Thymen Arensman is ‘een denker’ en de meest veelbelovende ronderenner van Nederland

Wie hem afgelopen vrijdag aan het werk zag in de eerste tijdrit van de Giro d’Italia, kon slechts één conclusie trekken: hier rijdt een renner in uitstekende vorm. Strak sneed Thymen Arensman de bochten aan, de lastige slotklim naar Perugia ging hij op het buitenblad omhoog. Toen hij stuiterend over de steentjes van de Corso Vannucci de laatste meters naar de finish aflegde, leek hij zelfs nog wat over te hebben.

Arensman werd vierde in de tijdrit, met alleen specialist Filippo Ganna, zijn teamgenoot Magnus Sheffield en de ongenaakbare klassementsleider Tadej Pogacar vóór zich. Op zaterdag reed hij met de allerbeste klimmers mee omhoog in de bergetappe naar Prati di Tivo, opnieuw gewonnen door Pogacar. Aan het einde van week één van de Giro staat Arensman nu negende in het algemeen klassement, op 5.30 minuten van de roze leiderstrui.

Het begon allemaal heel anders. In de eerste twee etappes kon Arensman (24), die rijdt voor de ploeg Ineos Grenadiers en geldt als een van de meest getalenteerde Nederlandse renners, het tempo tot ieders verrassing niet volgen en liep hij tegen een lelijke achterstand in het klassement aan. De Giro leek voor hem al ten einde voordat-ie goed en wel was begonnen.

Naar een verklaring voor Arensmans beroerde start blijft het gissen. Speelde er iets in de privé-sfeer? In een interviewtje dat hij gaf aan een verslaggever van Eurosport – nadat hij de eerste twee dagen niet met journalisten wilde praten – leek hij zoiets te suggereren: „Het is lastig om jezelf volledig naar de klote te rijden als je er mentaal niet helemaal inzit.”

Of was de voorbereiding vanuit de ploeg niet goed geweest? Na de eerste etappe zette zijn vader een opmerkelijk bericht op X: „Het prettige aan het begin van een grote ronde”, zo schreef Martijn Arensman, „is dat een trainer de vorm van een renner niet meer kan verpesten.” Het bericht werd snel daarna verwijderd. In een reactie aan NRC laat Arensman senior weten dat het „voor niemand een toegevoegde waarde is geweest om al mijn frustraties online te gooien”.

Begaafde klimmer

Thymen Arensman, geboren in Deil in de Betuwe, geldt sinds de pensionering van Tom Dumoulin als de meest veelbelovende ronderenner van Nederland. Hij kan uitstekend tijdrijden en is ondanks zijn lengte (1.92 meter) een begaafde klimmer. Bovendien is hij het type coureur dat in de loop van drie weken koers sterker wordt in plaats van zwakker – ‘erdoor komen’, zoals dat in wielerjargon heet.

Zijn doorbraak bij het wielerpubliek beleefde Arensman in 2022, toen hij zesde werd in de Vuelta en ook de koninginnenrit naar de Sierra Nevada won. In de Giro van vorig jaar werd hij opnieuw zesde. Kenners hadden zijn talent al eerder opgemerkt: in 2018 werd hij tweede in de Tour de l’Avenir, de officieuze Tour de France voor beloften, achter een Sloveens talent genaamd Tadej Pogacar.

Arensman was een „wat onzekere jongen”, zegt Peter Zijerveld, die hem in die tijd begeleidde als coach van de junioren en beloften van de Nederlandse wielerbond KNWU. „Hij was een beetje verlegen, wat in de groep wel eens vertaald werd als arrogant.” Zijn vader, die zijn moeder leerde kennen bij het wielrennen, speelde een belangrijke rol bij zijn begeleiding, evenals zijn opa en zijn oom Freek de Jong, een voormalige veldrijder. „Zijn zomers bestonden eruit dat hij met zijn vader naar de Alpen ging, lekker lange toerritten maken. Dat is zijn basis geweest.”

Naast enigszins teruggetrokken is Arensman ook „een bijzonder intelligente vent” die „eigengereid” is en „zijn eigen pad bewandelt”, zegt Zijerveld. Zo accepteerde hij na zijn tweede plek in de Tour de l’Avenir niet meteen een aanbod van een professionele wielerformatie maar ging hij naar een kleine Nederlandse opleidingsploeg. Zo kon hij ook doorgaan met de studie geschiedenis in Utrecht waaraan hij na het vwo was begonnen. Pas toen studie en topsport écht niet meer te combineren waren, hield Arensman het voor gezien op de universiteit. Wel haalde hij zijn propedeuse.

Rijkste ploeg

Arensmans eigenzinnigheid uitte zich opnieuw na zijn toptienklassering in de Vuelta in 2022. Het contract met zijn toenmalige ploeg DSM liep af, maar hoewel er interesse was vanuit de Nederlandse Jumbo Visma-formatie, ging Arensman naar het Britse Ineos. Geen voor de hand liggende keuze: de concurrentie bij de rijkste ploeg ter wereld is groot, met toprenners als Egan Bernal, Tom Pidcock en Geraint Thomas. Maar, zo verklaarde Arensman, zijn ontwikkeling als renner zou vermoedelijk sneller gaan bij een buitenlandse ploeg, „uit mijn comfortzone”.

Voor de camera benadrukte Arensman de afgelopen dagen hoe belangrijk de steun en het „teamwork” bij Ineos voor hem is. Maar zijn oude coach Zijerveld sluit niet uit dat Arensman zich achter de schermen te veel in het strakke keurslijf van de moderne wielerploeg geperst voelt – zoals de verwijderde tweet van zijn vader suggereerde. „Ik ken Thymen als iemand die zoekt naar het plezier. En dat krijg je door eigen keuzes te maken, niet door allerlei dictaten opgelegd te krijgen.”

Oud-renner Roy Curvers, met wie Arensman in zijn jaren bij DSM reed, denkt dat zijn voormalige ploeggenoot wél invloed heeft op zijn trainingsprogramma bij Ineos. „Net als de meeste getalenteerde wielerprofs is Thymen heel erg bezig met wat hij wil en volgt hij niet klakkeloos een schema. Hij stelt vragen en verdiept zich in wat goed voor hem is.”

Een denker

Bij Ineos is deze Giro de oude krijger Thomas (bijna 38) in principe de kopman. Met Arensman hoopt de ploeg over twee weken in Rome een tweede renner in de top-10 te hebben. Zonder pech of ziekte moet dat zeker lukken, denkt Peter Zijerveld. „Ik zie hem bij de eerste vijf eindigen.” En, zo voegt hij daaraan toe, op de „langere termijn” is Arensman „echt een kanshebber om een grote ronde te winnen. Als één Nederlandse renner dat zou kunnen, dan is hij het.”

Wel is het zaak, zegt Zijerveld, dat Arensman niet te veel ‘in zijn hoofd’ gaat zitten, zoals andere intelligente wielrenners – denk aan Tom Dumoulin – is overkomen. „Thymen is een denker. Het kan rommelig worden in zijn hoofd. Laten we hopen dat dat niet te veel gebeurt.”