Het kleine ‘Friesch Dagblad’ werkt na een volgende reorganisatie nauw samen met de voormalige concurrent

„Had de LC het ook?” vraagt Roos Tuinenburg bij aanvang van de redactievergadering van het Friesch Dagblad. De jonge journalist heeft het artikel op de voorpagina van de krant geschreven over een bestuurlijke fusie van twee Friese zorginstellingen. Als haar collega’s ontkennend antwoorden, balt ze haar vuist en zegt met enig gevoel voor overdrijving: „Yess.”

‘De LC’ is de Leeuwarder Courant. Het Friesch Dagblad en de LC delen een lange journalistieke geschiedenis in Friesland. De Leeuwarder Courant verscheen voor het eerst in 1752, het Friesch Dagblad stamt uit 1903. Wereldoorlogen, interne richtingenstrijd en financiële nood gingen voorbij, maar beide titels bestaan nog altijd. Friesland is daarmee de enige provincie met twee regionale dagbladen. Het christelijke Friesch Dagblad, met een kleine 8.000 abonnees, en de breder georiënteerde Leeuwarder Courant, met ruim 65.000 abonnees, zetelen tegenwoordig in hetzelfde kantoorgebouw in Leeuwarden, met op de benedenverdieping de drukkerij voor beide titels.

De uitroep van Tuinenburg heeft een historische en een actuele lading. In het verleden waren beide kranten elkaars concurrenten, maar vandaag de dag kunnen ze nauwelijks nog zo genoemd worden. Sinds 2013 maken ze allebei deel uit van hetzelfde bedrijf. Destijds (vanaf 2013) was dat de NDC Mediagroep, sinds 2020 vallen ze onder Mediahuis Noord. Voor kopij van sportverslaggeving leunt het Friesch Dagblad sinds de zomer van 2023 op de LC. Twee verslaggevers van beide kranten die bij voetbalwedstrijden van sc Heerenveen en SC Cambuur vergelijkbare stukken tikten, dat werd niet langer rendabel gedacht.

Sinds februari dit jaar is er veel veranderd. Bij het Friesch Dagblad, maar ook in de relatie tussen beide kranten. Het Friesch Dagblad moest van 27 voltijdbanen terug naar 13,6 fte, waarvan zeven verslaggevers. Naast sportverslagen neemt het nu ook regionaal nieuws over van de Leeuwarder Courant, gemiddeld ongeveer de helft van het regiokatern van de krant. Binnen Mediahuis kan het kleine Friesch Dagblad ook artikelen plaatsen van De Telegraaf, NRC, de andere regiotitels van Mediahuis en de Belgische krant De Standaard.

Energie en werkdruk

Het is eind maart als de redactie in een vergadering reflecteert op het verloop van de eerste weken na de bezuiniging. „We hebben heel hard gewerkt om zo veel mogelijk zelf te doen”, zegt Bauke Boersma. „Maar ik vraag me af of we de komende tijd, als mensen vakantie op gaan nemen, geen problemen krijgen.” Het clubje overgebleven journalisten doet er sinds de reorganisatie alles aan om ‘smoel te behouden’ en hun trouwe lezers zo min mogelijk te laten merken van inkrimping van de redactie. Het bracht nieuwe energie mee, maar ook een flinke werkdruk.

„Neem niet teveel hooi op je vork, zorg vooral ook voor je naasten en je tuintje”, houdt hoofdredacteur Ria Kraa haar collega’s voor. De in Twente geboren Kraa is sinds vijfenhalf jaar hoofdredacteur van het Friesch Dagblad en overziet alweer haar tweede reorganisatie. In 2021 moest ze van acht redacteuren afscheid nemen en sneuvelden het cultuur- en sportkatern. Dit keer zag ze bijna twee keer zoveel journalisten vertrekken en moest haar team de krant op een heel andere manier gaan maken. Met een krimpende oplage en gebrekkige digitale groei drukte het Friesch Dagblad op de kosten van de Belgische eigenaar.


Lees ook
Noordelijke Mediahuis-regiokranten en De Limburger samengevoegd in één bedrijfsonderdeel met De Telegraaf

Het Amsterdamse  hoofdkantoor van Mediahuis Nederland, dat is voortgekomen uit dagblad De Telegraaf.

Na maandenlange discussies binnen het Friesch Dagblad, de Leeuwarder Courant en een Mediahuis-werkgroep, viel afgelopen najaar het definitieve besluit. „Toen heb ik de hele redactie boventallig verklaard en kon iedereen die dat wilde opnieuw solliciteren”, vertelt Kraa, enkele weken voor de reorganisatie in haar oude werkkamer. Collega’s vroegen zich „in een soort ‘herbezinning’ af waartoe ze op aarde waren”, lacht Kraa. „Het was bizar, want ik had sollicitatiegesprekken met mensen waar ik al dertig jaar mee samenwerk. Sommigen legden bijna een geloofsgetuigenis af, waarin ze zeiden dat ze de krant zo lang mogelijk in stand willen houden.”

Na drie maanden in de nieuwe situatie is het vooral „aftasten” en nog te vroeg voor grote conclusies, vindt Kraa. „Iedereen moet natuurlijk wennen, maar dan denk ik: geef het ook eens een jaar”, zegt ze in haar nieuwe kantoor. Voor de grote uittocht vloeiden er tranen. Sommige redacteuren spreken van „een gevoel van rouw”, vanwege het afscheid van hun dierbare collega’s. Het Friesch Dagblad verhuisde inpandig van de ene vleugel naar de andere en zit nu pal naast de Leeuwarder Courant. Slechts een open boekenkast scheidt beide redacties nog van elkaar. Het gemeenschappelijke keukenblok met koffieautomaat moet de kruisbestuiving tussen beide media bespoedigen.

Selectie van de stukken

Jan Auke Brink, als chef verantwoordelijk voor de inhoud van de krant, wil wel een voorzichtige conclusie trekken: „Het gaat eigenlijk best goed”, zegt hij in een geluidsluw belhokje bij de gedeelde keuken. Hij ziet dat het Friesch Dagblad de eigen identiteit, met bijvoorbeeld een serie over vrijwilligers in de kerk en stukken over levensbeschouwelijke onderwerpen, weet te bewaren. „Daarnaast hebben we de LC keihard nodig voor regionieuws, want de kranten waar we stukken van overnemen schrijven niet iedere dag over Friesland.” Dat de trouwe lezersgroep tot nu toe meer steunbetuigingen dan klachten heeft geuit, ziet hij als een bevestiging dat de eerste weken goed doorstaan zijn.

Jan Auke Brink (rechts, Friesch Dagblad) en Walter Monster (Leeuwarder Courant).
Foto Sake Elzinga

Dagelijks steekt Brink in de loop van de middag de boekenkast voorbij, waar hij te horen krijgt welk regionaal nieuws van de Leeuwarder Courant hij kan overnemen. Voor sommige collega’s van het Friesch Dagblad voelt dat als ‘bedelen’, maar Brink is blij met de LC-kopij om de krant te vullen. Chef nieuws van de LC, Walter Monster, neemt vanachter zijn stabureau een lijstje met nieuws door dat voor het Friesch Dagblad interessant zou kunnen zijn. „Sommige verhalen noem ik niet want ik weet dat het primeurs zijn, of eigen verhalen waar heel veel tijd in zit”, aldus Monster. „Maar het is niet zo dat ik alleen de kleinere, lullige nieuwtjes noem.”

Chef Friesch DagladJan Auke Brink Als ik weet dat de LC een primeur heeft, ga ik daar ook niet achteraan bellen

Afgesproken is dat stukken waar veel eigen werk in zit niet direct ook in het Friesch Dagblad belanden, maar soms kan dat een of twee dagen later alsnog. „Als ik weet dat de LC een primeur heeft ga ik daar ook niet achteraan bellen ofzo”, zegt Brink. Hij benadrukt dat beide kranten de afgelopen jaren snel naar elkaar toe zijn gegroeid. Want hoewel ze al ruim tien jaar onderdeel uitmaken van hetzelfde bedrijf en er veel oud-Friesch Dagblad-redacteuren bij de LC werken, is er, met name bij het Friesch Dagblad, nog altijd een gevoel van onderlinge concurrentie aanwezig. Dat er in de jaren negentig over een fusie werd gesproken, leidde zelfs tot een handgemeen tussen twee collega’s, zo valt te lezen in het afscheidsmagazine dat de redactie maakte bij het vertrek van veertien collega’s in januari.

In het magazine blijkt hoe zeer journalisten zich identificeren met het Friesch Dagblad. Naast de saamhorigheid van de redactie zit dat hem ook in de opvattingen van de krant. Het Friesch Dagblad haalt „haar neus op voor triviale zaken als misdaad, showbusiness en andere vormen van low culture”, schrijft afzwaaiend redacteur Niek van der Molen. Het hart van de krant gaat juist sneller kloppen van „sociale rechtvaardigheid, vluchtelingenhulp en rechtvaardigheid”. Verslaggever Marianne Velsink verwoordt het zo: „We zijn vrij idealistische krant. We willen tegen de klippen op vooral laten zien hoe mooi de wereld is, en niet per se hoe lelijk hij is.”

Van vergelijkbaar chauvinisme voor de eigen titel had ook de hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant Maarten Pennewaard zich rekenschap te geven, hoewel hij zelf „helemaal niet van het vijanddenken is”. Bijkomende moeilijkheid was dat zijn redactie, die met 45 verslaggevers in Friesland vele malen groter is, ook net een lastige reorganisatie achter de rug had. Een onverwacht populaire vertrekregeling zorgde ervoor dat er opeens nog maar weinig ervaren eindredacteuren en vormgevers overbleven. De eindredactie en de nieuwstafel werken in een ‘centrale redactie’ samen met het Dagblad van het Noorden, dat zich vooral op Groningen en Drenthe richt. Het plan dat zij ook voor het Friesch Dagblad zouden gaan werken lag op tafel, maar kwam er vooralsnog niet door. De centrale redactie kon er niet nog meer bij doen, vond de redactieraad van de LC. De redactie stemde alleen in met het delen van stukken.

Krantenlezers behouden

„Als je er rationeel naar kijkt is het gewoon verstandig die 8.000 abonnees van het Friesch Dagblad binnenboord te houden als krantenlezers”, zegt Pennewaard, die voor verdere integratie is en benadrukt dat beide kranten onderdeel zijn van hetzelfde bedrijf. „Als het slecht gaat met Mediahuis Noord, voelen wij dat ook”. Collega’s die sceptisch tegenover de samenwerking stonden hield hij voor: „Waar denk je dat de vraag om bezuinigingen terecht komt als het Friesch Dagblad er niet meer is?”

Samenwerking in de centrale redactie komt binnenkort weer op tafel, want het wringt bij de eindredactie van het Friesch Dagblad. Twee van de vier eindredacteuren en de enige overgebleven vormgever (in totaal zo’n 4 fte) van het Friesch Dagblad zijn uitgesteld boventallig. Na lang gesteggel met het Mediahuis konden ze hun baan behouden, maar volgend jaar worden ze alsnog geschrapt. Waar voor februari vier of vijf mensen de krant afmaakten en naar de drukker stuurden, is dat nu het werk van één enkele eindredacteur. De eindredacteuren moeten naast tegenlezen bovendien nu ook stukken selecteren, naar de drukkerij sturen en klaarzetten voor de online kanalen. Om het behapbaar te houden, moet driekwart van de krant aan het eind van de middag al klaar zijn. Nieuws vanaf de namiddag de dag erop in de krant krijgen is daarom een stuk lastiger dan voorheen.

Eindredacteur en voorzitter van de redactieraad van het Friesch Dagblad Jan Mark van Nunen heeft door de enorme werkdruk nog maar weinig plezier in z’n werk. „Voor februari kon ik een mooi katern in elkaar zetten, met een mix van nationaal en internationaal nieuws, maar nu is het vooral: vullen, vullen, vullen.” Hij denkt er sterk over om de journalistiek te verlaten.


Lees ook
Vrijwel alle dagbladen zijn in handen van twee concerns. Wat merkt de lezer daarvan?

Illustratie: Chuan Ming Ong

Hoe lang houdt het Friesch Dagblad het hoofd boven water in deze overlevingsstrijd? Volgens de berekeningen van Mediahuis nog wel tot voorbij 2030, maar zulke berekeningen zijn altijd door onzekerheden omgeven. Het oude abonneebestand van het Friesch Dagblad dunt uit omdat abonnees komen te overlijden en er komen weinig jongeren voor terug, gemiddeld ongeveer één abonnee per dag. „Uiteindelijk is het een bedrijf, en het aantal abonnees bepaalt je slagkracht”, weet Kraa. Dat het tij niet te keren valt, realiseren veel redacteuren zich. „Het gaat wel ten onder, dat zien wij natuurlijk ook wel. Ik denk dat dat sneller gaat dan wij denken”, zegt Marianne Velsink. „Als je realistisch bent is het logisch dat dit gebeurt, maar het doet wel pijn.”