Jazzy, funky en experimenteel: dus zo klinkt Willow Smith
Willow Smith begon al vroeg met muziek, en dus is ze al bij haar zesde plaat, terwijl ze geboren is na de millenniumwisseling. De dochter van rappende acteur Will en metalhead moeder Jada Pinkett groeide op met alle tijd, geld en opkontjes van andere sterren om te kunnen hobbyen op professioneel niveau. Dat leverde wel een wankele discografie op die bij de meeste artiesten amper de slaapkamer zou verlaten. Haar eerste single bracht ze al op haar negende uit waarmee ze meteen bij Oprah kwam, haar debuutplaat kwam uit op het label van Jay-Z. Zwaar leven.
Maar gelukkig heeft Willow (23) nog iets dat niet iedereen heeft: talent. Dat wisten we dankzij de voorgaande albums al wel, waarop je een krachtige en wendbare stem hoorde, alleen nog geen authentiek geluid. Nergens klonk ze als Willow – of hoe klonk die eigenlijk?
Op Empathogen hoor je haar soulvolle, jazzy kant en eindelijk: sterke, originele songs in weelderige productie.
In het fijne openingsnummer ‘Home’ laat ze horen wat ze met haar stem kan in vele lagen. Een beetje à la Esperanza Spalding, met veel gevoel voor ritme en aanstekelijke melodie met dank aan Grammy-verzamelaar Jon Batiste. Hulp kreeg ze ook van gitaargodin St. Vincent in ‘Pain for Fun’, die haar stem perfect weet aan te sluiten op die van Willow. Nog sterker is ‘Symptom of Life’, een prachtig sfeerstuk met mooie piano en ploppende baslijnen, en een Willow op haar best.
Meditatieceremonies
Tekstueel is het moeizamer. Ze zingt over de moeilijkheden van sociale druk, opgroeien en volwassen worden, ook als de poten onder je bed wat steviger staan dan bij de meeste andere mensen. Het staat allemaal in het teken van een ‘duik in haarzelf’, zoals ze in interviews zei. „I have such big feelings!” roept ze daarom maar in ‘Big Feelings’. De diepgang van dat duiken, dat ze met wat ‘meditatieceremonies’ in retraites probeerde te bereiken, gaat meestal niet veel dieper dan Instagramposts van zelfverklaarde zelfhulpcoaches. Enfin, let daar niet te veel op en er blijft een aantrekkelijke plaat over van iemand die zichzelf in elk geval muzikaal lijkt te hebben gevonden.
Mooi is hoe ze het experiment niet schuwt. In ‘Ancient Girl’ bijvoorbeeld, een kort, fascinerend liedje met Willow die haar stem laat hakkelen over een Spaanse gitaar. Later hoor je haar in ‘No Words 1 & 2’ (mede geproduceerd door twintiger Eddie Benjamin, die ook al werkte met Earth Wind & Fire) opnieuw in vrijheid losgaan zonder tekst. En ook in ‘In Know that Face’ hoor je een geweldig creatieve Willow. Fijn ook de rock in ‘Run!’, ook al is dat meer op baslijnen dan gitaarriffs gebouwd. En ook als ze Lianne La Havas een beetje nadoet in ‘Down’ komt ze ermee weg.
Empathogen staat vol creatieve, jazzy, funky en psychedelische pop met weelderige productie, en veel ruimte om haar stem te ontwikkelen en ermee te experimenteren. Hopelijk heeft ze er een pad mee gevonden voor de toekomst, dat ze kan uitdiepen in plaats van telkens maar weer een nieuwe weg te moeten vinden.
Peter van der Ploeg
Golda Schultz poetst kleine vocale barstjes prachtig goud
Ze zit nog nét niet met de handen in het haar op deze draak van een coverfoto, geklemd tussen een stapel partituren en een omkukelende Mozart-buste. Het is wel de meest letterlijke verbeelding van de al net zo flauwe titel van het album: Mozart, you drive me crazy! Maar laat je niet afschrikken door het omslag, want de Zuid-Afrikaanse sopraan Golda Schultz heeft er een boeiend album van gemaakt, zowel inhoudelijk als muzikaal.
Als zanger streef je op het wanhopige af naar perfectie en het verbergen van je tekortkomingen, bedoelt Schultz met de titel, maar de muziek van Mozart is meedogenloos. Ze trekt een slimme vergelijking met de Japanse reparatiekunst kintsugi, waarin scherven keramiek weer aan elkaar worden gelijmd met goudkleurige lak: op dezelfde manier zet Mozart een schijnwerper op vocale oneffenheden, ook al krijgen die daardoor juist een extra menselijke dimensie.
Schultz richt zich in het bijzonder op de vrouwelijke dimensie bij Mozart. We horen aria’s en scènes uit de Da Ponte-opera’s – Le nozze di Figaro, Don Giovanni en Così fan tutte – waarin vrouwelijke personages zich staande moeten houden onder de druk van een patriarchale samenleving: altijd beschikbaar zijn, mooi, lief, trouw en kuis, en dan ook nog eens nooit laten merken hoe zwaar die druk je weleens valt. Ook in onze tijd nog deprimerend actueel, vindt Schultz.
Maar bij Mozart en Da Ponte (de librettoschrijver) ziet ze iets wat maar weinig componisten aandurfden: om de vrouwelijke karakters als winnaars uit de bus te laten komen, in de ruime zin van het woord. Waar de hedonistische Don Giovanni als personage bijvoorbeeld weinig ontwikkelt, krijgen de vrouwen in die opera juist vleugels door met hun pijn te dealen. Zeker in de eerste twee opera’s is veel te zeggen voor die gedachte. Zo geeft Donna Anna zich bepaald niet gewonnen aan huwelijkse onderdanigheid, en weet de Contessa haar trauma om te buigen naar vergeving en hoop. Maar bij Fiordiligi en Dorabella ben ik minder overtuigd – je moet wel van erg goede wil zijn om Così fan tutte als een vrouwvriendelijke opera te beschouwen.
Qua interpretatie dus een stimulerend album, maar hoe zit het met de klank? Golda Schultz heeft een rond en romig stemgeluid met een klein scherp randje. In de aria ‘Or sai chi l’onore’ zet ze Donna Anna daarmee neer als een getormenteerde maar, inderdaad, geest- en daadkrachtige vrouw. Dirigent Antonello Manacorda en zijn Kammerakademie Potsdam begeleiden met ritmisch geaccentueerd spel en goedgekozen tempi. Het beroemde duet ‘Canzonetta sull’aria’ (met sopraan Simone Easthope, één van de zeven prima medesolisten op het album) gaat bijvoorbeeld flink snel, maar daardoor klinken Susanna en de Contessa juist zelfverzekerder dan in het gebruikelijke, zoetgevooisde wiegtempo.
In zekere zin past Schultz’ karakteranalyse ook op haarzelf: juist door menselijke imperfecties te omarmen, komt ze uiteindelijk tot iets groters. Kleine vocale barstjes worden prachtig goudgepoetst.
Marnix Bilderbeek
Klassiek
Nelson Goerner
Liszt
Als er nog iemand doordrenkt is van de zoektocht naar perfectie dan is het wel de Argentijnse pianist Nelson Goerner. Robuust en fijnzinnig zijn geen adjectieven die vaak samengaan, maar wél als je de klank van Goerner wilt beschrijven. Met een onnavolgbaar kleurenpalet schildert hij transcendentale sfeerbeelden in Liszts monumentale Pianosonate. Klankpoëzie van de hoogste orde! (MB)
Klassiek
Max Lilja
Six Shades of Bach
Max Lilja studeerde klassieke cello aan het conservatorium, maar is vooral bekend als oprichter van de Finse metalband Apocalyptica. In Six Shades of Bach combineert hij zijn muzikale passies: de zes magistrale cellosuites van Bach treden in dialoog met een zelfgecreëerde elektronische geluidswereld. Luister vooral omdat het soms indringende klankeffecten oplevert – niet om het houterige cellospel. (MB)
Klassiek
Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks o.l.v. Sir Colin Davis
Berlioz: Symphonie fantastique
Het Beierse radio-orkest (BRSO) bestaat 75 jaar en viert dat met een nog niet eerder uitgebrachte liveopname uit 1987 van Berlioz’ hallucinante Symphonie fantastique, onder leiding van toenmalig chef-dirigent Colin Davis. Het is niet alsof we daarom verlegen zaten: Davis maakte van ditzelfde stuk nóg vier cd-opnamen met andere orkesten. Toch is dit misschien wel zijn spannendste, vooral door de geweldig lucide klank van het BRSO – waarin Davis de trompetten een markante nadruk geeft. (MB)
Pop/rock
Mdou Moctar
Funeral for Justice
Het nieuwe album van Mdou Moctar (Mahamadou Souleymane – de Jimi Hendrix van de Toearegs) is op de beste manier aanstekelijk: het ontsteekt een vuur. Moctar maakt zich op Funeral for Justice kwaad over de uraniummijnen in zijn land Niger, waar zijn volk zich voor weinig geld tussen de chemicaliën afbeult, terwijl oud-kolonisator Frankrijk er met de winst vandoor gaat. Het is niet mis te verstaan, ook zonder de taal te spreken, op een krachtig, opwindend en ijzersterk album met in elke song weerhaakjes die het bijna onmogelijk maken het af te zetten. (PvdP)
Punk
The Tony Slug Experience
The Tony Slug Experience
Tony Slug (1963-2023) is dood, maar hij leeft! Vanuit de punkhe(me)l schreeuwt de Amsterdamse undergroundlegende (geboren als Anthonie Cornelis Leeuwenburgh) ons nog eenmaal toe. Slug maakte furore met punkbands BGK (Balthasar Gerards Kommando) en The Nitwitz en bleef na de diagnose kanker tot zijn laatste snik werken aan een afscheidsplaat waarvoor hij zo veel mogelijk lawaaierige maten optrommelde. Achtergebleven helden als Jello Biafra (Dead Kennedys), Jerry A. (Poison Idea) en Jennifer Finch (L7) zwaaien hem zo luid mogelijk uit. (Frank Provoost)
Hardcore
Knocked Loose
You Won’t Go Before You’re Supposed To
Gelukkig hoeft Tony Slug niet meer mee te maken wat er uit punk is ontstaan anno 2024. Knocked Loose is zo’n beetje de allergrootste hardcore punkband van het moment, en dat is geen goed nieuws voor het genre. Hun trucje is te flauw om echt serieus te nemen: extreem laaggestemde gitaren die ritmes in plaats van riffs spelen zonder dat je kunt horen wát ze dan spelen, en een kip met paniekaanvallen als zanger. Dit alles in structuurloze grindbakproductie met *alles* op standje elf waardoor *niets* impact heeft. Misschien alleen zinvol in de sportschool, of voor het ondervragen van terrorismeverdachten. (PvdP)