Voor vaccinmakers lijken de hoogtijdagen voorbij. Het Zweeds-Britse AstraZeneca kondigde deze week aan zijn coronavaccins wereldwijd terug te trekken, want die worden nauwelijks meer verkocht. En dat merken andere farmaceutische bedrijven ook: het Amerikaanse Moderna leed afgelopen kwartaal een miljardenverlies vanwege de sterk afnemende vraag naar de vaccins. Een soortgelijk lot was de partners BioNTech en Pfizer beschoren – ook Pfizer leed een miljardenverlies en BioNTech verlaagde de winstverwachting met 20 procent, anticiperend op een instortende vraag naar boosterprikken.
Tegelijkertijd zijn de groten van toen verwikkeld in verschillende juridische kwesties. Het Amerikaanse Pfizer en Duitse BioNTech zijn eerder dit jaar in de Verenigde Staten aangeklaagd door de Britse farmaceut GlaxoSmithKline (GSK), die beweert dat de twee bedrijven inbreuk hebben gemaakt op patenten rondom de mRNA-technologie waarmee de coronavaccins ontwikkeld werden. Volgens GSK gaat het om patentrechten op technologische innovaties die ruim tien jaar voor de uitbraak van het coronacrisis al werden vastgelegd.
In 2022 lag er al een soortgelijke aanklacht van Moderna tegen BioNTech en Pfizer, omdat Moderna in 2010 al begon met de ontwikkeling van mRNA-technologie en dat patenteerde. Het Europees Octrooibureau trok het patent van Moderna eind vorig jaar echter in. Dat kwam het bedrijf destijds op een koersdaling van 2,3 procent te staan.
Tegen AstraZeneca was in het Verenigd Koninkrijk een collectieve rechtszaak aangespannen door nabestaanden van mensen die overleden na toediening van het vaccin. Dat bleek in zeer zeldzame gevallen TTS te kunnen veroorzaken, een vorm van trombose die tot bloedstolsels en te weinig bloedplaatjes kan leiden. Vermoedelijk overleden in het VK 81 mensen aan deze bijwerking. In Nederland zou het gaan om zeker drie personen, en twee vermoedelijk.
Een deel van de nabestaanden trok zich recent terug uit die zaak, omdat bleek dat AstraZeneca destijds in de bijsluiter al waarschuwde voor de ‘extreem zeldzame bijwerking’ van bloedstolsels, en de kans van slagen van de rechtszaak daardoor gering lijkt. Zeker een vijftigtal nabestaanden zet de juridische strijd toch voort.
Imagoprobleem
Dat AstraZeneca het vaccin nu volledig terugtrekt, is ook gevolg van de imagoschade die het snel na de lancering van het vaccin opliep. Eerst vanwege leveringsproblemen en twijfels over de effectiviteit onder ouderen, later vanwege die bijwerking. Toen al gaven veel mensen en landen de voorkeur aan andere vaccins. In Nederland kregen 2,1 miljoen mensen het toegediend, vanaf 2021 werd er niet meer met AstraZeneca geprikt. De prik werd vrijwel alleen nog in armere landen verkocht, die de duurdere vaccins van AstraZeneca’s concurrenten niet konden betalen. En ook daar werd met scepsis naar AstraZeneca gekeken. Zo leefde onder sommige inwoners van Suriname het gevoel dat Nederland de ‘slechte’ vaccins maar bij hen dumpte.
Lees ook
Lees ook: Hoe AstraZeneca de vaccinrace verloor en een B-merk werd
Nu de coronavaccins allesbehalve schaars zijn en er een „overaanbod” aan andere – betere, zegt ook AstraZeneca zelf – vaccins is, is het vaccin van AstraZeneca helemaal overbodig geworden, volgens het bedrijf. Sinds dinsdag is op verzoek van AstraZeneca de marktvergunning ervoor ingetrokken door de Europese medicijnwaakhond (EMA). Dat overaanbod komt ook door de gekelderde vraag. Naar schatting werden er in 2021 nog zo’n 24 miljoen vaccinaties gezet in Nederland, in 2022 nog maar zo’n 11 miljoen. In 2023 was er een ‘najaarsronde’ waarin 2,7 miljoen Nederlanders een prik kregen. Dit jaar is de prik nog enkel beschikbaar voor zwangeren en mensen met een hoog risico.
Onlangs annuleerde Moderna het plan een vaccinfabriek van 500 miljoen dollar te bouwen in Kenia. Maar in heel Afrika daalde de vraag naar coronavaccins dusdanig sinds de pandemie dat er te weinig perspectief voor de fabriek zou zijn. Eerdere afzeggingen uit Afrika veroorzaakten al grote verliezen voor de fabrikant.
Het bedrijf maakte in 2022 een omzet van ruim 17,5 miljard euro en een nettowinst van bijna 8 miljard euro. In het eerste kwartaal van dit jaar daalde de omzet juist met 91 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, en bedroeg het verlies ruim 1 miljard euro, tegenover nog ruim 73 miljoen euro winst een jaar eerder.
‘Hoofdstuk afsluiten’
Nu hebben de vaccinmakers tíjdens de coronacrisis wel flink kunnen verdienen. Er kwamen tientallen miljarden binnen tijdens de prikcampagnes. Medelijden is dus niet nodig – toch is het terugtrekken van de AstraZeneca-vaccins een laatste tegenvaller in de slecht geslaagde poging van het bedrijf om de wereld te bedienen van een succesvol vaccin. Of, zoals de farmaceut het zelf zegt: een hoofdstuk dat het graag wil afsluiten.
De intenties waren goed: AstraZeneca was een van de weinigen – samen met het Amerikaanse Johnson & Johnson – die de vaccins zonder winstoogmerk verkochten. Ook deelde het kennis met lokale farmaceuten in India, Mexico en Zuid-Afrika zodat die het vaccin zelf konden produceren. Het vaccin van AstraZeneca was het goedkoopst en meest toegankelijk. De problemen ermee waren daarom niet enkel vanuit medisch oogpunt maar ook vanuit maatschappelijk oogpunt een onfortuinlijk resultaat.
Lees ook
Lees ook: Dat Pfizer en Moderna de race wonnen bleek niet bevorderlijk voor de vaccingelijkheid in de wereld
Desalniettemin wijst AstraZeneca er in een verklaring op dat zijn vaccin volgens „onafhankelijke schattingen” in het eerste jaar met ruim drie miljard toegediende doses 6,5 miljoen levens redde. Het vaccin van AstraZeneca was als eerste ontwikkeld en kreeg als eerste goedkeuring. Ondanks de gebreken van het vaccin zelf en later in het proces (zoals de leveringsproblemen), konden daardoor veel mensen al redelijk snel ingeënt worden tegen het coronavirus. Het vaccin maakte de beloftes niet helemaal waar, maar was wel degelijk van grote betekenis in de strijd tegen corona.
De ‘winnaars’ van de vaccinrace, Moderna en Pfizer/BioNTech, gingen bovendien „puur voor de winst”, bleek vorig jaar uit een rapport van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). SOMO bekeek onder meer de jaarverslagen van de farmaceuten en concludeerde dat Moderna, Pfizer en BioNTech winstpercentages van 49 tot 66 procent hanteerden, waar een percentage tussen 25 en 30 procent gebruikelijk is in de farmaceutische industrie.