Regisseur Bertrand Bonello noemt zichzelf de ‘bad boy’ van de Franse cinema. „Ze zeggen vaak dat Franse film een familie is. Niet voor mij.” Nee, hij is geen brullende tiran, niet moeilijk om mee te werken, maar hij is wel „anders”. Hij maakt geen „traditionele Franse films”. Die zijn voor hem „iets te realistisch, sociaal-maatschappelijk”. Maar fantastische, eclectische mixen van genres en ideeën – alles wat hem interesseert – die tóch een geheel vormen. De films van een „tiener of rebel”, zegt de 55-jarige Bonello in een hotel in Parijs. Althans, „zo schilderen de selectiecommissies van festivals ze vaak af”.
En inderdaad: het kijken van Bertrand Bonello’s tiende film, The Beast, voelt af en toe alsof je door het notitieblokje van een tiener bladert: elke scène een nieuwe obsessie, interesse, filosofie, of zelfs tijdperk. In 2044 hebben machines de leiding. Als mens mág je nog meedraaien in de maatschappij, maar alleen als je je emoties uitbant. Hoofdpersoon Gabrielle (Léa Seydoux) doet dit, en moet daarvoor twee van haar voorgaande levens – een soort boeddhistische incarnaties – opnieuw beleven: een leven in korset in het Parijs van de vorige eeuw, en een leven als actrice in een horrorachtig Hollywood van 2014. In elk leven ontmoet ze dezelfde man, gespeeld door George MacKay.
„Ik word geïnspireerd door zo veel dingen”, zegt Bonello . „En met The Beast wilde ik mijzelf alles toestaan.”
Oorlog en klimaatrampen
Het is Bonello’s eerste sciencefictionfilm. Een expert is hij niet. „Wat mij erin aantrekt is dat het je toestaat héél conceptueel te werken.” The Beast begon vier jaar geleden met zo’n concept: „De mensheid stevent af op een catastrofe en is niet meer in staat zich te redden van oorlog en klimaatrampen; dus grijpen de machines in.”
Bonello werkte met een expert in AI. Het was een verrassing voor beiden dat AI in het jaar dat de film uitkomt op „elke tijdschriftcover” staat. „Iedereen is nu bang voor AI. De man die het ontwikkelde, verliet Google en zei: ik heb iets ontwikkeld dat gevaarlijker is dan de atoombom. Het is gereedschap, maar een gereedschap dat sterker dan de mens kan worden.”
In The Beast is dat gebeurd. En de wereld die de machines hebben gemaakt, lijkt erg op de onze, maar wat schoner en leger. „Volgens mij heb je twee richtingen in sciencefiction: hyper-technologisch, of post-apocalyptisch. Ik wilde een derde manier vinden: de wereld zoals we die kennen, maar anders. Ik heb vooral veel weggenomen. Er zijn geen auto’s meer, geen schermen, geen sociale media, geen internet, geen relaties tussen mensen, geen vormen en geen kleuren. De kleding is neutraal. Niet heel sexy. Want je hoeft niemand meer te verleiden.”
Alle wereldse problemen zijn opgelost. Wat bleek? Emoties waren al die tijd de boosdoener, zo analyseerde de computer. Bonello: „Ik zie dat geloof om me heen ontstaan. En het is waar: een rechter oordeelt ook anders als hij net een relatiebreuk heeft gehad. Maar tegelijkertijd maakt dat de toekomst zo triest en beangstigend.”
Vanuit dat idee werkte Bonello terug. „Als regisseur ben je een vampier met een notitieblok”, zegt hij. „Je zuigt en neemt en neemt en neemt.” De verhaallijn van 2014 baseerde hij op het waargebeurde verhaal over Elliot Rodger – een twintiger die tien jaar geleden zes mensen vermoordde in Hollywood uit jaloezie en seksuele frustratie: niemand wilde hem ontmaagden. „Voor mij is hij een product van de Amerikaanse maatschappij van die tijd. Hij is zó verbonden, plaatst talloze video’s op sociale media, maar tegelijkertijd is hij eenzaam. ‘Je houdt niet van mij? Ik haat je, en ik ga je vermoorden.’
Lees ook
een eerder interview met Bertrand Bonello over ‘Nocturama’, waarin jongeren een aantal aanslagen plegen in Parijs
Dreigende tijd
1910 vond Bonello een interessant moment in Europa. „Een dreigende tijd. Het begin van een mooie, grootse nieuwe eeuw. Vol met licht. En vier jaar later vol duisternis. Het was ook het jaar van de grote overstroming in Parijs.”
Het zijn grootse onderwerpen, die allemaal een eigen film hadden kunnen krijgen. Hoe bracht Bonello alles samen? Deels waren het de acteurs. George MacKay – „Hij is zó voorbereid, zó technisch begaafd.” En Léa Seydoux – „Het maakt niet uit waar je haar plaatst in het beeld, ze trekt het oog naar zich toe. Ik ken haar heel lang, maar soms als ik met haar praat, weet ik niet eens waar ze aan denkt. De camera houdt daarvan.”
Maar het echte verbindende weefsel vond Bonello in Henry James’ korte verhaal The Beast in the Jungle. „Ik las het lang geleden en het brak mijn hart. De hoofdpersoon leeft zijn leven in angst voor een catastrofe in de toekomst. Daarom is hij passief, en vooral heel bang voor de liefde.”
Toen Bonello wist dat The Beast een melodrama zou worden, wist hij dat James’ verhaal de kern van de film zou vormen. „In 1910 is Gabrielle bang voor liefde, omdat ze verwacht dat er een ramp plaats gaat vinden. In 2014 is het de man: Elliot Rodger. Gabrielle ziet in hem een verloren jongen. Maar het eindigt in tragedie. In 2044 is Gabrielle eindelijk klaar om de liefde te omarmen. Maar het is te laat, emoties zijn overbodig geworden.”
Dat biedt ook antwoord op de laatste vraag die Bonello krijgt in de Parijse hotelkamer: wie of wat is dat ‘beest’ dat ons allen bedreigt? „Voor mij? De angst voor de liefde.”