In Rafah, in het zuiden van Gaza, werd de afgelopen dagen in spanning afgewacht of er een staakt-het-vuren zou komen. „Er kwamen steeds positieve berichten binnen over de onderhandelingen, en we hoopten dat de nachtmerrie van de oorlog zou eindigen”, vertelt Mohammad Youssef (23) telefonisch uit Rafah.
Toen kwam maandagochtend het evacuatiebevel. Via flyers, sms’jes en telefoontjes droeg het Israëlische leger Palestijnen in het oostelijke deel van Rafah op om te vertrekken. Circa 100.000 mensen die daar verblijven zouden moeten vluchten naar al-Mawasi, een gebied aan de kust ten westen van de stad Khan Younis.
Mohammad woont in het westen van Rafah met zijn ouders en zeven zussen en broers. De afgelopen maanden zag hij de stad, waar voor de oorlog zo’n 270.000 mensen woonden, volstromen met vluchtelingen. Inmiddels verblijven er circa 1,4 miljoen mensen, veelal in tenten.
Mohammad en zijn familie hoeven – voorlopig – niet weg, maar kunnen ook nergens heen. Al voor de oorlog werd Gaza door de Israëlische bezetting en blokkade een ‘openluchtgevangenis’ genoemd. Hij vertelt dat iedereen in zijn omgeving verlamd is door angst na het bericht over de evacuatie. „Een paar maanden geleden konden mensen nog naar Rafah vluchten, nu moeten zij naar al-Mawasi, een plek die al overvol is.”
Met het evacuatiebevel lijkt het al maanden aangekondigde en gevreesde Israëlische grondoffensief in Rafah aanstaande. Het bevel kwam op het moment van indirecte, door Egypte en Qatar bemiddelde onderhandelingen tussen Israël en Hamas, die opnieuw in een impasse leken te raken. Israëls minister van Defensie Yoav Gallant zei maandagochtend dat een invasie van Rafah nodig is omdat Hamas een deal in de weg zit voor een staakt-het-vuren en de bevrijding van de gijzelaars.
Hamas gaf later echter aan het Egyptische voorstel voor een deal te hebben geaccepteerd. Op maandagavond zei een Israëlische vertegenwoordiger dat Israël naar het door Hamas goedgekeurde voorstel kijkt, maar dat het niet binnen de kaders is die Israël heeft voorgesteld. Hamas eist in de onderhandelingen dat Israël na een staakt-het-vuren de oorlog in Gaza beëindigt en noemde het evacuatiebevel voor Rafah een „gevaarlijke escalatie die gevolgen zal hebben”.
De Israëlische premier Netanyahu had vorige week al gezegd hoe dan ook Rafah binnen te willen vallen, ongeacht een mogelijke deal. Israël zegt dat het grondoffensief nodig is voor een totale overwinning op Hamas, een volgens veel analisten onhaalbaar doel. Met de voorbereidingen voor het grondoffensief laat Israël opnieuw zien dat het zich weinig aantrekt van de toenemende internationale druk en kritiek.
Mensenrechtenorganisaties en hulporganisaties waarschuwen al maanden dat een grondoffensief tot een humanitaire catastrofe en een bloedbad zal leiden. Behalve de gevolgen voor de Palestijnse bewoners en ontheemden in Rafah, zou het grondoffensief ook een gevaar betekenen voor de gijzelaars in Gaza. In Israël zijn al weken protesten waarin wordt opgeroepen om middels een deal de gijzelaars thuis te krijgen.
Het Israëlische leger had Rafah eerder aangewezen als ‘veilige’ zone in Gaza. Maar ondertussen houden de Israëlische bombardementen op Rafah aan, net als op andere gebieden. In Rafah werden in de nacht van zondag op maandag 26 mensen gedood. Bij een bombardement op een VN-school in Deir al-Balah in de centrale Gazastrook werden maandag zes mensen gedood, meldde CNN.
Meerdere keren gevlucht
De afgelopen weken trekken mensen uit het zuiden van Gaza naar Deir al-Balah, op de vlucht voor het dreigende grondoffensief. Ook in die stad verblijven honderdduizenden ontheemden. Veel van hen zijn meerdere keren gevlucht.
Ismail Abdel Muti Ramadan (53) verblijft in een tent in Deir al-Balah nadat hij vanuit Gaza-Stad diverse keren is gevlucht. Eerst vanuit zijn wijk Tel al-Hawa naar een ziekenhuis van de Palestijnse Rode Halve Maan. Toen ook daar gebombardeerd werd naar al-Maghazi, via de centrale Salah al-Din weg, en daarna naar Deir al-Balah.
„De weg was heel gevaarlijk”, vertelt hij. Op het moment dat hij die woorden uitspreekt klinken er vliegtuigen boven zijn hoofd en een knal op de achtergrond. „Er is geen veilige plek in Gaza.”
Adham Abdellatif Abu Zubeida (43) komt uit het vluchtelingenkamp Nuseirat ten noorden van Deir al-Balah. Ook voor de oorlog was Gaza al onleefbaar, zegt hij. Hij is twee keer gevlucht, vooral in de hoop om zijn kinderen in veiligheid te brengen. Eerst naar nabijwonende familieleden toen er vlakbij zijn huis bombardementen waren, toen naar Deir al-Balah, waar hij nu in een tent leeft. Althans, leven is een groot woord. „Er is een genocide. Er is geen menselijkheid.” Het verblijf in de tent is vermoeiend, het is er heet, het is saai, en aan alles is gebrek.
Wat met name zwaar is, zegt hij, is de onwetendheid over de toekomst. De afgelopen dagen was er steeds prille hoop. „Iedereen om me heen is ontheemd en wacht het moment af dat er een staakt-het-vuren wordt aangekondigd, zodat ze terug kunnen keren naar hun huizen.”
Ook Jamila Talab Daher (74) verlangt terug naar haar huis in Jabalia, in het noorden van Gaza. Ze zit voor een tent in Deir al-Balah, op de achtergrond klinkt constant het geluid van overvliegende verkenningsvliegtuigen. Ze heeft twee keer moeten vluchten.
Haar ogen beginnen te sprankelen als ze vertelt over het comfort van haar oude huis, dat inmiddels is gebombardeerd. Ook voor de oorlog was het leven moeilijk, benadrukt ze. „Maar we waren niet dakloos. Hier is geen hygiëne, nauwelijks eten of drinken, we leven op de grond. We hebben alles verloren.”
‘Go-fund-me’
Ook in Rafah hebben veel ontheemden al diverse malen moeten vluchten, en leven in tenten onder barre omstandigheden. Een deel van hen, uit het oosten van de stad, is na het bevel op maandag opnieuw gevlucht.
Binnen Mohammads familie in het westen van Rafah wordt momenteel weinig gepraat over de situatie, iedereen is gestresst en bang. Weg uit Gaza kunnen ze niet, ze kunnen de tienduizenden euro’s die nodig zijn om op een lijst te belanden nooit betalen, al heeft Mohammad een ‘go-fund-me’ gestart.
Mohammad is blind. Net voor de oorlog rondde hij zijn bachelor Rechten af aan de Islamitische Universiteit in Gaza-Stad. Met uitmuntende cijfers, vertelt hij trots. Hij zou naar eigen zeggen de eerste blinde advocaat van Gaza worden. Van een masterdiploma kwam het niet. De oorlog begon, en de universiteit is platgebombardeerd door Israël. „Al mijn dromen zijn verwoest.”
Lees ook
Israël sluit lokale kantoren Al Jazeera, nieuwszender noemt besluit een ‘misdaad’