Demissionair premier Mark Rutte heeft zijn nieuwe baan bijna binnen. Maandagochtend maakte Turkije bekend Ruttes kandidatuur als secretaris-generaal van de NAVO te zullen steunen. Daarmee wacht hij alleen nog op groen licht uit slechts 3 van de 32 lidstaten: Slowakije, Roemenië en Hongarije.
Vrijdag leken de Turken nog even dwars te liggen. Rutte was op eigen kosten naar Istanbul afgereisd voor overleg met de Turkse president Erdogan, moest daar de hele dag op hem wachten, en kon na een kort overleg weer vertrekken. Zonder expliciete steunverklaring van Erdogan.
Maar binnenskamers zou die steun vrijdag al zijn uitgesproken. Niet voor niets had Rutte het na afloop over een „heel positief gesprek” en liet hij doorschemeren dat hij misschien bij een volgend bezoek aan Erdogan weleens secretaris-generaal van de NAVO zou kunnen zijn. En niet voor niets noemde Erdogan Rutte meermaals „mijn kameraad” (dostum) en moest de Turkse delegatie giechelen toen hun president met een grijns zei: „We wensen Rutte vanaf nu veel succes op zijn nieuwe weg.” Het waren inside-jokes.
In plaats van Rutte direct een publieke steunbetuiging te gunnen, maakten de Turken hun steun de maandag daarop bekend bij de ‘dean’, de langstzittende NAVO-ambassadeur in Brussel. Daarmee koos Turkije de formele weg. Waarom precies, is onduidelijk. Maar zeker is dat Erdogan er zoals vanouds mee laat zien: Turkije doet wat het wil, wanneer het wil.
Het is de vraag of de Turkse president überhaupt grote twijfels had bij Ruttes kandidatuur. De twee leiders kennen elkaar al jaren en kunnen ondanks eerdere conflicten goed door één deur. De Turkse traagheid lijkt eerder tactisch te zijn geweest. Ankara rekt onderhandelingen wel vaker om het onderste uit de kan te halen en de wereld te laten zien dat niemand om Turkije heen kan.
Rutte toonde respect
Door naar Istanbul te komen, toonde Rutte het respect waar Turkije op het wereldtoneel naar snakt. Zeker binnen de NAVO is die behoefte sterk. Turkije is al sinds 1952 lid. Het heeft met 425.000 soldaten na de VS het grootse leger van het bondgenootschap, maar vindt dat Westerse landen onvoldoende rekening houden met Turkse veiligheidsbelangen. Zo bewapenen de VS al jaren de YPG, de Syrische zusterorganisatie van de PKK (Koerdische Arbeiderspartij), die al decennia is verwikkeld in een oorlog met de Turkse staat en aanslagen pleegt op Turkse militairen en burgers.
Erdogan wilde Rutte vrijdag in de ogen kunnen kijken om hem persoonlijk te herinneren aan deze grieven en belangen. De Turkse president hecht veel waarde aan persoonlijke relaties en hoopt in Rutte een toekomstige bondgenoot te hebben binnen de NAVO. De uitgaand secretaris-generaal, Jens Stoltenberg, was in Ankara erg geliefd.
Tegen de Nederlandse pers zei Rutte vrijdag geen beloftes te hebben gedaan aan Erdogan in ruil voor zijn steun. „Er is geen sprake van beloftes, er is sprake van snappen wat de zorgen aan Turkse kant zijn”, zei Rutte. Hij verweest daarbij naar de strijd tegen terrorisme, het beschermen van de NAVO’s zuidflank in Irak en Syrië en de in Turkije vaak gehoorde klacht dat Westerse landen te veel de boventoon voeren in de organisatie.
Dat Rutte zich inschikkelijk opstelt richting Ankara, komt ook door de oorlog in Oekraïne. Rutte staat bekend als een fel voorstander van doorgaande steun aan president Zelenskyy en zal die koers als eventuele NAVO-leider doorzetten. Hij realiseert zich hoe belangrijk Turkije’s grote leger en tactische ligging aan de Zwarte Zee daar in de toekomst voor kan zijn.
Maar voordat Rutte echt aan de slag kan, moet hij nog langs Slowakije, Roemenië en Hongarije. Met name dat laatste land wordt gezien als het grote obstakel, want Rutte heeft mede vanwege zijn kritiek op Hongaarse anti-LHTBI wetgeving een notoir slechte relatie met de Hongaarse premier Viktor Orbán. Het is maar de vraag of Rutte bereid is om na Erdogan ook bij deze autoritaire leider op audiëntie te gaan.