Een tegendraadse, blijmoedige energiebom. Dat is de extreem energieke uitvoering van ‘Europapa’ van Joost Klein. Woensdagmiddag, bij de doorloop van de tweede halve finale kon de Europese pers in een lege zaal, en ’s avonds publiek in een volle Malmö Arena, voor het eerst zien hoe de Nederlandse act donderdagavond op het Eurovisie-podium definitief gaat zijn. Gewend aan de vele repetities die het internationale liedjesfestijn houdt voor alle televisieshows is de artiest niet, liet Klein zich de afgelopen dagen ontvallen. Na zoveel keer oefeningen probeerde Klein naarstig „de rauwe emotie” in zijn liedje te behouden – de kunst die hij wilde „hangen in de galerie die Eurovisie heet.”
Klein paart in zijn uitvoering kinderlijke onschuld aan het groteske. „Met een TikTok-brein de 90’s in”, omschreef hij eerder. Dat de grote blauwe vogel (Appie Mussa), die staat voor het innerlijke kind van Joost, op het podium zou blijven was al duidelijk. Zo ook zijn kompaan Stuntkabouter die ‘de muziekpurist symboliseert’. Beiden staan aan muziekterminals die eruit zien als de achterkant van een oude Cadillac. En ook de twee dansers in trainingspakken aan weerszijden van de over podium stuiterende Klein uit eerdere repetities zijn in de finale vorm gebleven.
De vraag was met wat voor soort visuals op de gigantische LED-schermen hij zou gaan uitpakken. Uiteindelijk wordt dat niets groots of spectaculairs, maar de energie komt volop over. Het openingsshot van Kleins gezicht in een groot wit kruis was een verrassing. Leuk ook hoe hij danst op een draaiende wereldbol. De plaatjes van Europese gerechten die we eerder zagen zijn gebleven, meermaals zingen de woordjes ‘Euro’ en ‘papa’ rond, het goedkope speelgoedpianootje uit zijn happy hardcore-sound, zoeft onder hem vandaan en achter Klein zijn een aantal gabberende dansers te zien.
In de uitvoering tijdens deze repetitie is meer uitgelicht hoezeer Joost Kleins optreden een ode aan zijn overleden ouders is. Hun silhouet valt op. Als ook het intieme kleine moment na al het happy hardcore-geweld. Het gevoelige outro waarin Klein in de camera kijkt en zijn vader toespreekt, wordt in het Engels ondertiteld. De handgeschreven tekst op het einde komt aan: „From: me. To: my parents.”
Wordt het lastig voor Joost Klein of zit die finaleplaats bij het Eurovisie Songfestival zaterdag er wel in? Hieronder alle vijftien andere inzendingen waartegen de Friese artiest het donderdagavond opneemt in de tweede halve finale van het Eurovisie Songfestival. Denk aan een onweerstaanbare Zwitserse alleskunner, lekkere Griekse reggaeton met een vleugje sirtaki-folklore, Albanese female empowerment en mierzoete Spaanstalige rock.
1
Malta: Sarah Bonnici – Loop
De aftrap is vrij ongevaarlijk: Malta komt, net als Cyprus dinsdag in de eerste halve finale, met een dansnummer vol strakke, uitdagende choreografie. Sarah Bonnici, afkomstig van het Maltese eiland Gozo, zingt een dun opgepompt liedje vol smacht en opgehitste beats. Ze kan aardig zingen, er kómt een uithaal die kan scoren, maar ‘Loop’ heeft verder weinig om het lijf.
2
Albanië: Besa – Titan
De finale halen is voor Albanië bepaald geen uitgemaakte zaak. De in eigen land zeer populaire hitzangeres Besa uit Fier zet zich, uitgedost als haar eigen Avatar-personage, dus schrap. Dat lukt, ze heeft immers een „onbreekbaar pantser rond haar hart”, zingt ze. Maar dat liedje ‘Titan’; het heeft precies dezelfde strekking als hitsong ‘Titan’ van Sia. Female empowerment plús puntige schoudervullingen, zoals ook iemand anders vanavond.
3
Griekenland: Marina Satti – Zari
„Ta, ta, ta, ta, ta…” Dikke kans dat deze catchy hook nog wel even in het hoofd blijft hangen. Marina Satti komt met een vrolijke, eigentijdse cocktail: een vleugje sirtaki-folklore in een Rosalía-achtige sound met stuiterende reggaeton-beats. Het is even aanstekelijk, broeierig als experimenteel; ook de camera op het podium keek ze van Rosalía af trouwens, en zal beslist een jonge doelgroep aanspreken. Goed gedaan en hopelijk door naar de finale.
4
Zwitserland: Nemo – The Code
Een van de topfavorieten. Zanger Nemo steekt er, in de ene buitenissige verenoutfit na de andere, met een verscheurend relaas over hun non-binaire coming-out („I went to hell and back, to find myself on track”) ver bovenuit. Diens hoge uithalen staan bol van intensiteit in een slim opgebouwde mix van pop, rap naar opera. Ondertussen ligt, draait en glijdt Nemo van een soort schuin liggende draaischijf. Een onweerstaanbare uitstraling en een buitengewone stem – zéker bij die hoge noten.
5
Tsjechië: Aiko – Pedestal
Eindelijk weer wat gitaren; en horen we daar een Olivia Rodriguez-achtig refreintje? Aljona Sjirmanova-Kostebelova, ofwel de Russisch-Tsjechische zangeres Aiko, is iets meer edgy dan de andere zangeressen met hun gepolijste nootjes. Ook in haar nummer voert onafhankelijkheid de boventoon. Tussen vier dansende lookalikes kan er geen misverstand over bestaan: „I will be loving me more.” Geen hoogvlieger, wél leuk.
6
Oostenrijk: Kaleen – We Will Rave
Daar zijn de nineties weer, haal je glowsticks maar tevoorschijn. Kaleen doet haar best in korte tijd de sfeer van een raveparty van toen op te roepen, met een vleugje Mr. Vain van Culture Beat. De tekst is nietszeggend, de beat pulseert, het makkelijke melodietje verdwijnt in een grote synth-crescendo, terwijl de strobo’s knipperen en lasers strakke lijnen trekken. Nou ja, even feest en vergeten dus.
7
Denemarken: Saba – Sand
Zand op je boterham, zand in je haar… De liefde is een vertrapt zandkasteel, en overal zit zand in de act van Denemarken. Dat is op zich een verrassend effect maar leidt af van de muzikale prestatie die de Ethiopische Saba neerzet. Ja, ze staat daar maar, hoog en droog. Sand!! Maar ze is een verassende outsider met een krachtige stem en ze weet als ervaringsdeskundige – ze vertelt er vaak over – goed het gevoel over te brengen van grip verliezen.
8
Armenië: Ladaniva – Jako
Het duo Ladaniva, bestaand uit de Armeense zangeres Jaklin Baghdasaryan en de Franse multi-instrumentalist Louis Thomas, is met hun band typisch zo’n blijmakende Songfestivalact in de categorie folklorepop. Supervrolijk, licht, het gaat alle kanten op en regent invloeden. Jako blijkt overigens gewoon de bijnaam van zangeres Jaklin, het nummer zou je kunnen beschouwen als ode aan haar eigenheid. De energie is goed, het is modern authentiek en uiterst dansbaar.
9
Letland: Dons – Hollow
Herinner je je de rockband Live met zanger Ed Kowalczyk? Dit is zo’n zelfde loodzware emo-ballade. De getormenteerde ziel lucht met gebalde vuisten zijn hart, terwijl donkere wolken zich samentrekken. Muzikaal stapelt de boel voorspelbaar op met flink gezwollen akkoorden. Laten we zeggen: intens voor de liefhebber.
10
San Marino: Megara – 11:11
De Spaanstalige zuurstokroze rock van de band Megara is bepaald geen bookmakerfavoriet. Wekenlang bungelde San Marino onderaan de lijstjes. En niet voor niets. Het is suikerzoete rock, inclusief roze confetti en ook de semi-spirituele boodschap komt met een roze vredesduif. Het wordt ’m niet hier in de Malmö Arena. Tijd om nog wat in te schenken.
11
Georgië: Nutsa Buzaladze – Like a firefighter
Ach Georgië, wat een gedoe is dit: er is veel vuur en gekruip over de grond. En veel overschreeuwen. En hup, daar komt de metafoor van de herrezen feniks weer, een Songfestival-klassiekertje sinds Conchita Wurst tien jaar geleden won. Een weinig originele inzending die op van alles lijkt, maar werkelijk niets eigens heeft dat beklijft.
12
België: Mustii – Before the Party’s Over
Zanger Mustti (Thomas Mustin) is de volgende in rij van al een aantal jaar echt leuke Belgische inzendingen. Met zijn steamy video viel hij op. Maar ook live heeft hij een aantrekkelijk theatrale vorm bedacht: omgeven door microfoons zorgt hij dat hij gehoord wordt. Zijn geladen ‘Before the Party’s Over’ is een tearjerker met kippenvel in de laatste minuut met een koor van fans. Als Mustti zijn noten kan houden, is dit sterk.
13
Estland: 5Miinust x Puuluup – (Nendest) Narkootikumidest Ei Tea Me (Küll) Midagi
Eerst maar iets positiefs. Estland zingt in eigen taal en er is een soort feeststemming. Voorbeelden genoeg hoe je met een lullig dansje op Eurovisie nog best ver kan komen. Maar deze eclectische samenwerking van de in eigen land op handen gedragen Estse popgroep 5Miinust met het ‘zombie-post-folk’-duo Puuluup blijft raadselachtig vlak.
14
Israël: Eden Golan – Hurricane
Het is de meest bekritiseerde deelname van dit Songfestival, maar beslist niet om de performance die ronduit esthetisch is. In een flink hoge ring die fraai kan oplichten zingt de 20-jarige Eden Golan tussen vijf dansers. Ze is een vocale uitblinker in een vrij gemiddelde popballade. Onheil dient zich vanaf de eerste seconden met onweersklappen al aan. Daarna zingt Golan hoe ze zich schrap moet zetten, hoe ze danst in de storm. Ze kan er haar stem flink in aanzetten. Zeker tegen het einde komt ze met een paar hoge uithalen, waarna ze zacht in het Hebreeuws het liedje uitblaast.
Lees ook
Het blijft opvallend stil rond de Israëlische Eurovisie-inzending Eden Golan
15
Noorwegen: Gåte – Ulveham
Het terugkerende natuurthema, in dit geval een donker bos. Een meisje transformeert in een wolf door toedoen van haar akelige stiefmoeder. De band Gåte brengt zijn oeroude sprookjesverhaal op folkrock en lichtjes langs symfonische metal met alle strijkers. De Noorse Rybak op viool is als extraatje meegenomen. De mystieke sfeer is mooi Scandinavisch eigen.
16
Nederland: Joost Klein – Europapa
Wacht je vooral op ‘Europapa’? Joost Klein is als laatste aan de beurt – gunstig want dan blijft het lekker hangen bij de vanavond stemmende kijkers uit de zestien deelnemende landen.