Amsterdam UMC gaat onderzoeken hoe Plasterk het alleenrecht kreeg op patenten

Het Amsterdam Universitair Medisch Centrum (AUMC) gaat zelf onderzoeken hoe hoogleraar Ronald Plasterk het alleenrecht kreeg op een te patenteren kankertherapie en of dat terecht is. Dat laat het ziekenhuis weten in reactie op vragen van NRC.

Vorige maand reconstrueerde NRC hoe oud-minister Plasterk miljoenen verdiende aan kankeronderzoek door zich kennis van het AMC (het huidige AUMC) toe te eigenen en als ‘enig uitvinder’ patenten te claimen. In dat artikel bevestigde het AUMC de lezing van Plasterk (voordat hij minister werd een prominent kankeronderzoeker), dat hij de enige uitvinder was, maar daar komt het ziekenhuis nu op terug. „Het inzicht dat we hebben gekregen,” schrijft het AUMC in reactie op vragen van NRC, „geeft ons reden tot een evaluatie van het proces en de claims, wat we gezamenlijk met Plasterk willen uitvoeren”.

Het onderzoek zal zich toespitsen op de vraag of AUMC-wetenschapper Jan Koster alsnog moet worden erkend als (mede)uitvinder van de patentaanvragen waar Plasterk miljonair mee werd. Microbioloog en dataspecialist Koster heeft met zijn gecombineerde kennis van celbiologie en dataverwerking een unieke werkwijze met openbare databases ontwikkeld om in grote hoeveelheden biologische gegevens verbanden te ontdekken. Duizenden onderzoekers wereldwijd gebruiken Kosters database om nieuwe manieren te vinden om kanker te bestrijden.

Het AUMC wil niet op de onderzoeksconclusies vooruitlopen, maar schrijft: „We kunnen daar al van zeggen dat onze aanpak destijds de schoonheidsprijs niet verdient.” Plasterk laat in een reactie weten vast te houden aan zijn standpunt „dat de patentaanvragen terecht op mijn naam staan”. Hij ziet „geen reden om het uitvindersschap na al die jaren te veranderen. Dat is vervolgens door het AMC ook aan mij bevestigd.” Hij voegt daaraan toe: „Dat laat onverlet dat het altijd goed is om in gesprek te kijken of er lessen te trekken zijn hoe het beter zou kunnen.”

Nieuwe kankertherapie

Plasterk vroeg Koster begin 2018 hem te helpen bij onderzoek naar een nieuwe kankertherapie. Op basis van dat onderzoek schreven ze samen een wetenschappelijke publicatie voor Scientific Reports, een subtitel van het gerenommeerde Nature. In overleg met Koster maar niet met het AUMC waar hij een paar maanden later als hoogleraar aan de slag zou gaan, diende Plasterk in juli 2018 als „enig uitvinder” een patentaanvraag in voor de onderzochte kankertherapie. Koster vond dat prima, hij wilde zich als fulltime universiteitsmedewerker niet bezighouden met commerciële avonturen. „Er was al iets in gang gezet, waarop ik had gezegd: voor mij hoeft het niet”, legde hij in NRC uit.

Na de eerste aanvraag zette Plasterk een hele onderneming op rond zijn gepatenteerde therapie. Als inmiddels bij het AUMC werkzame hoogleraar begon hij in december 2018 met Frame Therapeutics. Een jaar later volgden nieuwe patentaanvragen, in 2020 nog een aantal internationale patentaanvragen, allemaal met Plasterk als enig uitvinder. In 2022 verkocht Plasterk zijn bedrijf voor 32 miljoen, inclusief patentaanvragen, aan het beursgenoteerde Amerikaanse bedrijf CureVac, gespecialiseerd in biomedische research.

Het AUMC beschouwde die gang van zaken in een eerste reactie als een voldongen feit. Nu schrijft het aan NRC: „We hadden in 2018/2019 beter moeten kijken naar de rol van Jan Koster in het onderzoek.” Koster nam in het NRC-onderzoeksartikel vorige maand de schuld op zich. Ook híj had zijn werkgever niet geïnformeerd over de plannen van Plasterk. Daarmee had hij een aandeel van zichzelf en het AUMC in dat patent „verspeeld”. Koster concludeerde: „Wat ik had kunnen hebben, en niet heb, is een rol op dat patent.” Terugkijkend noemde hij dat „naïef”.

Koster wilde zich als fulltime universiteitsmedewerker niet bezighouden met commerciële avonturen

Volgens Plasterk is de patentaanvraag op zijn naam gezet „omdat destijds in de ogen van zowel mijn externe juridische adviseur als in de ogen van Koster de inventieve stappen van mij waren, en Koster voortreffelijk werk heeft gedaan, maar op verzoek en aanwijzing van mij, waardoor het niet werd aangemerkt als uitvinderswerkzaamheden”.

Dat was in eerste instantie ook het standpunt van het AUMC: het werk van Koster maakte hem geen mede-uitvinder, omdat het „conceptuele idee” van Plasterk was, waar hij en Koster mee aan de slag gingen. Daarom waren – volgens het AUMC vorige maand – „zowel Koster, zijn leidinggevende, als de betrokken deskundige van IXA” het erover eens „dat het patent terecht bij Plasterk ligt”.

De Innovation Exchange Amsterdam (IXA) is het interne bureau van het AUMC, waar onderzoekers zich kunnen laten bijstaan in zaken van intellectueel eigendom. De toenmalig leidinggevende van Koster erkende zelfs dat hij die patentaanvragen nooit gezien had, maar stelde vervolgens dat het niet nodig was om een oordeel te vellen, zei hij tegen NRC. Hij concludeerde: „De bijdrage van Koster aan het patent is nul.”


Lees ook
Plasterk in de rol van informateur

Informateur Ronald Plasterk (r) biedt de voorzitter van de Tweede Kamer Martin Bosma zijn eindverslag aan.

Heroverwogen

Na publicatie van het onderzoek in NRC vroegen de auteurs van dat artikel wat het „conceptuele idee van Plasterk” precies inhield. In overleg met Plasterk definieerde het AUMC dat idee als: „het maken van kankervaccins op basis van – vaker voorkomende – ‘frameshift-mutaties’,” waarbij frameshift-mutaties een specifieke vorm van afwijkingen in kankercellen zijn. De gedachte daarachter: er bestaan duizenden verschillende soorten van deze afwijkingen die per kankerpatiënt verschillen. Door te zoeken naar vaker voorkomende afwijkingen, kunnen met daarop gerichte therapie kankerpatiënten gerichter en daarmee effectiever behandeld worden.

Dit idee was echter niet nieuw, ook niet in 2018. Er waren internationaal al meerdere wetenschappers met dit concept aan het werk. Ook collega’s binnen wat destijds nog het AMC heette. Daarvan was Plasterk al maanden voor zijn eerste patentaanvraag op de hoogte. Op 21 februari 2018, een half jaar voordat hij als hoogleraar zou beginnen, werd Plasterk door de voorzitter van de raad van bestuur van het AMC op de afdeling medische oncologie voorgesteld als „onze nieuwe hoogleraar”. Diezelfde dag vertelde een van zijn aanstaande collega’s over lopend AMC-onderzoek. Een internist-oncoloog van het AMC was bezig met het ontwikkelen van kankervaccins op basis van vaker voorkomende afwijkingen in ‘frameshift-mutaties’ – dus precies datgene wat Plasterk later als zíjn „conceptuele idee” zou bestempelen. De AMC-internist-oncoloog had voor dit onderzoek kort daarvoor van KWF-kankerbestrijding financiering toegezegd gekregen.

Een half jaar na deze mailwisseling richtte Plasterk zijn eigen bedrijf op waarbij hij het AMC buitenspel zette

Nog diezelfde middag ontving Plasterk van een leidinggevende oncoloog de samenvatting van dit project in zijn mailbox, vergezeld van een uitnodiging aan de ‘nieuwe hoogleraar’. De leidinggevende oncoloog schreef aan Plasterk: „Wij maken graag van jouw expertise gebruik in de voortgang van deze projecten, dus als je interesse hebt horen wij dit graag!”

Die interesse had Plasterk. „Dank!”, antwoordde hij dezelfde dag. „Ik kom er zeker bij je op terug.”

Daarop mailde de leidinggevende oncoloog weer met een extra aansporing: „Jouw input kan hierin waardevol zijn.” Al de volgende dag mailde Plasterk over de details van het AMC-project met de internist-oncoloog die het onderzoek deed. Hij ging in op het idee van „tumoren sequencen” en meende „dat dit terrein absoluut een speerpunt zou moeten zijn”. Hij zag mogelijkheden waarmee ze „snel kunnen handelen”. Hij voegde daaraan een hoopvolle stip aan de horizon toe: „En dan is het AMC misschien wel de plek waar het allemaal samen komt.”

Een half jaar na deze mailwisseling richtte Plasterk zijn eigen bedrijf op om deze methode commercieel uit te baten, waarbij hij het AMC buitenspel zette.

Enthousiaste nerds

Het AUMC was bij het verschijnen van het onderzoeksartikel niet op de hoogte van deze mailwisseling tussen Plasterk en de AMC-oncologen, blijkt uit vervolgonderzoek, en ook niet van het feit dat binnen het AMC al lang met het „conceptuele idee van Plasterk” werd gewerkt. Een betrokkene verbaast dat niet: „Het AMC is geen multinational. Het is een bijenkorf van enthousiaste nerds die alle kanten op werken, met bazen die zelf net zo zijn of zijn geweest. Als je de weg kent in die bijenkorf, autoriteit hebt en van plan bent om dat systeem te misbruiken dan is dat heel erg eenvoudig.”

NRC legde de patentenkwestie voor aan octrooijurist Koos Rasser. Rasser gaf jarenlang leiding aan de wereldwijde patent-afdeling van multinational Procter & Gamble, was als ‘patent-attorney’ partner van een internationaal advocatenkantoor en specialiseerde zich in biotechnologie en de farmaceutische industrie.

In de VS is een patent ongeldig als niet alle uitvinders erop vermeld staan

Hij bracht, via openbaar toegankelijke internationale octrooi-databases, het volledige traject in kaart vanaf de eerste patentaanvraag door Plasterk, tot en met alle vervolgaanvragen – de ‘patentfamilie’ in jargon – die nog steeds lopen in meerdere landen, waaronder de Verenigde Staten. Rasser concludeert: „Plasterk is niet de enige uitvinder. Op zijn patentaanvragen moet Jan Koster minstens als mede-uitvinder staan. Die patenten claimen namelijk niet een idee, maar een specifieke uitwerking van dat idee en dat is precies het werk van Koster en dus van het AUMC.”

Ook het AUMC heeft inmiddels, naar aanleiding van het NRC-onderzoek en geconfronteerd met de nieuwe informatie, een octrooijurist ingeschakeld. Die keek samen met de internist-oncoloog van het AMC-onderzoek naar de patentaanvragen. Ook zij concluderen dat de claims in de patentaanvragen het werk van Koster betreffen, en niet het „conceptuele idee” – van wie dat ook mag zijn, zo bevestigt de internist-oncoloog aan NRC.

Ongeldig in de VS

Rasser noemt het ontbreken van de naam van Koster, zelfs al was dat met instemming van Koster zelf, „fataal voor alle vervolg-patentaanvragen”. Dat geldt ook voor de internationale patentaanvragen, waaronder diverse Amerikaanse. In de VS is een patent ongeldig als niet alle uitvinders erop vermeld staan. Rasser: „Die zijn niet geldig als Koster niet wordt vermeld als een van de uitvinders.”

De betreffende patenten werden overgenomen door Plasterks bedrijf voor 32 miljoen euro te betalen in aandelen waarbij de helft in één keer werd betaald en de tweede helft afhankelijk werd gemaakt van toekomstige resultaten. Koper CureVac ontwikkelt zelf kankervaccins op basis van een andere techniek. De patentaanvragen van Plasterks bedrijf betreffen de ontwikkeling van vaccins op basis van ‘eiwitpeptiden’. CureVac bevestigt in een schriftelijke reactie dat ze vaccins met die techniek niet (verder) ontwikkelen, en uitsluitend met mRNA-technieken werken.

Plasterk stond met zijn bedrijf op het moment van overname op het punt om in samenwerking met het UMC in Groningen vijftien longkankerpatiënten te behandelen in een kansrijke medische trial. Na overname van het bedrijf van Plasterk, midden 2022, werd die trial door CureVac afgeblazen. De patiënten hadden het nakijken.