Column | Sluit elk gesprek af met de zinsnede: overigens ben ik van mening dat Gaza bevrijd moet worden.

Intelligentie valt samen met kritisch denken, zo leerde ik eerst op het gymnasium en daarna op de universiteit. We lazen over tegendraadse denkers die religieuze, patriarchale of koloniale denkbeelden op losse schroeven zetten en leerden een canon aan uitspraken en termen die voor de getrainde geest een rijkdom aan kennis in zich droegen. ‘Il faut cultiver notre jardin’ zei iets over de eeuwigdurende tocht naar meer beschaving, ‘cogito ergo sum’ gaf gewicht aan de rede en plaatste het tegenover het sentiment. En als je aan het eind van je betoog kwam, en datgene wilde benadrukken dat boven elke discussie verheven was, dan was het ‘overigens ben ik van mening (dat Carthago verwoest moet worden)’.

Universiteiten zijn van oudsher de plekken waar ruimte wordt gemaakt voor lessen uit het verleden. Hier wordt in nog frisse geesten het idee van speaking truth to power ingefluisterd. Deze geweldloze politieke tactiek die de zittende macht of een heersende norm tegenspreekt wordt in de hele (vrije) wereld al decennia ingezet door jonge, geëngageerde mensen die nog energie hebben om zich uit te spreken tegen onrecht terwijl anderen dan wel te druk met hun eigen zorgen zijn, dan wel verzonken zijn geraakt in wat James Baldwin eens ‘morele apathie’ noemde.

In de Verenigde Staten laaien nu protesten op naar aanleiding van de oorlog in Gaza. Studenten eisen dat hun universiteit financiële investeringen en andere banden met Israël staakt. Wat begon bij Columbia University, heeft zich verspreid over het hele land. The New York Times telde toen ik dit stukje typte in totaal 800 gearresteerde studenten.

Studentenprotesten passen in een kritische traditie die in mijn ogen gekoesterd zou moeten worden, en niet – zoals nu gebeurt – onderdrukt. Vaak genoeg houden ze een spiegel voor aan de samenleving, en tonen ze een reflectie die ons niet per se aanstaat. Dat gebeurde in de jaren zestig toen studenten protesteerden tegen de segregatie in Amerika, het oorlogsgeweld in Vietnam, en later tegen de oorlog in Irak. Terugkijkend kan niemand het belang ontkennen van de anti-apartheidbeweging in de jaren tachtig, of het massale protest, geïnitieerd door studenten, op het plein van de Hemelse Vrede, waar de beelden van een eenzame jonge man tegenover een rij tanks voor altijd in ons collectieve geheugen werd gegraveerd.

De oorlog in Gaza geeft ook in Nederland aanleiding tot protest; vorige maand nog tegen de uitwisseling van kennis tussen Universiteit Leiden en verschillende Israëlische instituten. Net als in de VS worden ook hier de betogers beschouwd als oproerkraaiers (in Leiden zijn betogers tot in de winkelstraat achternagezeten) en net als in Amerika worden de protesten hier als in een pavlovreactie aangemerkt als antisemitisch.

Semantische discussies over wat vrijheid en veiligheid precies inhouden, gaan ten koste van een inhoudelijk gesprek, waardoor er te weinig wordt stil gestaan bij hoe het kan dat sommige universiteiten nauwe banden onderhouden met de Israëlische regering die een genocide uitvoert. Eén verbijsterend feit kan daarbij niet buiten beschouwing gelaten worden, namelijk dat alle scholen en universiteiten in Gaza door Israël zijn verwoest. Duizenden studenten en hoogleraren zijn gedood. Wie aan een wetenschappelijk instituut is verbonden of zich ook maar enigszins het belang van wetenschap aantrekt, zou dit moeten veroordelen.

Ik ben geen student meer, maar wil de protesteerders toeroepen: ga door met wat je doet. Spreek je uit tegen een universiteit die zegt kritisch denken te stimuleren, maar die in werkelijkheid minder objectief is en zelfs minder verantwoordelijkheid neemt dan zij zelf propageert. En sluit elk gesprek af met de zinsnede: overigens ben ik van mening dat Gaza bevrijd moet worden.

Karin Amatmoekrim is schrijver en letterkundige. Ze schrijft om de week op deze plek een column.