‘The Banshees of Inisherin’: meesterlijke teloorgang van een vriendschap

Recensie

Film

Tragikomedie In zijn vierde film combineert regisseur Martin McDonagh opnieuw feilloos komedie en drama, tegen de achtergrond van de Ierse burgeroorlog. McDonagh wilde de mooiste Ierse film ooit maken, dat lijkt hem gelukt.

Pádraic (Colin Farrell, links) lucht zijn hart bij ‘dorpsgek’ Dominic (Barry Keoghan) in ‘The Banshees of Inisherin’.
Pádraic (Colin Farrell, links) lucht zijn hart bij ‘dorpsgek’ Dominic (Barry Keoghan) in ‘The Banshees of Inisherin’.

Opeens zegt Colm de vriendschap met zijn cafémaatje Pádraic op: „Ik vind je niet meer aardig.” Pádraic blijft verbijsterd achter. Colm is vast depressief, of is het een 1 aprilgrap? In een gesprek met Pádraics nuchtere zus Siobhán verklaart Colm zich nader, hij vindt haar broer „saai” en wil zijn tijd niet meer verlummelen aan onbenullige zaken. Colm is al wat ouder en wil componeren. Net als Mozart wil hij na zijn dood iets achterlaten wat van blijvende waarde is. Pádraic begrijpt zijn vriend niet: wat is er mis met aardig zijn en het drinken van bier met je vrienden, ondertussen keuvelend over ditjes en datjes?

Colm houdt voet bij stuk en dreigt met het een voor een afknippen van zijn eigen vingers als Pádraic hem lastig blijft vallen. De vrienden raken gebrouilleerd, met allerlei onvoorziene gevolgen. Waarbij de verzuring van hun vriendschap bovenal een krachtige politieke parabel is.

Het meesterlijke The Banshees of Inisherin is de vierde film van de van oorsprong Ierse regisseur en toneelschrijver Martin McDonagh. Hij brak in 2008 door met zijn debuutfilm In Bruges, waarin Colin Farrell en Brendan Gleeson schitterden. Het duo keert nu terug in het zwartkomische The Banshees of Inisherin en hun chemie spat van het doek: Farrell beurtelings breekbaar en opvliegend, Gleeson neerslachtig en van binnen smeulend. McDonagh combineert opnieuw feilloos komedie en drama, lichtheid en droefenis, en absurdisme en existentialisme – met af en toe opflakkerend geweld. Zijn dialogen zijn geestig door hun puntigheid; de timing van alle acteurs in het declameren van zijn teksten is fenomenaal. Het komisch herhalen van sommige zinnetjes – zoals de vraag die eilandbewoners maar blijven stellen: „hebben jullie ruzie?” – vormt de kers op de taart.

Twee bijfiguren geven via hun dialogen inzicht in intermenselijke verhoudingen of relativerend commentaar. Pádraics intelligente en belezen zus Siobhán fungeert als stem van de rede en dorpsgek Dominic zegt onomwonden waar het op staat. Als Pádraic iets doet wat niet fatsoenlijk is, wijst Dominic hem daarop, waarbij hij zijn teleurstelling niet verbergt. Pádraic zegt gewoon aardig te willen zijn maar het shot waarin hij een van Colms maskers voor zijn hoofd houdt, impliceert dat hij misschien ook een ander gezicht heeft. Ook worden autoriteitsfiguren belachelijk gemaakt en spelen dieren een cruciale rol als onpartijdige, onschuldige observanten – Pádraics ezeltje Jenny steelt de show.

Theater

McDonagh baseerde The Banshees of Inisherin op een onuitgevoerd toneelstuk. Tussen 1996 en 2001 schreef hij er meerdere die plaatsvonden op de Araneilanden in de monding van de Baai van Galway. Omdat McDonagh een gevierd toneelschrijver is die precieze dialogen schrijft, dreigt het misverstand dat zijn werk niet filmisch is.

Zo draaide hij op locatie op Inishmore en het iets ruigere eiland Achill, waardoor de film er buitengewoon fraai uitziet. Hij grapte dat hij „de mooiste Ierse film ooit” wilde maken, en dat is goed gelukt. De (soms barre) schoonheid van de omgeving zorgt bovendien voor een contrast met de inhoud, waarin mishandeling en mentaal en fysiek geweld steeds prominenter worden. Voor de interieurshots haalde cameraman Ben Davis inspiratie uit 17de-eeuwse Nederlandse schilderkunst, met hun dramatische clair-obscur. En een aantal beeldcomposities voert terug naar de befaamde westernregisseur John Ford, wiens vader Iers was. Meermaals filmt Davis vanuit een huis wat er buiten gebeurt, en dan zien we een deur of raamkozijn als kader binnen een kader – zie Fords The Searchers (1956).

Ierse burgeroorlog

McDonagh instrueerde zijn vaste componist Carter Burwell, ook bekend van zijn samenwerking met de gebroeders Coen, om geen typisch Ierse muziek te schrijven. Burwell onderstreept het drama niet maar houdt alles ingehouden en minimaal, ook qua instrumentatie. De onder de huid kruipende, herhaalde melodieën zijn eenvoudig, wat aansluit bij de ietwat kinderlijke Pádraic. Ook is Burwells muziek melancholiek, toepasselijk voor de teloorgang van een vriendschap.

McDonagh koos ook schitterende ‘source music’: zo luistert Colm naar 78-toerenplaten van de populaire Ierse tenor John McCormack en horen we zwaarmoedige liederen van Brahms. Violist Colm speelt bovendien graag Ierse volksmuziek, die hij zelf schrijft. Pádraic vindt die muziek „klote”; dat hij misschien gelijk heeft begint langzaam te dagen bij Colm. Dat hij geen Mozart is, maakt hem steeds somberder en bedroefder.


Lees ook een interview met de makers van ‘The Banshees of Inisherin’: ‘Het is wreed hoe Colm zijn beste vriend blokkeert’

Dit niet expliciet maken maar slechts suggereren geldt ook voor het thema van The Banshees of Inisherin. McDonagh situeert zijn film heel bewust in april 1923, de eindfase van de Ierse Burgeroorlog. De IRA, die een onafhankelijke republiek voor ogen stond, was fel tegen het verdrag dat eind 1921 met de Britse regering was gesloten en dat de weg vrijmaakte voor de Ierse Vrijstaat. Het gevolg was dat allerlei facties zich tegen het verdrag en elkaar keerden, wat leidde tot de Ierse Burgeroorlog. In The Banshees of Inisherin horen we af en toe geknal op het Ierse vasteland en refereren personages aan het conflict. Net zoals McDonagh absoluut geen Iers-klinkende muziek wilde, houdt hij deze Burgeroorlog klein, ergens ver weg op de achtergrond: we horen af en toe geknal op het Ierse vasteland en personages refereren aan het conflict. Toch gaat The Banshees of Inisherin er uiteindelijk over, waarbij je de hoofdpersonen kunt zien als representanten van de Ierse Vrijstaat en de IRA. Dat dit slechts geïmpliceerd wordt, spreekt erg voor deze in alle opzichten sublieme film die hun conflict, dat door wederzijds onbegrip alleen maar verliezers kent, abstraheert tot iets universeels. Het gaat over het onvermogen verschillen te overbruggen, over misverstanden en triviale incidenten die gierend uit de hand lopen. Die zijn helaas van alle tijden.


Film Bekijk een overzicht van onze recensies over film