop van de jaren negentig economisch steeds minder rendabel, en aan het begin van deze eeuw sloot de Chinese overheid de groeves op ecologische gronden. Nu zet de stad in op het aantrekken van toeristen. Dat is mogelijk door het aantrekkelijke berglandschap, dat in China het mooist wordt gevonden als de wolken zoals vandaag nevelig om de bergtoppen hangen, maar ook door de sterk verbeterde infrastructuur. Jinyun, dat binnen Zhejiang bekend stond als afgelegen, ligt nu aan twee snelwegen en heeft zijn eigen halte op een hogesnelheidslijn. Vanaf Shanghai en Hangzhou, China’s rijkste twee steden, ben je er in een paar uur.

Wandelen

De projecten van Xu, die eerder in haar carrière kort voor Rem Koolhaas’ architectenkantoor OMA werkte in Rotterdam, passen daarmee goed in het overheidsbeleid. Ze zijn een voorbeeld van de experimenten die de provincie Zhejiang doet op het gebied van plattelandsrevitalisering, zegt planoloog Harry den Hartog. Net als initiatieven om historische dorpen te renoveren, gebieden terug te geven aan de natuur, en om jonge ondernemers te ondersteunen die terug verhuizen naar het platteland.

Den Hartog, verbonden aan zowel de Universiteit Delft als de Tongji Universiteit in Shanghai, brengt de initiatieven in deze regio van China in kaart door middel van wandelingen door het landschap. „Planologen zijn de laatste decennia steeds digitaler gaan werken. Wandelen als onderzoeksmethode brengt je weer dicht bij de mensen en het landschap waar het over gaat.”

Hij ziet hoe ecologie een centraal thema is in het debat rond revitalisering. Het was elders in Zhejiang dat de huidige Chinese president Xi Jinping in 2005, toen hij nog partijsecretaris van de provincie was, de sluiting van de mijnbouw prees door te zeggen dat „ook helder water en groene bergen gebruikt kunnen worden om bergen van zilver en goud te produceren”. De ‘tweebergentheorie’ is inmiddels een bekende hoeksteen van het Chinese ecologiebeleid.


Lees ook
In het nieuwgebouwde ‘superoorspronkelijke dorp’ op het Chinese platteland woont niemand meer

Het traditionele leven in oud dorpsgemeenschappen op het Chinese platteland wordt bedreigd, zoals in Hongcun dat in 2000 op de Unesco Werelderfgoedlijst werd geplaatst.

Daarnaast is Zhejiang in 2021 geselecteerd als testlocatie voor het ‘algemene welvaartsbeleid’ dat het gat tussen stad en platteland op het gebied van inkomen, maar ook van publieke voorzieningen en cultuur, moet verkleinen. Den Hartog: „Er wordt nu meer gelet op de bijdrage van projecten aan het welzijn van de lokale bevolking”.

In heel China is de inkomensongelijkheid de laatste decennia hard gegroeid, maar Zhejiang was relatief succesvol in het inperken van armoede op het platteland. Gemiddeld hebben mensen op het platteland in Zhejiang weliswaar slechts half zoveel te besteden als in de stad, maar landelijk ligt dat nog eens 20 procent lager. Misschien juist door het moeilijk begaanbare landschap en gebrek aan landbouwgrond heeft de regio een lange geschiedenis van ondernemerschap en familiebedrijven. Toen China’s markteconomie opbloeide in de jaren tachtig gebeurde dat in Zhejiang het eerst. Nu moet de provincie de rest van het land laten zien hoe het percentage middeninkomens verhoogd kan worden, zodat de inkomensverdeling eruitziet als een „olijf”, met een breed midden en korte uiteindes, aldus het beleidsplan.

Tijdens een wandeling komen we Qian Sheng (43) tegen, een medewerker van een internetbedrijf dat de breedbandverbindingen in het natuurpark aanlegt en onderhoudt. Hij komt uit Jinyun, en wordt enthousiast als hij het heeft over de ontwikkeling van het gebied. Sinds zijn jeugd, waarin er vaak niet genoeg te eten was en „dit allemaal berg was”, groeide Jinyun uit tot een stadje met nu al twee vijfsterrenhotels, waar stedelingen grof geld neerleggen om naar de bergen te komen kijken. Naar de steengroeves gaat hij nog weleens met de kinderen, om te laten zien hoe het vroeger was. „Die stenen hebben we niet meer nodig. We kunnen nu zelfs bouwmateriaal maken van vuilnis.”

Voedselzekerheid

De keuze voor Zhejiang als modelprovincie voor het nieuwe welvaartsbeleid is ook opvallend. De provincie staat bekend om haar robuuste private economie, terwijl onder president Xi Jinping de rol van de staat in de economie juist is versterkt. Staatsbedrijven krijgen meer aandacht en industrieel beleid is dwingender dan voorheen.

Voor ondernemers brengen die overheidsregels soms problemen met zich mee. Zo moest het dorp van theeverbouwer Yuan Qizhang (59) vorig jaar opeens een deel van zijn grond gaan beplanten met rijst in plaats van theestruiken, in het kader van China’s voedselzekerheid, die door de wereldwijde geopolitieke spanningen een grotere prioriteit is geworden. De prijs van de opbrengst lag na een eenmalige subsidie zo veel lager („zo’n vijftien keer!”) dat ze dat werk inmiddels hebben uitbesteed aan een groter bedrijf. „Het [beleid] heeft minder logische kanten”, geeft de ervaren ondernemer Yuan toe, „maar goed, we moeten onszelf kunnen redden. Voor de basisbehoefte van rijst moeten we onafhankelijk zijn.”

In het theegebied, twee uur rijden van Jinyun, wordt ook gewerkt aan toerisme. Bezoekers kunnen door het heuvelachtige landschap fietsen, langs de migrantenarbeiders die het zware plukwerk doen, en die veelal afkomstig zijn uit minder welvarende provincies van China.

Naar de steengroeves gaat Qian Sheng nog weleens met de kinderen, om te laten zien hoe het vroeger was

Ook de online verkoop brengt een nieuwe impuls. Daarom is Yuans dochter Huiying (38), die is terugverhuisd naar haar thuisregio na studie en werk in de stad, nu ook bereid om Yuans werk voort te zetten als ‘derdegeneratie theeboer’, in navolging van haar vader en haar opa – een van de eerste theeboeren in de streek. Eerst werkte ze in de staalhandel, maar nu wordt het familiebedrijf ook interessant. „Nu heb je e-commerce. Het wordt steeds professioneler en het verschil met de stad is klein.”

De Ruyi-brug in de stad Taizhou, in Zhejiang. Toerisme is een van de manieren waarop de Chinese overheid de ontwikkeling van de regio probeert te stimuleren.
Foto Sipa USA/Newscom

De nadruk op Zhejiang als model voor het verkleinen van de inkomensongelijkheid laat zien dat privaat ondernemerschap toch wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de ontwikkelingsstrategie voor het platteland. Hoewel de Chinese regering de ongelijkheid wil aanpakken, is het leiderschap beducht voor „de val van welvaartsbeleid dat aanzet tot luiheid”. Liever omarmt het de economische theorie van groei als middel om de ‘taart’ eerst te vergroten „om hem daarna beter te verdelen”, aldus Xi Jinping in de speech waarin hij het beleid voor ‘algemene welvaart’ presenteerde in 2021. In een interview met Chinees nieuwsplatform The Paper zei de bekende Chinese econoom Li Shi dat Zhejiang laat zien dat het midden- en kleinbedrijf belangrijk blijft. „Dat moet je ook laten ontwikkelen. Je kunt niet overal grote, fancy technologiebedrijven willen.”

Lessen voor Noord-Nederland

Ondertussen denkt Den Hartog dat er uit zijn wandelingen in Zhejiang ook lessen te trekken vallen voor Nederland. Het project waar zijn onderzoek naar plattelandsrevitalisering deel van uitmaakt wordt gefinancierd uit het nalatenschap van de Friese architect Abe Bonnema en formuleert een planologische toekomstvisie voor Noord-Nederland, waar het platteland te maken heeft met leegloop en verslechterde publieke voorzieningen. Terwijl China juist actief investeert hierin. „Je kunt [in Noord-Nederland] beter je eigen flesje water meenemen. In veel dorpjes is er niets te krijgen. In Zhejiang heb je zelfs in het kleinste gehucht medische voorzieningen, een huisartsenpost of in ieder geval een automaat.”

Hij geeft toe dat de vergelijking tussen de regio’s niet voor de hand ligt. „China staat bekend om snelle groei, en alles voor de economie. Maar juist in China wordt nu heel veel energie en geld in de verbetering van de leefomgeving op het platteland gestoken. En op een unieke schaal. Daar gaan zowel positieve als negatieve lessen uit te leren zijn.”