N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Luister naar
08:26
Om niet begraven te worden onder een grote berg elektronisch afval krijgen Europese consumenten het recht om hun apparaten te laten repareren. Ook de batterijen moeten vervangbaar zijn. Zelfs die van je AirPods.
En toen ging de stekker eruit. Vorige maand stopte elektronicafabrikant Gigaset met de cloudsoftware voor zijn ‘slimme’ alarmsystemen. Deze voormalige Siemens-dochter was failliet gegaan en vond geen koper voor de smarthomedivisie. In één klap werden alle bewegingssensoren en camera’s nutteloos die Gigaset sinds 2013 verkocht. Rijp voor de schroothoop, of zoals de Duitsers het noemen: Elektroschrott. Klinkt als een vrolijke kruising tussen heavy metal en dance, maar de werkelijkheid is een stuk grimmiger.
Deze Gigaset-spullen belanden op een groeiende stapel afgedankte apparaten. Laptops, smartphones, koptelefoons, tv’s: elektronica met achterhaalde software of hardware, een uitgeputte batterij of een defect dat te duur is om te repareren. Volgens de meest recente Global E-Waste Monitor van de Verenigde Naties genereerde de wereld in 2022 ruim 62 miljoen ton aan elektronisch afval: „Genoeg om anderhalf miljoen grote vrachtwagens te vullen, die je weer bumper-aan-bumper rondom de evenaar zou kunnen parkeren.” Waarom je dat zou doen is een andere vraag. Maar de boodschap is duidelijk: de wereld gaat ten onder aan uitgerangeerde gadgets.
Deze week keurde het Europese Parlement een richtlijn goed die de mogelijkheid voor reparaties van elektronische apparatuur verplicht stelt, ook als de garantie verlopen is. Dit ‘recht op reparatie’ geldt voor consumenten en moet het makkelijker maken om spullen te laten fixen in plaats van ze te vervangen door iets nieuws.
Repareren is nu vaak te duur. Een vakkundige blik kost immers geld, en ook de vervangende onderdelen zijn prijzig. „80 procent van de consumenten geeft aan dat ze liever hun apparaten laten repareren, maar ze worden weerhouden door de reparatiekosten”, zegt Sonja Leyvraz. Ze werkt voor de European Environmental Bureau, een organisatie die in Brussel lobbyt voor een duurzamere economie.
Een van de drempels is dat fabrikanten alleen vervangende onderdelen die ze zelf leveren toestaan in hun apparaten. Zo houden ze de prijs onnodig hoog. ‘Vreemde’ onderdelen van andere leveranciers worden door restricties in de software geweerd. Dan slaat het apparaat alarm met foutmeldingen, of blokkeert het zichzelf. ‘Part pairing’ is de vakterm, de nagel aan de doodskist van onafhankelijke reparateurs.
Apple is het bekendste voorbeeld van een bedrijf dat een strakke regie houdt over de reparaties en onderdelen. Door elk onderdeel een uniek serienummer te geven, kun je bijvoorbeeld niet zomaar van twee kapotte iPhones één werkende maken. Dan ligt de software dwars, met irritante waarschuwingen of geblokkeerde functies. Dat is om de veiligheid en privacy van consumenten te beschermen, aldus Apple. Het bedrijf wil de teugels vanaf het najaar iets laten vieren, maar uiteindelijk heb je als eigenaar van een iPhone of MacBook weinig te zeggen over reparatieopties.
Zulke barrières kom je tegen in allerlei elektronica, niet alleen in telefoons en laptops. Ook reparatie van keukenapparatuur, spelcomputers, koelkasten, auto’s en tractoren wordt tegengewerkt door ‘part pairing’.
Om een gezonde reparatiemarkt op gang te brengen, is een duwtje in de rug nodig van de overheid. Frankrijk begon al met het uitdelen van vouchers die reparatie van kleding en elektronica financieel aantrekkelijker maken. De bedragen zijn net verhoogd; wie een tv laat repareren krijgt 60 euro subsidie, voor een wasmachine is het 50 euro.
Leyvraz verwacht dat ook andere landen soortgelijke vouchers zullen invoeren, om de drempel voor consumenten te verlagen . Het recht op reparatie is immers een Europese richtlijn. Binnen twee jaar moeten alle lidstaten de regels zelf in eigen wetgeving gieten.
Met alleen een schroevendraaier kom je niet ver als je moderne elektronica wilt repareren of upgraden. Veel cruciale onderdelen zijn vastgesoldeerd, aan elkaar gelast of bedekt met een klodder lijm. Daar valt weinig eer aan te behalen, als reparateur.
Ook de software is een bepalende factor voor de levensduur. Zeker als apps draaien in de cloud ben je als gebruiker de controle kwijt – denk aan het voorbeeld van het Gigaset-alarmsysteem. Of aan de eerste generatie Sonos-speakers, die binnenkort niet meer door de fabrikant ondersteund worden. De oude luidsprekers werken voorlopig, mits je bereid bent ook andere Sonos-apparatuur niet te updaten. Volgens de nieuwe Europese richtlijn moeten fabrikanten ‘een redelijke tijd’ updates blijven bieden. Hoe lang precies, dat verschilt per categorie. In Nederland zijn verkopers sinds 2022 verplicht apparaten ‘veilig en werkend’ te houden. Maar de garantie reikt meestal niet verder dan de voordeur.
Nul uit tien
Er is nog een factor die de levensduur van elektronica beperkt: de batterij. Bij een telefoon kun je een uitgeputte accu vervangen. Bij andere gadgets, zoals draadloze oortjes, niet. Dat is een probleem, want de batterijen van bijvoorbeeld de AirPods gaan twee tot drie jaar mee. Openschroeven om ze te vervangen, is er niet bij. ‘Earbuds’ zijn sowieso niet te repareren, volgens de reparatie-experts van iFixit. Zij geven AirPods een reparatiescore van nul uit tien. Het zijn wegwerpoortjes.
Vanaf 2027 gaat dat veranderen in de EU. Brussel eist, in weer andere regulering, dat consumenten de batterijen kunnen vervangen in alle draagbare gadgets, om de levensduur te verlengen. De Nederlandse fabrikant FairPhone is daar al mee begonnen en bracht de Fairbuds op de markt: ‘eerlijke’ oortjes waarbij je de batterijen kunt vervangen. De eerste versie kan qua geluidskwaliteit niet tippen aan de concurrentie, oordeelde techsite Tweakers. Fairbuds kun je in theorie levenslang gebruiken, de vraag is of je dat wilt.
De voetafdruk
Het recht op reparatie en de nieuwe voorschriften voor apparaten met batterijen zijn belangrijke stappen om de circulaire economie op gang te brengen. Maar aan de reclameslogans van techbedrijven zit ook nog een schroefje los: alsof iedereen alleen maar nieuwere, snellere apparaten met meer pixels en gigabits nodig heeft. De nadruk zou juist moeten liggen op een langere houdbaarheid.
De beste remedie is: niet kopen. Probeer de levensduur van je apparaten te rekken met reparaties, of kies voor gebruikte spullen zoals refurbished telefoons. Daar doen de iPhones het goed, vanwege de softwareupdates die Apple nog geruime tijd biedt. Andere fabrikanten volgen die trend gelukkig ook.
Wat je als consument niet ziet is de impact van de productie van elektronica. Bij telefoons en laptops zit meer dan driekwart van de totale CO2-voetafdruk in dit productiestadium. Er zijn bovendien enorme hoeveelheden water voor nodig en veel zeldzame metalen. Zodra je een nieuw toestel koopt, is het kwaad al geschied. Lang voordat het apparaat verandert in Elektroschrott.