De 25-jarige Gianni de W. is veroordeeld tot zes jaar cel en tbs voor online seksueel misbruik van dertig meisjes, van wie het merendeel minderjarig. Dat heeft de rechtbank in Breda woensdag bepaald. Eerder had het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van zeven jaar en tbs met dwang geëist tegen hem.
De W. maakte zich schuldig aan zogeheten ‘sextortion’ door met naaktbeelden en seksueel getinte video’s minderjarige meisjes af te persen. Hij had meer dan honderd vrouwen en minderjarige meisjes overgehaald om naaktbeelden met hem te delen, soms tegen betaling, waarmee hij hen vervolgens chanteerde. Op de computer van Gianni de W. werden in 2022 ruim honderd mappen aan kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Qua omvang geldt de strafzaak als de grootste Nederlandse sextortionzaak die voor de rechter is gekomen.
Hoewel De W. in totaal 172 slachtoffers zou hebben gemaakt, beperkt deze veroordeling zich tot dertig slachtoffers die aangifte of melding tegen hem hebben gedaan. 24 slachtoffers hadden een schadevergoeding geëist. De rechter kende die woensdag voor elk van hen toe, met bedragen die variëren tussen 500 en 10.000 euro.
Lees ook Na één naaktfoto zitten slachtoffers van ‘sextortion’ voor altijd in de tang
Het gaat dramatisch slecht met de grutto in Nederland, maar daar is in de Krimpenerwaard weinig van te merken. Je hoort eigenlijk voortdurend slecht nieuws over de grutto, die tien jaar geleden nog werd uitgeroepen tot nationale vogel. Maar melkveehouder Arjan Mulder trof op zijn weilanden dit voorjaar veertig gruttonesten, van de in totaal 128 nesten van weidevogels als tureluur, kievit, scholekster en slobeend. Een record. „En we hebben ook nog achttien nesten van de zwarte stern”, glimlacht Mulder. Hij bestiert samen met zijn ouders in het Zuid-Hollandse dorp Vlist, aan de gelijknamige rivier, een melkveebedrijf met honderdvijftig koeien. Plus: een weidevogelcamping. „Zo noem ik het”, vertelt Mulder (27) in de tuin van de boerderij. „Als je goed voor trekvogels zoals de grutto zorgt, komen ze elk jaar terug. En hun jongen komen ook weer terug”, zegt hij, „als ze het leuk hebben gehad.” Mensen denken wel eens dat ‘camping’ betekent dat ze hun tentje kunnen opzetten om naar grutto’s te kijken, zegt hij. „Maar dat is niet de bedoeling.” Elk jaar breidt de camping uit en komen er méér grutto’s af op de weilanden. „Kicken”, noemt Mulder dat. „Ik streef naar honderdvijftig broedparen.”
Nederland doet onvoldoende
Mulders voldoening is des te groter omdat het elders in Nederland zo slecht gaat met de grutto. Vorige week stuurde de Europese Commissie een ‘met redenen omkleed advies’ aan het kabinet, een nieuwe stap in een ‘inbreukprocedure’ wegens tekortschietende bescherming van de grutto. Negen jaar geleden diende Vogelbescherming Nederland een klacht in, en vorig jaar schreef de Europese Commissie een eerste aanmaning, die zonder reactie van Nederland kan leiden tot een zaak bij het Europese Hof van Justitie. Volgens de nieuwe aanmaning van vorige week heeft Nederland weliswaar vorig jaar maatregelen aangekondigd, „maar tot dusver zijn deze niet breed genoeg geïmplementeerd om de aanhoudende afname van de soort te keren door landbouwpraktijken aan te passen om broedsucces te garanderen. Bovendien is de aanwijzing van nieuwe sites waar de vogel in aanzienlijke aantallen broedt, nog niet uitgevoerd”, aldus de Commissie. Die maatregelen, genomen door demissionair staatssecretaris Jean Rummenie (Natuur, BBB) bestaan vooral uit meer subsidies, meer bescherming van grutto’s in natuurgebieden, het bestrijden van roofdieren en, opmerkelijk, het machinaal laten uitbroeden van grutto-eieren.
Elk jaar minder grutto’s
Vogelbescherming Nederland vindt de tweede waarschuwing vanuit Brussel „een geweldige steun in de rug”, aldus beleidsmedewerker Bernard de Jong. „We sukkelen al negen jaar. De daadkracht ontbreekt. Dat gaat nu hopelijk veranderen.” Nederland heeft een speciale verantwoordelijkheid voor de grutto, aangezien 80 procent van alle broedparen ter wereld hier broedt. De grutto verblijft het grootste deel van het jaar in met name West-Afrika, Spanje en Portugal en trekt in het voorjaar voor ongeveer twee maanden in Nederland. Helaas worden in het broedseizoen veel jongen niet geboren en grootgebracht, doordat in het Hollandse boerenland de leefgebieden te klein zijn, er onvoldoende water is, de jongen worden weggemaaid, en ze in het korte gras worden opgegeten door andere dieren. Volgens Bernard de Jong daalt sinds 1990 het aantal grutto’s met jaarlijks 4 procent en zijn er nog maar 25.000 broedparen over – tegen ongeveer 120.000 vijftig jaar geleden. De Jong: „Vroeger hadden grutto’s ruimte en tijd genoeg, met gras dat pas half juli werd gemaaid, als de jongen groot genoeg zijn om op te vliegen. Nu moeten ze het doen met kleine, ontwaterde leefgebieden, vol raaigras dat soms eind april al wordt gemaaid.” Alle reden om niet alleen extra bescherming voor de grutto in te stellen in bestaande natuurgebieden („Daar broedt maar 10 procent”) maar het aantal leefgebieden buiten de natuurgebieden uit te breiden.
Arjan Mulder ontving vorige maand, samen met zijn ouders, de ‘Gouden Grutto’ van Vogelbescherming, een wisseltrofee en 5.000 euro voor de boer die „zich bovengemiddeld inzet voor de weidevogels”. Foto Walter Herfst
Het geheim? De koeien
Er zijn mensen die vinden dat voedselproductie en gruttonatuur niet samen gaan. Daar is Arjan Mulder het uitdrukkelijk niet mee eens. Wat is zijn geheim? De jonge boer, tevens biologisch rundveespecialist bij een diervoederbedrijf, wandelt naar de weilanden, waar ruim honderd koeien volop staan te plassen en te poepen. „De koeien zijn het geheim”, lacht Mulder, wijzend naar enkele verse koeienvlaaien. „Kijk eens hoeveel insecten daarop zitten.” Allemaal voedsel voor gruttokuikens. De zestig hectare aan weilanden, een bijna onafzienbaar gebied achter de boerderij, zijn allerminst een kale vlakte, maar enigszins hobbelig en hier en daar drassig, door slootwater dat via een pomp en irrigatiebuizen in het gras is gebracht. Gras maaien doen de Mulders pas laat in het seizoen. „Als we alles vlak maaien, is er geen dekking meer voor de grutto’s, ze vallen op en worden gelijk opgegeten. Door kraaien. Door ooievaars. De enkele keer dat ik maai, heb ik achter de trekker meteen een paar ooievaars zitten, want in het gemaaide gras valt altijd wel wat te halen voor hen.” Aan de randen van het gras staan kruiden en bloemen, goed voor insecten en dus ook voor de weidevogels. Hier en daar zijn elektronische hekken geplaatst. Tegen roofdieren. „Er lopen hier veel katten. Die eten kuikens.” Net als marters, hermelijnen, bunzingen. En hoe meer nesten met weidevogels, hoe beter ze zich kunnen beveiligen tegen deze predatoren. Mulder: „Een grutto redt het niet tegen een kraai. Maar als ze allemaal tegelijk opvliegen, zijn ze samen sterk.”
Ik ben dit voorjaar weinig uitgeweest. Want ja, ik moest de volgende ochtend om vijf uur opstaan om nesten te zoeken
Waardering en felicitaties
Misschien nog bepalender voor het succes van gruttoboer Mulder is dit: dat hij iedere dag in het voorjaar een uur of twee door de weilanden zoekt naar nesten, en die beschermt. Mulder: „Ik zet er een schrikdraadje omheen. Zodat de koeien er niet grazen. Zo blijft het gras daar lang en kunnen de jongen er beschut lopen.” Mulder heeft vorige maand, samen met zijn ouders, de ‘Gouden Grutto’ van Vogelbescherming gewonnen, een wisseltrofee en 5.000 euro voor de boer die „zich bovengemiddeld inzet voor de weidevogels”. Mulder: „Dat is een mooie waardering. En leuk dat burgers uit de omgeving ons daarmee feliciteren en zeggen dat ze het zo leuk vinden. Dat zijn dan wel mensen die ’s avonds op de bank tv gaan kijken terwijl ik dan nog nesten aan het beschermen ben. En ’s ochtends. Ik ben dit voorjaar heel weinig uitgeweest. Want ja, ik moest de volgende ochtend om vijf uur opstaan om nesten te zoeken.”
De zestig hectare aan weilanden van de familie Mulder zijn enigszins hobbelig en hier en daar drassig, door slootwater dat via een pomp en irrigatiebuizen in het gras is gebracht. Foto Walter Herfst
Zonder grutto verdien je meer
Dat niet alle boeren even enthousiast aan de slag gaan met weidevogels, begrijpt Mulder wel. „Je moet een passie voor vogels hebben. Want het levert niks op. Sterker nog: zonder vogels kun je meer verdienen.” Dat heeft te maken met de extra uren die je als weidevogelbeheerder maakt, maar vooral met het later maaien van gras. Wie als boer het maaien van gras uitstelt, om de grutto’s te beschermen, krijgt van de overheid 1.400 euro per hectare. Maar Arjan Mulder zou veel meer verdienen zónder de weidevogels. Dus moet de vergoeding worden verhoogd. Mulder: „Een weidevogel moet kunnen concurreren met een melkkoe.” En als hogere vergoedingen worden beschouwd als ongeoorloofde staatssteun? Hij kijkt over het land. „Het liefst”, zegt hij, „zou ik met andere boeren in de omgeving ‘gruttokaas’ of zoiets willen verkopen, vogelvriendelijk geproduceerde zuivel. Dat je de vergoedingen uit de markt zelf haalt. Maar ja, de praktijk laat zien dat dit niet haalbaar is.”
Lees ook
Grutto’s en boeren gaan niet samen: durf te kiezen
Naast, hoog over, te korte aanloop, slap ingeschoten. Op hoeveel manieren het missen van een strafschop mogelijk is demonstreerden veel nationale teams in de kwartfinales op het EK voetbal in Zwitserland, de afgelopen dagen.
In die vier wedstrijden werden in totaal 33 strafschoppen genomen, toegekend in de reguliere speeltijd of onderdeel van de beslissende serie na de verlenging. Daarvan werden er zestien niet benut. Zowel Duitsland, zaterdag tegen Frankrijk, als Engeland op donderdag tegen Zweden, wisten zich pas na een zenuwslopende strafschoppenserie te kwalificeren voor de halve finale. De Engelsen treffen daarin dinsdag Italië, woensdag is het Spanje-Duitsland.
Spanje kreeg in de kwartfinale tegen Zwitserland twee penalty’s mee en miste beide. Toch wist de wereldkampioen door twee ‘gewone’ doelpunten met 2-0 te winnen van het gastland. In de eerste kwartfinale, woensdagavond, miste de Noorse routinier Ada Hegerberg een half uur voor het einde een strafschop. Noorwegen verloor die wedstrijd tegen Italië met 2-1.
Twee speelsters hadden de heldin van hun land kunnen zijn, maar faalden vanaf elf meter. De Duitse Sjoeke Nüsken kreeg zaterdagavond laat in het afgeladen Sankt-Jakob Park in Bazel de unieke kans de heroïsche en ongelijke strijd te beslissen. De Duitsers kwamen al na dertien minuten met tien tegen elf te staan, nadat Kathrin Hendrich een rode kaart had gekregen wegens het trekken aan de haren van de Française Griedge Mbock. De penalty die volgde schoot Grace Geyoro via de hand van de Duitse keeper raak: 1-0.
Duitsland wist lang stand te houden tegen de ploeg die dit toernooi tot nu toe zo sterk was, en maakte tien minuten later al gelijk. Maar het winnende doelpunt bleef uit. Dit keer kreeg Duitsland in 69ste minuut een strafschop maar Nüsken, die al wel de 1-1 had gemaakt, schoot nu slap in. Keepster Pauline Peyraud-Magnin redde. Bij de strafschoppenserie die volgde bleken de Duitsers over meer rust en power te beschikken, met name de al de hele wedstrijd uitblinkende doelvrouw Ann-Katrin Berger.
Zweedse keepster neemt zelf
Twee dagen eerder, op donderdag in Zürich, zat er een glansrol in voor Jennifer Falk, keepster van Zweden. Nadat ze in de strafschoppenserie tegen Engeland liefst drie inzetten had gestopt, nam ze de vierde penalty vervolgens zelf. Het had de beslissing voor een plek in de halve finale kunnen zijn, maar Falk schoot hoog over. Bij de resterende strafschoppen bleken de Engelsen beter tegen de zenuwen bestand.
„Zo ontzettend zuur voor Jennifer”, zegt voormalig Oranje-keepster Loes Geurts, die jarenlang met Falk bij de Zweedse club BK Häcken speelde. „Het was niet eens uitzonderlijk dat zij die nam. Ze is een vaste penaltynemer, ook tijdens een wedstrijd. Dan schiet ze meestal gewoon raak.”
Dat het aantal gemiste strafschoppen zo hoog is op dit EK is wél uitzonderlijk. Met 59 procent ligt de ‘conversie’ van rake strafschoppen bovengemiddeld laag, blijkt uit cijfers van databureau Statsperform. In totaal zijn er op het toernooi in Zwitserland tot nu toe 41 penalty’s gegeven, waarvan er zeventien misgingen: tien gestopt door de keepster, twee op de paal en vijf naast of over.
In het vrouwenvoetbal is een conversion rate van 70 procent normaal, zegt de Noorse sportpsycholoog Geir Jordet die al jaren het fenomeen strafschoppen bestudeert. Uit de cijfers van Statsperform blijkt dat het percentage wél benutte penalty’s bij vorige eindtoernooien inderdaad op dat niveau lag of hóger, met een uitschieter van 80 procent op het vorige EK in Engeland in 2022.
Heeft Jordet daar een verklaring voor? „Het is te vroeg nu al conclusies te trekken want het waren tot nu toe maar twee penalty shoot outs, maar ik heb alle strafschoppen goed bestudeerd.” Volgens de hoogleraar van het Noorse Instituut voor Sportwetenschap in Oslo moet het toegenomen belang van het vrouwenvoetbal een rol spelen bij het toegenomen falen vanaf 11 meter. „Spelers voelen dat er veel meer aandacht voor hen is bij dit toernooi, meer toeschouwers, meer media. En als de druk echt hoog is, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, gaan de resultaten in het algemeen omlaag.” De Noor schreef er vorig jaar een handboek over, Hoogspanning – lessen uit de psychologie van de strafschop.
Informatie op bidons geplakt
Technisch gezien zag Jordet niet per se veel fout gaan bij de penalty’s op het EK, al gingen er een paar pijnlijk naast of over, en werden sommige slap ingeschoten – het zullen die zenuwen zijn geweest. Wel viel hem op dat de meeste keepsters zich beter dan ooit lijken te hebben voorbereid: vaste rituelen bij het wachten, nog even snel hun bidon bestuderen waarop briefjes waren geplakt met informatie over de strafschoppennemer tegenover hen. Ze doken veel vaker de juiste hoek in.
Bidon van de Zweedse keeper Jennifer Falk met informatie over de penaltynemers van Engeland.
„Ook in het vrouwenvoetbal zijn tegenwoordig veel meer data beschikbaar”, zegt Jordet. „Daar maken professionele teams goed gebruik van. Keepers kunnen zich goed verdiepen in hun tegenstanders.” Jordet zag hen rustiger en geconcentreerder wachten op het moment dat de penalty genomen wordt. De interactie tussen keepster en strafschoppennemer was in zijn ogen sowieso „hoger dan ooit”. „In dat psychologische steekspel bleek de keepster beter dan de nemer. „Veel speelsters die hun penalty misten, gingen te gehaast naar de bal en wachtten niet af in welke hoek de keepster dook.”
Daarbij komt, zegt voormalig international Geurts (125 wedstrijden in Oranje), dat bij dit soort grote toernooien de druk voor een penaltynemer hoger is dan voor een keepster. „Over een speler die mist wordt gewoon harder geoordeeld dan over een keepster die de bal niet tegenhoudt.”
Seks. Nergens is het samenspel tussen lijf, psyche en hormonen zó duidelijk als bij het liefdesspel. En over weinig is meer gebrek aan kennis bij vrouwen. „En het maakt echt niet uit welke achtergrond of cultuur iemand heeft, welke opleiding ze heeft gehad”, zegt klinisch psycholoog en seksuoloog Bianca van Moorst.
Elke dag ziet Van Moorst (59) de gevolgen van dat gebrek aan kennis bij de vrouwen in haar spreekkamer in ziekenhuis OLVG in Amsterdam. Net als haar collega’s, psychiater Mireille Boerma en gynaecoloog Dorenda van Dijken, met wie ze veel samenwerkt, onder meer op de menopauzepoli. Daarom schreven ze samen een boek, Brein, hormonen, seks. Over de levensfases van een vrouw.
Van Moorst: „De invloed van hormonen op klachten van vrouwen, zoals stress-, schildklier- of geslachtshormonen, reikt zo veel verder dan de overgang. Al van jongs af aan hebben ze invloed, op het brein, het lijf, de psyche en op de seksualiteit.”
Weten artsen en psychologen dat ook?
„Zorgverleners kijken vaak nog sterk vanuit hun eigen vakgebied naar een klacht. We zien die multidisciplinaire blik gelukkig wel steeds meer komen. Maar ook voor de jonge psychologen in opleiding die ik lesgeef is het echt een eyeopener dat ze bij hun vrouwelijke patiënten moeten vragen naar hun menstruele cyclus en hormonale anticonceptie. Geslachtshormonen, oestrogeen, progesteron en testosteron hebben soms invloed op psychische klachten. Dat begint pas net een beetje door te dringen.”
Nog steeds hebben vrouwen minder zin, meer pijn en minder vaak een orgasme tijdens seks dan mannen
Er is steeds meer bekend over vrouwelijke seksualiteit, zoals over de anatomie van de clitoris. Hebben meer vrouwen goede seks nu?
„Volgens de laatste cijfers van de Rutgers stichting is dat nog steeds niet zo. Nog steeds hebben vrouwen minder zin, meer pijn en minder vaak een orgasme tijdens seks dan mannen. 27 procent van de vrouwen tussen 18 en 80 jaar heeft last van pijn tijdens seks waarbij de penis in de vagina gaat. Zelfs bij vrouwen onder 25 jaar is dat zo.”
Dat is veel. Wat speelt er dan bij jonge vrouwen?
Als het pijn doet, ga je te snel. Veel vrouwen, en ook hun partners, weten eigenlijk niet zo goed wat ze nodig hebben om seksueel opgewonden te raken. Pas als je echt opgewonden bent zwellen je vulva, vagina en clitoris en wordt je vagina vochtig. Als je dan ook de bekkenbodemspieren ontspant, kan de penis pijnloos naar binnen. Soms heb je als vrouw gewoon meer tijd nodig.
„Het kan zijn dat de ander sneller wil dan jij. Of dat je het eigenlijk helemaal niet wilt. Veel jongeren vinden het lastig om het daar samen over te hebben. Wat ik schrikbarend vind: dat een heleboel jonge meiden bij die eerste keer penis-in-vaginaseks pijn ervaren en dat ook normaal vinden.”
Dat hoort er toch ook een beetje bij?
„Nee! Ook die eerste keer hoort geen pijn te doen. Dan speelt precies hetzelfde mechanisme. Dat maagdenvlies is ook zo’n fabeltje. Dat is geen vlies, het is een soort manchetje dat gewoon mee beweegt. Dat scheurt niet. Het blijft vaak zelfs na bevallingen nog zichtbaar. Het bloedverlies dat sommige vrouwen bij de eerste keer hebben komt door penis-in-vaginaseks zonder voldoende opwinding. Dan kan de ingang van de vagina onderaan een beetje scheuren. En zo zijn er nog zoveel mythes over seksualiteit.”
Waardoor ‘loopt’ die opwinding soms niet?
„Seks is net als elke emotie: er is een prikkel en daar gaat ons brein op aan. Dat kan iets zijn wat je ziet, hoort of ruikt, of een herinnering of fantasie. Je brein stuurt bij zo’n seksuele prikkel direct meer bloed naar je geslachtsdeel. Dat gebeurt onbewust, de hele dag door gaat het aan en uit.
„Soms, als je je er wel bewust van bent en de context is geschikt, kun je die beginnende seksuele opwinding groter laten worden. Er is veel nodig om dat goed te laten gaan. Een gezond functionerend lijf natuurlijk, maar ook psychische rust. En de juiste omgeving. Dat wordt erg onderschat. Ik hoor zo vaak: de deur van de slaapkamer staat altijd open, want de kinderen moeten binnen kunnen komen. Of: ik heb geen gordijnen.”
Seks zou moeten zijn als shared dining, met allerlei lekkere hapjes om te delen
Wat is de grootste mythe over seks?
„Dat seks bestaat uit voorspel, penis-in-vaginaseks met hopelijk een orgasme, naspel. Zoals je in een restaurant vroeger altijd een voorgerecht, een hoofdgerecht en een toetje kreeg. Door alle generaties hoor je dat nog, vooral onder heteroseksuele mensen natuurlijk.
„Maar seks zou veel meer moeten zijn als shared dining. We nemen allerlei verschillende lekkere hapjes en die delen we. En het ene vind jij iets lekkerder, dat mag jij een beetje meer. Het andere vind ik lekkerder, dat krijg ik wat meer. Penis-in-vaginaseks kan dan één van de opties zijn, maar niet de enige optie.”
Hebben vrouwen minder zin in seks dan mannen?
„Vrouwen scoren in de onderzoeken lager op seksueel verlangen dan mannen. De vraag is alleen: wáár hebben ze dan geen zin in? Dat blijft een belangrijke vraag. Ik probeer vrouwen met seksuele problemen te leren uitvinden: Wat vind jij leuk? Waar heb jij behoefte aan? Veel vrouwen in de overgang zijn te moe door slaaptekort, of hebben bijvoorbeeld geen zin in die enorme opvliegers tijdens seks. Maar de meeste vrouwen zouden wel nog zin hebben in hand in hand lopen, tegen elkaar op de bank zitten, knuffelen of meer.”
Bij een kwart van de vrouwen rond de overgang doet penetratie te veel pijn. De vaginawand wordt droger en dunner door de daling van oestrogeen. Maar dat is niet de boosdoener, schrijven jullie?
„Nee. Ook vrouwen met die kwetsbare huid kunnen prima penis-in-vaginaseks hebben als ze voldoende tijd nemen om goed opgewonden te raken en ze hun bekkenbodem kunnen ontspannen.”
Het ontbrekende oestrogeen aanvullen met hormoonsuppletietherapie helpt toch vaak goed?
„Het is altijd én biologie én psyche én relationeel. Soms kan je eerst beginnen met lokale hormoontherapie om de vagina soepeler en beter doorbloed te maken. Maar zin en opwinding komen niet uit een potje. Veel dokters geven lokaal oestrogeen en hebben het nooit meer over de seks. Of erger nog, een pijnstillende crème met lidocaïne, zodat vrouwen met ‘verdoving’ maar zonder opwinding penis-in-vaginaseks kunnen hebben. Dan laat je vrouwen in de kou staan. De vicieuze cirkel, van angst voor pijn, waardoor je je bekkenbodem aanspant en niet meer opgewonden raakt, is soms daarmee niet te doorbreken. En dan moeten we naar die andere factoren kijken.
„Ook zonder hormonen kun je plezier aan seks beleven. Dat zien wij bijvoorbeeld bij vrouwen met hormoongevoelige borstkanker. Zij krijgen langdurig hormoonremmers waardoor er minder oestrogeen en testosteron aangemaakt wordt. En dat is killing voor je stemming en voor je seks. Ze zijn knettermoe en de seks komt traag als een stoomtrein op gang, áls het al op gang komt.
„Die vrouwen mogen we geen hormoontherapie geven, soms ook niet lokaal. Maar als ze meer tijd nemen, met hun partner zoeken naar wat nog wél fijn is, dan komt bij een deel van die vrouwen die seksuele respons weer op gang. Dan moeten stellen misschien hun gebruikelijke seksuele repertoire wat bijstellen. Maar als ze die omslag kunnen maken zijn ze vaak heel blij.”
Zijn er ook vrouwen die na de overgang juist meer zin krijgen?
„Zeker! Dat heeft vaak met die context te maken. Die vrouwen beschrijven vaak dat ze nu meer tijd hebben met hun partner, de kinderen zijn uit huis. Vrijen hoeft niet meer pas ’s avonds na elf uur, het kan gewoon lekker tussen de middag. Het zijn vaak vrouwen die inmiddels echt zelf wel weten hoe hun lijf werkt, met partners met wie ze het er samen over hebben. Je ziet bij ouderen dat misschien de frequentie wat anders wordt, maar de kwaliteit soms juist beter.”