Het Aanzien verandert nooit wezenlijk – gelukkig maar

Recensie

Boeken

Iedereen leest Op deze plek schrijft NRC over de populairste boeken van dit moment. Deze week: Het Aanzien van 2022 (en z’n illustere voorgangers).

Het is bijna niet meer uit te leggen aan de andere boeken. In mijn boekenkast, waar nieuw werk nauwelijks meer een plekje kan vinden, bezit Han van Bree inmiddels een ruime plank. Sinds hij begin 1992 opdook, breidt hij zijn terrein elk jaar een beetje uit. In dat jaar kreeg ik op mijn vijftiende verjaardag van mijn opa en oma Het Aanzien van 1991 cadeau. Elk jaar kreeg ik een nieuw exemplaar, met stichtelijke opdracht van mijn opa, die predikant was: „Exaudi, Domine, exaudi vocem meam, qua clamavi ad Te.” (Luister, Heer, hoor mijn stem waarmee ik u aanroep, red.) Tot het overlijden van mijn opa, in 2010, ging het zo door. Daarna bleef ik Het Aanzien cadeau krijgen, van mijn ouders.

Het Aanzien is meer dan een jaaroverzicht. Op NPO Radio 1 noemde Van Bree het „een geheugensteunboek”. „Mensen zoeken niet iets op waarvan ze niet weten dat het bestaat, dus ze moeten voortdurend een ‘oh ja’-gevoel hebben als ze het lezen.” Een geheugensteun van de wereldgeschiedenis, vanaf januari 1991 (een gekanteld Brits vrachtschip) tot december 2022 (de samenstelling van de Israëlische regering). Telkens als ik erin blader zie ik mezelf terug op het moment dat ik het nieuws hoorde. De foto op de cover van mijn eerste Aanzien, waarop Boris Jeltsin zwaait met een Russische vlag na een mislukte couppoging, slingert me meteen terug naar de zomer van 1991.

Van Bree heeft terecht niet te veel pretenties met het boek. Met een paar honderd woorden, altijd geschreven in kraakhelder Nederlands, beklijft een gebeurtenis nét genoeg. De enige frivoliteit staat in de inleiding, die de laatste jaren steeds persoonlijker werd. In de jaren negentig schreef Van Bree daar nog over kantelende wereldordes en „onzekerheden en gruwelijkheden” in talrijke burgeroorlogen. Zijn laatste inleiding gaat over een foto van een oude berggorilla, die sterft in de armen van haar verzorger. Van Bree schrijft over de „onvoorwaardelijke, wederzijdse overgave” en noemt 2022 het jaar van het (soms afwezige) vertrouwen.

Deze inleiding is de laatste van Han van Bree. Na veertig jaar acht hij het tijd voor een „frisse blik” en komt er een opvolger. Deze Lukas Spee erft een concept waaraan de afgelopen decennia nauwelijks is geschaafd. Al meende ik soms veranderingetjes te bespeuren, zoals toen Het Aanzien opeens vol stond met Belgisch nieuws, ongetwijfeld om de markt uit te breiden.

Wat Het Aanzien succesvol maakt, hoef ik niet te onderzoeken. Het is precies waarom oudejaarsconferences aantrekkelijk zijn, of de citatenpuzzel van Trouw aan het einde van het jaar. De wereld is griezelig, nieuws beangstigt, en ordening lijkt weg. Het Aanzien plaatst het nieuws in de natuurlijke orde van de tijd. De oorlog in Oekraïne, klimaatverandering, de moord op Shinzo Abe, The Voice – als pagina’s in Het Aanzien ogen ze minder bedreigend, minder disruptief. Het zijn gebeurtenissen die een tijdje aandacht verdienen in het feuilleton dat wereldnieuws heet, en morgen zijn er weer nieuwe gebeurtenissen. Dat besef werkt relativerend. Orde kan troostend zijn.