Voor het eerst in maanden zijn Amerikaanse wapens en kisten met munitie onderweg naar het front in Oekraïne. Maar vooral aan de oostelijke frontlinies, in de Donbas, wordt steeds duidelijker dat die hulp geen dag te vroeg komt voor de vaak oververmoeide en onderbemande Oekraïense eenheden. Door ernstige tekorten aan mankracht, luchtafweer en granaten voor de artillerie worden zij steeds meer teruggedrongen door oprukkende Russen, die numeriek in alle opzichten in de meerderheid zijn.
President Volodymyr Zelensky drong maandag nog eens aan op de snellere levering van hulp. „Ik zie vandaag niets positiefs op dit punt. Er zijn leveringen, ze zijn een beetje begonnen, maar het proces moet worden versneld.” Zijn opmerkingen volgden op een somber commentaar, zondag, van de commandant der strijdkrachten, generaal Oleksandr Syrsky. Die meldde dat zijn troepen zich opnieuw uit drie dorpen in de regio Donetsk hadden teruggetrokken. „De situatie aan het front is verslechterd”, schreef Syrsky. „In een poging strategisch het initiatief te nemen en de frontlinie te doorbreken richt de vijand het zwaartepunt van zijn operaties op verschillende plekken, waarmee hij een aanzienlijk voordeel in mankracht en materieel creëert.”
Zeker vergeleken met de situatie van de afgelopen achttien maanden, waarin de frontlijn ondanks zware gevechten maar weinig veranderde, is de recente Russische terreinwinst in de Donbas opvallend. Het gaat om de grootste Russische veroveringen sinds de eerste maanden na de massale inval in Oekraïne, in februari 2022.
Vooral ten westen en noordwesten van het verwoeste industriestadje Avdiivka, dat de Russen in februari veroverden, houdt de Russische opmars aan. Hier is de situatie voor Oekraïne volgens generaal Syrsky „het moeilijkst”. De frontlijn in dit deel van de Donbas is inmiddels verschoven naar het dorpje Otsjeretyne, waar de Russen onlangs door de Oekraïense stellingen braken en in korte tijd enkele kilometers terrein wonnen. Hier heeft Moskou sinds februari bijna twintig kilometer grondgebied veroverd, volgens Syrsky met de inzet van vier brigades – zo’n 32.000 soldaten. Die zouden vanuit Otsjeretyne over de weg willen doorstoten richting de stad Pokrovsk, een van de militair-logistieke centra van Oekraïne in de westelijke Donbas.
Amerikaanse munitie
Verschillende militaire analisten, onder wie die van het Institute for the Study of War, wijzen erop dat de huidige Russische operaties samenhangen met de onlangs hervatte Amerikaanse militaire steun aan Oekraïne, na maandenlang oponthoud. Voordat de Amerikaanse wapens en munitie het slagveld bereiken, zou Moskou de huidige tekorten aan Oekraïense zijde zoveel mogelijk willen benutten. Het zou nog weken, mogelijk zelfs maanden kunnen duren voordat de Oekraïense strijdkrachten erin slagen de situatie langs de oostelijke frontlijn te stabiliseren.
Lees ook
Met de munitieleveranties helpt Washington Oekraïne en koopt het tijd voor Europa
Want de militaire planners in Kyiv hebben nog meer problemen in de Donbas. Ruim veertig kilometer ten noordoosten van Otsjeretyne wordt het stadje Tsjasiv Jar al maanden belaagd door zo’n 25.000 Russische soldaten, onder meer van de 98 Luchtlandingsdivisie. Tsjasiv Jar is het belangrijkste Russische doelwit sinds de verovering van Bachmoet, een jaar geleden. De Russen drongen enkele weken geleden al door tot de oostelijke buitenwijken van het hoger gelegen en strategisch belangrijke Tsjasiv Jar, zo’n tien kilometer ten westen van het kapotgeschoten Bachmoet.
Open terrein
Als Tsjasiv Jar inderdaad wordt ingenomen, opent zich een vlak terrein met weinig natuurlijke obstakels in de richting van logistieke centra als Kramatorsk in het noordwesten en vooral Kostjantynivka in het zuidwesten.
De plaatsvervangend commandant van de vijfde Oekraïense aanvalsbrigade, Michajlo Onoefer, beschreef maandag aan het Oekraïense online medium Pravda hoe moeilijk dat terrein te verdedigen valt. „Het zal voor ons heel moeilijk zijn om voet aan de grond te krijgen in de dorpen, omdat hier geen grote bouwwerken zijn, er zijn geen ‘Azovstal’-fabrieken waar je je lange tijd kunt verschansen.” Azov-stal is het fabriekscomplex in de zuidelijke havenstad Marioepol waar Oekraïense strijders in 2022 enkele maanden stand hielden.
Onoefer leerde van de eerdere Russische offensieven in Oekraïne. „Alles wat we verliezen zullen we moeten terugwinnen, en dat is veel moeilijker: de verliezen zijn groter als je in het offensief bent. Bovendien hebben we gezien dat de vijand zich zeer snel ingraaft.”
Volgens de Oekraïense militaire analisten van Frontelligence, maar ook de waarnemers van het Institute for the Study of War, is een aanval op Kostjantynivka een logische volgende Russische stap.
De Oekraïense problemen in de Donbas stapelen zich volgens deze analyses nog verder op als Moskou de twee offensieven weet te combineren: vanuit Tsjasiv Jar naar het zuiden en vanuit Otsjeretyne naar het noorden. Dat zou de Russen in staat stellen wegen in te nemen die vanuit Kostjantynivka in oostelijke richting naar het front lopen. „Dit zou een ernstig probleem zijn”, aldus Frontelligence, „omdat dit tienduizenden Oekraïense soldaten zou afsnijden van hun logistieke ondersteuning.”
Reëel risico
Zij schatten die operatie in als een lastige militaire onderneming voor de Russen, maar het is volgens hen onder de huidige omstandigheden wel een „reëel risico” dat Oekraïne loopt, mochten de Russische troepen zowel bij Tsjasiv Jar als Otsjeretyne kunnen doorstoten.
De Russen kregen in de wintermaanden volop de mogelijkheid ten aanval te trekken, mede door de enorme Oekraïense tekorten aan wapens, munitie en manschappen. Op sommige plekken aan het front hebben de Russen tien keer zoveel granaten voor de artillerie en vijf keer zoveel manschappen als de Oekraïense verdedigers.
Zo noteert Frontelligence over de Oekraïners: „Sommige brigades zijn al twee jaar niet fatsoenlijk afgewisseld, en als dat wel is gebeurd, dan hebben ze minimale vervanging gekregen van voertuigen en zwaar militair materieel. Dat komt omdat veel van het materieel van de militaire steun uit 2023 werd toegewezen aan nieuw geformeerde eenheden die aan het zomeroffensief deelnamen. Gezien de Russische overmacht qua personeel, artillerie, voertuigen en luchtsteun, is het geen verrassing dat sommige gebieden zijn ingenomen.”
Door die overmacht krijgen de Russen, ondanks de enorme verliezen die zij nog altijd lijden, relatief veel tijd om zich in hun nieuw ingenomen posities in te graven.