Hoe Capote ‘zijn’ vrouwen verraadde

Ze was perfect. Haar kapsel, make-up, kleding en accessoires, haar menu- en cadeaukeuzes, handgebaren en hoofdknikjes: vanaf de jaren 40 gold de New Yorkse socialite Barbara ‘Babe’ Paley (1915–1978) als het ultieme stijlvoorbeeld voor Amerikaanse vrouwen met sociale ambitie. Dankzij haar huwelijk met mediamagnaat Bill Paley baadde de als Barbara Cushing geboren it-girl in weelde, met vier buitenverblijven, een New Yorks appartement vol Louis XVI-antiek, een kunstcollectie en kasten vol haute couture. De Paleys ontvingen politici, prinsessen en filmsterren; Babe was het ongenaakbare middelpunt.

Het vergt een haast bovenmenselijke inspanning om dag in, dag uit een plaatje van smetteloze elegantie te presenteren, geklonken aan een man die niet doet aan huwelijkse trouw – en dus kwam auteur, causeur, charmeur en roddelkoning Truman Capote voor Babe Paley als geroepen. Na hun toevallige ontmoeting halverwege de jaren vijftig groeide de schrijver van Breakfast at Tiffany’s en In Cold Blood uit tot haar vertrouweling en beste vriend; de details over haar chronisch overspelige echtgenoot kon ze zonder gêne bij hem kwijt. Geestige, stoute maar trouwe Truman werd de vaste tafelgenoot van Babe en haar groepje chique vriendinnen, samen de ‘Swans’ genoemd.

Twintig jaar en talloze lunches, feesten en vakanties verder blies Capote zijn felbegeerde positie in hun midden eigenhandig op: in november 1975 publiceerde maandblad Esquire ‘La Côte Basque, 1965’, een voorproefje van wat zijn meesterwerk over de New Yorkse high society moest worden, met de werktitel Answered Prayers. Restaurant La Côte Basque was een vaste ontmoetingsplaats van de Swans; hun gesprekken leken letterlijk te zijn overgenomen. De huwelijksgeheimen van de Paleys lagen op straat – ondanks Capote’s gebruik van schuilnamen waren ze makkelijk herkenbaar.

Voor de Swans en hun machtige echtgenoten was dit doorbreken van de zwijgcode onvergeeflijk: Capote was zijn plaats als hofnar voorgoed kwijt. Paley was al ziek op het moment van publicatie en stierf drie jaar later aan longkanker; op haar tot in de puntjes gestileerde uitvaart was Capote niet welkom. In de zes daaropvolgende jaren dronk hij zich langzaam dood, zonder het boek waar het allemaal om begonnen was af te maken.

Naomi Watts als Babe Paley.
FX

Gekwetste zielen

Wat trok deze twee gekwetste zielen in elkaar aan? Waarom verkoos Paley de schijn van een koud huwelijk boven de vriendschap van de enige man bij wie ze zichzelf kon zijn, en waarom ontbrak het Capote aan de kracht om het establishment dat hem zo plotseling weer buitensloot de genadeklap te verkopen met een dikke, ontluisterende sleutelroman?

De tv-serie Feud: Capote vs. The Swans neemt acht, bijna een uur lange, afleveringen de tijd om dit soort vragen te stellen en uit te diepen; Naomi Watts als Babe Paley en Tom Hollander als Capote spelen misschien wel hun beste rollen ooit, in decors en kostuums die de kijker onmiddellijk naar een lang vervlogen, über-gesoigneerd New York transporteren. Wie houdt van seventies-mode, doorrookte lunches van schitterend opgediende (slechts mondjesmaat genoten) vleesgerechten en verontwaardigd gemompel over het verdwijnen van de hoed en de handschoen uit het straatbeeld, om maar een van de vele geestige details te noemen, zal genieten van dit door Ryan Murphy geproduceerde tv-drama. Hollander’s Capote doet niet onder voor eerdere vertolkingen, zelfs die van Oscarwinnaar Philip Seymour Hoffman (Capote, 2006). Hier is hij meer mens dan gekweld genie; een verwend, vilein, maar ook hartverscheurend eenzaam mens.

Capote vs. The Swans is het tweede seizoen van Feud, Murphy’s reeks over beroemde vetes uit de Amerikaanse popcultuur die integraal te zien is op Disney+. Het eerste seizoen gaat over de jarenlange concurrentiestrijd tussen filmsterren Bette Davis (gespeeld door Susan Sarandon) en Joan Crawford (Jessica Lange). Bij een Murphy-productie liggen camp en hysterie altijd op de loer, maar qua toon en tempo doet Capote vs. The Swans eerder aan The Crown denken, waarin gedetailleerd historisch onderzoek eveneens het opstapje vormt voor fictieve dialogen en zelfs geestverschijningen.

https://youtu.be/WeE1pRfIt8k?si=B6bgzbO5xAIh1CoP

Gedachtenexperiment

In Feud maakt Capote’s dode moeder haar opwachting (opnieuw Jessica Lange, ze is een van Murphy’s favorieten) en komt auteur James Baldwin (Chris Chalk) over uit Frankrijk om te proberen Truman uit zijn dronken depressie en terug naar de schrijftafel te sleuren.

De door scenarist Jon Robin Baitz geheel uit de duim gezogen gesprekken tussen de twee (Capote en Baldwin kenden elkaar wel, maar wisselden voornamelijk sneren uit) zijn niettemin een interessant gedachtenexperiment: wat als Capote zijn positie als outsider werkelijk te gelde had gemaakt, zoals Baldwin hem hier opdraagt, en ook de homofobie en het racisme van zijn voormalige vriendenkring aan de kaak had durven stellen?

Ondanks deze creatieve rijkdom begint het je zelfs als bovengemiddeld geïnteresseerde kijker na een aflevering of vier te dagen dat Capote en zijn zwanen in herhaling vallen: het scenario is simpelweg te lang. Truman’s alcoholisme en writer’s block en Babe’s ijzige volharding tijdens haar uitzichtsloze kankerbehandelingen worden steeds opnieuw, net iets anders belicht en verwoord. Dankzij regisseur Gus van Sant, die voor zes afleveringen tekende, en het uitmuntende acteerwerk blijft het toch een levendig geheel: de Swans worden vertolkt door een verrukkelijk ensemble van sterren uit de jaren tachtig en negentig die we al veel te lang niet meer in een volwaardige rol hebben gezien.

Molly Ringwald, Demi Moore, Calista Flockhart, Diane Lane en Chloë Sevigny leven zich met zichtbaar genoegen in; vooral Flockhart valt op als een verbitterde Lee Radziwill, de zus van Jackie Kennedy. Méér werk voor deze generatie ervaren acteurs, graag. Aan Ryan Murphy zal het niet liggen. Hij houdt van zijn Swans.